Spoedarts Natalie Eggermont: ‘Er vloeien al eens tranen, ja’

Natalie Eggermont, spoedarts in AZ Delta. © Belga
Simon Demeulemeester

Op spoedafdelingen is het verdacht rustig. Te rustig, zegt spoedarts Natalie Eggermont. ‘Ik hou mijn hart vast voor wat we binnen een paar weken achter al die gesloten deuren gaan vinden.’

Het is opvallend rustig op de spoedafdelingen in ons land. Klinkt tegenstrijdig in tijden van coronacrisis? ‘Mensen komen sowieso niet graag naar het ziekenhuis’, zegt Natalie Eggermont, spoedarts in ziekenhuis AZ Delta, met campussen in Roeselare, Menen en Torhout, én PVDA-politica. ‘Wie aankomt op de spoedafdeling is er vaak aan de haren naartoe gesleept door een partner of een thuisverpleegkundige. Nu je op de spoed besmet kunt raken met het coronavirus, is er een extra reden voor mensen om het ziekenhuis mijden.’ Ook en zelfs wanneer ze zich in een zorgwekkende fysieke toestand bevinden, zegt Eggermont. ‘Wij kregen vorige nacht een telefoon van een man die overdag met een zaag in zijn hand had gesneden. Zijn vrouw had de wonde opgelapt, zo probeerde hij ons te sussen, en hij wilde gewoon weten of hij de antibiotica mocht opgebruiken die hij nog in zijn medicijnkastje had zitten. Wij hebben erop aangedrongen dat hij naar het ziekenhuis kwam om gehecht te worden, maar dat weigerde hij.’

Volgens Eggermont blijven mensen ook weg uit angst voor isolement. ‘Wie nu wordt opgenomen, weet dat hij of zij amper bezoek zal kunnen krijgen. Dat jaagt mensen schrik aan.’

De derde oorzaak is de meest zorgwekkende, vindt de spoedarts. ‘Normaal hoor je elke dag op de spoedafdeling mensen zeggen dat ze moesten komen van hun vrouw of zoon of de thuisverpleger. Dat hoor je nu niet meer. Het wijst op een onbedoeld neveneffect van de lockdown: de toegankelijkheid van de gezondheidszorg komt in het gedrang. ‘Blijf in uw kot’ houdt de virussen buiten, maar ook de sociale controle. Die valt weg en dat legt, onder meer, de onderbezetting in rusthuizen bloot. Door de grote werkdruk kan het een verpleegster gemakkelijk ontgaan dat een bejaarde man wat trager reageert of spreekt, wat op een beroerte kan wijzen. Normaal signaleren familieleden die op bezoek komen dat dan wel. Nu die bezoeken wegvallen, melden zich ook opmerkelijk minder mensen aan met een hartaanval of een beroerte.’

Betekent dat dat er nu onnodig dodelijke slachtoffers vallen?

Natalie Eggermont: Vorige week donderdag zijn hier drie patiënten op Intensieve Zorg binnengekomen, niet coronagerelateerd. Daarvan zijn er inmiddels twee overleden. Ik vraag me inderdaad af of dat ook zou zijn gebeurd zonder crisis. Niet dat wij hen niet voldoende kunnen behandelen. We zien gewoon vaker mensen binnenkomen met vergevorderde ziektes. Mensen onderschatten dat, bijvoorbeeld, wanneer je een simpele urineweginfectie niet behandelt, dat kan leiden tot nierfalen. Dat is dodelijk. Ik vrees dat er heel wat mensen stilletjes aan het wegkwijnen zijn thuis. Fysiek en mentaal. Ik hou mijn hart vast voor wat we binnen een paar weken achter al die gesloten deuren gaan vinden.

‘De overheid moet glashelder communiceren dat je nog steeds naar de spoedafdeling móét komen als je ziek of gewond bent’

Wat kan daaraan worden gedaan?

