Vrijdaggroep

‘Tijd voor een Belgische minister zonder portefeuille? Lessen uit Taiwan’

Kande Kazadi van de Vrijdaggroep gaat na wat het Taiwanese systeem, met een coöperatieve digitale democratie, voor de Belgische politiek zou kunnen betekenen.

In 2016 werd Audrey Tang de jongste Taiwanese minister ooit. Niet zomaar een minister, maar een minister zonder portefeuille. Voortkomend uit de progressieve “Sunflower movement”, was het haar verantwoordelijkheid om de verschillende departementen in de regering beter te helpen communiceren naar de burger alsook informatie eenvoudig publiek beschikbaar te maken. Zelf omschrijft ze zich eerder als een “liaison” tussen burger en de staat.

Een minister zonder portefeuille, ofwel een minister zonder leiding over een specifiek departement, is er in België, net zoals de avondklok, niet meer geweest sinds de Tweede Wereldoorlog. Toen werden leden van de oppositie opgenomen in een regering van nationale eenheid. Is de tijd misschien rijp om, naar Taiwanees model, een Belgische minister zonder portefeuille aan te stellen, die als enige doelstelling heeft, met behulp van technologie, de link tussen overheden en de samenleving te versterken?

Tijd voor een Belgische minister zonder portefeuille? Lessen uit Taiwan.

België heeft, op Frankrijk na, één van de hoogste overheidsuitgaven per capita van Europa . Tegelijk is het vertrouwen in de politieke instellingen van het land laag. De vraag is of een minister zonder portefeuille, noem het een minister van coöperatie, de “maïzena” is die ontbreekt in het Belgische ecosysteem? Valt de Taiwanese aanpak, met een coöperatieve digitale democratie, te dupliceren?

In maart 2020, had Taiwan, zoals vele landen, een probleem met de beschikbaarheid van mondmaskers. Nadat een burgerinitiatief dat, via crowdsourcing, de beschikbaarheid van maskers in kaart bracht, opgemerkt werd door minister Tang ondernam ze actie. Tang overtuigde de premier van Taiwan snel om alle data met betrekking tot masker stocks openbaar te maken en onmiddellijk ook stuurde ze een uitnodiging naar vooraanstaande hackers in Taiwan om “met de data te spelen zoals ze wilden”. Op deze manier werd de hele bevolking efficient van maskers voorzien dankzij de informatie die vindbaar was in de verschillende ontwikkelde apps en distributiekanalen. Deze snelle mobilisatie is één van de redenen waarom Taiwan een van de minst getroffen landen ter wereld is tijdens deze pandemie.

Wat als een Belgische minister voor coöperatie de link zou leggen tussen een overheidsapparaat en privé-organisaties? Zou het mogelijk zijn dat de competenties en expertise van de Tomorrowland-organisatoren, gebruikt kunnen worden voor de bewustmaking en praktische organisatie van de vaccinatiecampagne?

Zowel nationaal als lokaal maakt Taiwan gebruik van software (Pol.is) die, met behulp van artificiële intelligentie, conversaties met een groot aantal deelnemers uit de bevolking modereert. Het doel is de meest gedragen prioriteiten te laten doorvloeien tot bij beleidsmakers. Deze aanpak zorgt ervoor dat de prioriteiten van de bevolking worden voorgelegd aan de overheid. In tegenstelling tot van de prioriteiten van de overheid die worden voorgelegd aan de burger.

De data tonen aan dat burgers van links tot rechts, mits de juiste moderatie, over het merendeel van onderwerpen gezamenlijke consensus bereiken. Met behulp van software wordt vermeden dat er onnodig wordt ingezoomd op de 1% meest polariserende onderwerpen, maar net op de 99% waar consensus over bestaat. Experimenten met dit model in de Verenigde Staten tonen ook aan dat dit burgerparticipatie toelaat over partijgrenzen heen.

Wat als een Belgische minister voor coöperatie dit soort conversaties zou kunnen aanwakkeren? Zou het mogelijk zijn dat er consensus wordt bereikt over onderwerpen zoals de rol van religie, racisme, en migratie, zonder in de val van de polarisering te trappen?

In Taiwan woedde enkele jaren geleden een heftige discussie omtrent de juridische status van Uber. Door middel van gemodereerde publieke participatie op het platform vTaiwan, is er een breed gesteund regulerend kader gekomen voor Uber in Taiwan in 2016.

Wat als een Belgische minister voor coöperatie, participatieve methoden voor het maken van breed gedragen wetgeving zou hebben aangereikt aan de Brusselse regering? Zou Brussel dan in maart de wereldpers hebben gehaald door aan te kondigen dat Uber chauffeurs geen gebruik meer mochten maken van hun smartphone?

Men zou kunnen argumenteren dat experimenteren met dit soort democratische vernieuwing meer geschikt is voor jongere democratieën zonder een jarenlange erfenis van representatieve democratie. Men kan echter ook argumenteren, dat net de complexiteit van het Belgische model, en de toenemende kritiek op haar effectiviteit en efficiëntie des te sterker de nood versterkt voor een minister zonder portefeuille. Een minister voor coördinatie, communicatie en democratische vernieuwing.

Kande Kazadi is Associate Partner bij adviesbureau Bain & Company, en lid van de Vrijdaggroep.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content