‘Valt er iets te zeggen voor religieuze uitzonderingen in coronatijden?’

‘Ook in tijden van Covid-19 is er de vraag over hoe een samenleving met religie omgaat. Valt er iets te zeggen voor religieuze uitzonderingen?’ vraagt François Levrau.

Een van de laatste wapenfeiten van Donald Trump als president van de Verenigde Staten is de aanstelling van Amy Coney Barrett als opperrechter in het hooggerechtshof. Over die aanstelling was heel wat te doen omdat zij uitgesproken conservatief-katholiek is terwijl haar voorgangster, de in september overleden rechter Ruth Bader Ginsburg, net als liberaal-progressief gekend stond. Door Barretts aanstelling is de samenstelling van het Hooggerechtshof nu overwegend conservatief waardoor het morele landschap in de Verenigde Staten juridisch anders wordt ingekleurd. Dat wordt duidelijk door een recente beslissing van het Hooggerechtshof. In New York hoeven de gebedshuizen voortaan de coronaregels (in rode zones) over een beperking van het aantal personen niet meer te volgen. Dat is een opvallende beslissing omdat in eerdere zaken (in California en Nevada) het Hooggerechtshof anders geoordeeld had.

Een aantal katholieke en joodse gemeenschappen in New York zagen de beperking als een inbreuk op het eerste amendement van de Amerikaanse Grondwet, het recht op de vrije beleving van godsdienst, en voelden zich bovendien geviseerd omdat essentiële bedrijven zoals supermarkten niet werden geconfronteerd met een soortgelijke coronaregel. De indruk was dat religies onder striktere voorwaarden moesten hun activiteiten ontplooien in vergelijking met seculiere organisaties en bedrijven, zoals voedingswinkels. Het hof heeft nu de kant gekozen van de geloofsgemeenschappen.

Valt er iets te zeggen voor religieuze uitzonderingen in coronatijden?

Die uitspraak zou grote gevolgen kunnen hebben, zeker nu er in de joodse en christelijke gemeenschappen belangrijke feesten zitten aan te komen. Chanoeka en kerst worden gewoonlijk in uitgebreide kring gevierd en dus neemt het risico op besmetting toe, zeker wanneer de gebedshuizen geen restricties voor het aantal aanwezigen krijgen opgelegd. Religies brengen vaak veel volk op de been, zo bleek ook in Antwerpen waar de politie al enkele joodse feesten heeft moeten stilleggen omdat de coronaregels met de voeten werden getreden.

Machteloosheid?

Deze situatie in de VS doet denken aan de situatie in Nederland. Volgens de Nederlandse Grondwet heeft iedereen recht op vrijheid van godsdienst (art.6). Dit betekent dat iedereen zijn/haar geloof mag belijden en openlijk mag praktiseren. De overheid mag deze vrijheid enkel inperken indien dat nodig zou zijn “ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden” (toelichting bij de Grondwet). Deze inperkingen gelden echter enkel op openbare plaatsen, dus niet in kerkgebouwen of in andere besloten plaatsen van geloofsbeleving.

De meeste geloofsgemeenschappen begrijpen dat Covid-19 vraagt om een andere sociale omgang en dat dit ook voor de geloofspraktijk bepaalde gevolgen heeft. Gelovigen worden daarom geadviseerd de door de overheid opgelegde regels inzake Covid-19 ook bij religieuze bijeenkomsten te respecteren. In oktober en november verschenen er echter berichten dat niet alle geloofsgemeenschappen op een vergelijkbare wijze hun verantwoordelijkheid opnemen. Onder meer in orthodoxe kerkgenootschappen waren er grote religieuze bijeenkomsten en was er veel weerstand tegen het ‘dringende advies’ van minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus om bijeenkomsten tot dertig deelnemers te beperken. De reactie van de overheid was er een van machteloosheid: ze kan mensen wel goed informeren en adviseren om zich tijdens hun religiebeleving aan de coronaregels te houden, maar een sluiting van gebedshuizen of een van overheidswege opgelegde beperking op het aantal kerkbezoekers zit er niet in.

Coherentie?

