‘Tv-programma Astrid en Natalia lijkt wel een vakantie, maar dat is armoede niet’

© Beeld VTM
Adriaan Cartuyvels

Armoedeporno of sensibilisering van een prangend probleem? Het nieuwe VTM-programma Astrid en Natalia back to reality doet veel stof opwaaien. ‘Als je het voorstelt alsof mensen het “even kunnen uitproberen” en het dan weer ophoudt, is dat funest’, zegt Baldwin Van Gorp (KU Leuven).

Armoede scoort op de buis. Elke paar maanden maakt televisiekijkend Vlaanderen zich weer op voor een nieuwe reeks rond het thema. Dat is volgens experts niet altijd een slechte zaak. Het kan het probleem in de kijker zetten, zoals de Pano-reeks Arm Vlaanderen tien jaar geleden al deed, en vorig jaar opnieuw. We leerden dat er nog altijd ruim 100.000 Vlaamse kinderen en jongeren in armoede opgroeien en dat het voor hen verdomd moeilijk is om daaruit te geraken.

Anderzijds verbranden tv-makers zich soms aan het ‘mediatiseren’ van armoede. Chipsvingers aflikken terwijl bekende Vlamingen achterovervallen omdat ‘hun nieuwe huis geen parket heeft’ of ‘de auto geen airco’: dat laatste gebeurde in Astrid en Natalia back to reality, waarin de twee BV’s een maand lang van het minimuminkomen leven. Het nieuwe programma voelt voor professor Baldwin Van Gorp, professor sociale wetenschappen aan KU Leuven en voorzitter van het Instituut voor Mediastudies, als een schop in het gezicht van iedereen die op het einde van de maand moeilijk kan rondkomen, maar het toch doet. Want ‘armoede’, zo benadrukt Van Gorp, ‘is geen keuze’.

Altruïsme

In een reactie liet men bij VTM2 weten dat ze bewust hebben gekozen voor ‘een lichte toon’, omdat ‘niet iedereen zit te wachten op een klassieke reportage’. Ze willen gewoon ‘een fijn programma’ maken. En net daar wringt het schoentje volgens Van Gorp, die onderzoek doet naar framing van armoede in de media. ‘Die lichtzinnige toon, met een muziekje op de achtergrond, in volle zomer en het “vooral gezellig willen maken”, voelt wrang. Het lijkt wel een vakantie, maar dat is armoede niet.’

Armoede is geen keuze.

Verder is het volgens de professor problematisch dat de mensen over wie het gaat volledig aan de kant zijn geschoven. ‘Mensen in armoede worden vervangen door twee vedetten die spelen alsof ze arm zijn. Daardoor vervallen de makers te gemakkelijk in een entertainmentformule en spiegelen ze te weinig aan mensen die écht in armoede leven.’

Het belangrijkste probleem voor Van Gorp is dat het programma bepaalde vooroordelen en clichés dreigt te versterken. ‘De essentie van armoede is dat het geen keuze is’, zegt de professor. ‘Als je het voorstelt alsof mensen het “even kunnen uitproberen” en het dan weer ophoudt, is dat funest. De beeldvorming rond armoede gaat hier echt mis. Ik denk niet dat mensen in armoede bij het kijken van dit programma zullen zeggen: “Oef, eindelijk aandacht voor ons probleem”.’

Van Gorp noemt het ‘berekend altruïsme’. De twee vrouwen spenderen wat aandacht aan liefdadigheid, sussen hun geweten en gaan dan weer door met hun normale leventje. ‘Ze zien het als leerschool. Zo van: “Iedereen zou eens af en toe in armoede moeten leven.” Dat zijn denkkaders die juist te vermijden zijn.’

Voor structurele oorzaken achter armoede en de moeilijkheden om eruit te raken is geen ruimte, met alle gevolgen van dien. ‘Dit helpt mensen in armoede niet vooruit’, zegt Van Gorp. ‘Integendeel, hier worden clichés versterkt. Het programma heeft maatschappelijke gevolgen. Ze doen het lijken alsof het allemaal wel meevalt. Dat is controverse opzoeken op de kap van mensen in armoede. Die kant moeten we echt niet opgaan.’

Ik denk niet dat mensen in armoede bij het kijken van dit programma zullen zeggen: ‘Oef, eindelijk aandacht voor ons probleem.’

Cliché

Dat er andere manieren zijn om het probleem aan te kaarten, bewijzen eerdere voorbeelden. In het VRT-programma Zorgen voor mama bijvoorbeeld, liet Kristel Verbeke de dagelijkse worstelingen zien van zes mama’s in armoede. Zes mama’s die het beste met hun kinderen voor hadden, maar daar niet altijd in slaagden.

‘Het tonen van mensen in armoede is belangrijk’, zegt Van Gorp. ‘Tonen dat het geen keuze is en dat het iedereen kan overkomen, kan leiden tot een belangrijk besef. Mensen vechten vaak hard, maar de samenleving laat het soms niet toe om eruit te raken. Dat beseffen mensen te weinig.’ Makers moeten daarvoor verder gaan dan de clichés, vindt Van Gorp, en durven om verschillende frames te tonen. ‘Enkel met verschillende invalshoeken kun je de complexiteit van dit probleem vatten.’

Maar ondanks ‘minder problematische’ voorbeelden blijft het aartsmoeilijk om armoede op een ‘goede’ manier in de media te brengen. Het is een complex verhaal met veel kanten en volgens Van Gorp is daar steeds minder plaats voor in onze media. Die moeten vooral ‘snel gaan’ en ‘leuk zijn’.

‘Misschien moeten we dan wel concluderen’, zegt de professor, ‘dat televisie en entertainmentprogramma’s niet het geschikte medium zijn om een complex probleem als armoede over te brengen. Ze kunnen niet de diepgang bieden die nodig is om ten gronde over armoede na te denken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content