Anders dan in Nederland geldt in België dat ook geloofsgemeenschappen de nationale en lokale veiligheidsregels moeten respecteren. Er is godsdienstvrijheid, maar deze mag door de overheid worden ingeperkt om de nationale veiligheid te waarborgen. Hiermee is het Belgische beleid niet alleen transparanter, maar wellicht ook rechtvaardiger dan het Nederlandse. Immers, in Nederland mag de staat dwingende regels, zoals een tijdelijke sluiting of een beperking van het aantal aanwezigen, opleggen aan ‘seculiere’ ondernemingen en organisaties, terwijl ze dat niet mag voor religieuze organisaties. Zouden cultuurhuizen, sportclubs, restaurants en cafés in Nederland, vanuit die logica beschouwd, dan niet best overwegen om zich voortaan als religie te ‘vermommen’ opdat ze dan ook een uitzonderingspositie krijgen? Het is alvast tekenend dat in de Verenigde Staten het conservatieve congreslid Lauren Boebert liet weten dat hij de coronaregels met de voeten zou treden door een ‘begrafenis’ te houden voor de kalkoen die zou worden gegeten. “In Colorado, Thanksgiving is limited to 10 people, but funerals are limited to 30. So I’m going to have a peaceful funeral for a turkey and have about 30 people at my house.” https://www.foxnews.com/politics/rep-elect-lauren-boebert-plans-thanksgiving-funeral-for-dead-turkey-in-defiance-of-colorado-guidelines

Religieuze uitzonderingen?

Ook in tijden van Covid-19 is er dus de vraag over hoe een samenleving met religie omgaat. Hoe ver reikt de vrijheid die individuen krijgen om zich op een religieuze wijze te uiten en te organiseren? En, hoe kan de samenleving precies worden beschermd tegen de invloed die uitgaat van religie (hoe moet de scheiding tussen kerk en staat precies gedacht worden)? Waarom zouden we religie begrijpen als een aparte rechtscategorie op basis waarvan mensen bijvoorbeeld uitzonderingen mogen claimen op algemene wetten?

In heel wat landen zien we dat religieuze claims inderdaad een voetje voor hebben. Waarom zouden we toestaan dat druggebruik verboden is, behalve bij religieuze rituelen (peyote bij native Americans)? Waarom wordt het in Engeland de Sikh toegestaan zonder helm een bouwwerf te betreden of met een motorfiets te rijden? Waarom zouden we onderwijs verplicht maken tot 18, behalve voor bepaalde religies (Amish in Amerika)? Waarom zouden we het onverdoofd slachten van dieren verplichten, en uitzonderingen toekennen aan bepaalde religies? Is het rechtvaardig wanneer we het curriculum voor het leerplichtonderwijs enten op wetenschappelijkheid, maar toch grondwettelijk vastleggen dat er twee uur godsdienst wordt gegeven waarin de levensbeschouwelijke instanties vrij spel krijgen om leerlingen zaken aan te leren die indruisen tegen de voorlopig beste wetenschappelijke kennis? De lijst is behoorlijk lang. De voorbeelden zijn om verschillende redenen controversieel.

Ten eerste kan men zich de vraag stellen waarom er überhaupt uitzonderingen moeten worden gegeven. Wat zegt het over een overheid wanneer zij regels uitvaardigt, maar wel toelaat dat die worden overschreden? Zijn die wetten dan niet goed? Ondermijnt dat niet het gezag van de overheid en het algemene respect voor bepaalde wetten?

Ten tweede kan men zich afvragen waarom er dan enkel uitzonderingen zouden moeten zijn voor religies. Worden religies niet bevoordeeld? Denk hier nog even terug aan hoe Nederland verwacht dat alle seculiere organisaties zich strikt aan de Coronamaatregelen houden, terwijl kerken een uitzonderingsrecht krijgen. Als men uitzonderingen toestaat op grond van religieuze redenen, wat dan met seculiere redenen?

Ten derde is het niet duidelijk wat religies eigenlijk zijn. Heeft een hanteerbaar (grond)recht geen duidelijk afgebakend rechtsobject nodig?

Godsdienstvrijheid anno 2020

In een geseculariseerde samenleving klinkt die (grondwettelijke) beklemtoning van het religieuze wat anachronistisch. Waar het eertijds evident was dat er heel specifiek iets over godsdienst moest gezegd worden, is het dat vandaag minder. Waarop godsdienstvrijheid aanstuurt, is (1) de liberale vrijheid het leven te kunnen vormgeven naar eigen goeddunken, dus ook als dat op een niet religieuze wijze is en (2) de zekerheid dat de overheid neutraal blijft en dus geen enkele visie op het goede leven moedwillig bevoorrecht of benadeelt. Waar die vrijheid voorheen quasi vanzelfsprekend religieus werd ingevuld, is het dat niet meer. We hebben daarom allicht een moderne vertaling nodig van dat vrijheidsrecht omdat het door het te koppelen aan godsdienst eigenlijk al vanaf het prille begin semantisch en conceptueel wordt vernauwd. Een vrijheidsrecht verdraagt dat soort vernauwing eigenlijk niet.

Corona maakt veel wonden en legt ook op heel wat wonden de vinger. Dat de discussie over de betekenis van de godsdienstvrijheid niet echt op het voorplan kwam, heeft er wellicht mee te maken dat de meeste religieuze organisaties de coronarichtlijnen gelukkig wel goed opvolgen. Een blijk van naastenliefde?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content