Eggermont: De overheid moet glashelder communiceren dat je nog steeds naar de spoedafdeling mag en zelfs móét komen als je ziek of gewond bent. Lockdown of niet. Ik heb het gevoel dat die boodschap nu minstens wat wordt afgeremd, uit angst voor een tekort aan ziekenhuisbedden. We moeten mensen niet afschrikken om de hulp te zoeken die ze nodig hebben, maar wel in extra capaciteit voorzien.

Dat gebeurt toch? Jan Eyckmans, woordvoerder van de FOD Volksgezondheid, zei in De Standaard zelfs dat de capaciteitsuitbreiding in onze ziekenhuizen te vergelijken is met de krachttoer in China, waarbij ze razendsnel nieuwe ziekenhuizen hebben gebouwd.

Eggermont: Dat is een ongeziene prestatie, inderdaad. Maar de tekorten in de gezondheidszorg zijn niet geslagen door de coronacrisis. Die legt ze alleen maar pijnlijk bloot. Experts waarschuwen al meer dan tien jaar dat er te weinig mondmaskers zijn. In ons ziekenhuis is er ’s nachts geen arts op de spoedafdeling wanneer de Mobiele Urgentiegroep (MUG) moet uitrukken. Al jaren zeggen we dat dat een probleem is. Al even lang krijgen we als antwoord: ‘Het gaat toch?’ Ja, tot er eens iets ernstigs gebeurt. De coronacrisis toont aan dat een gezondheidszorgstelsel niet permanent op het minimum kan draaien. Een degelijk zorgstelsel heeft buffers nodig.

De Belgische aanpak van de coronacrisis wordt toch geroemd? ‘België is een voorbeeld’, zegt viroloog Ab Osterhaus, de Nederlandse evenknie van onze Marc Van Ranst.

Eggermont: We verdienen lof omdat wij redelijk snel in softe lockdown zijn gegaan, in tegenstelling tot het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Nederland. En we hebben geleerd van China en Italië hoe belangrijk isolatie is. Op dat vlak, zegt de Wereldhandelsorganisatie en daar ben ik het mee eens, heeft België het goed gedaan. Wel kan je discussiëren over sommige sectoren waarin wel nog gewerkt wordt. Kappers hebben te lang moeten wachten op een algemeen verbod. En waarom wordt er in de metaalindustrie en de bouw nog gewerkt? Tenzij ze daar essentiële goederen produceren, nodig in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus, vraag ik me af waarom we dat risico nog nemen. Alle niet-essentiële sectoren moeten gewoon dicht.

‘Als dokter zeg ik: je m’en fous over al die extra miljarden die we later zullen moeten ophoesten’

Volgens de Amerikaanse president Donald Trump schaadt dat de economie meer dan het virus zelf. In België zeiden ook econoom Geert Noels en N-VA-voorzitter Bart De Wever dat, al zijn ze daar intussen op teruggekomen.

Eggermont: De coronacrisis is twee crisissen in een: één voor de volksgezondheid en één voor de economie. Ik heb de afgelopen dagen vier mensen gezien die een arbeidsongeval hadden gehad en me vertelden dat ze onder druk gezet worden door hun baas om te blijven of zelf beslissen om dat te doen omdat ze anders hun lening niet kunnen aflossen. Veel mensen houden nu al aan het eind van de maand weinig over. Wat moet het dan zijn wanneer je in tijdelijke werkloosheid terechtkomt en dus op 70 procent van je inkomen terugvalt? Het is goed dat hypothecaire leningen kunnen worden opgeschort en er premies komen, maar wellicht zal er nog extra steun nodig zijn. De overheid moeten mensen ondubbelzinnig geruststellen dat ze kúnnen kiezen voor hun gezondheid.

Het is toch een pijnlijke waarheid dat het geld daarvoor ooit op tafel moet worden gelegd?

Eggermont: Als dokter zeg ik: je m’en fous over al die extra miljarden die we later zullen moeten ophoesten. Natuurlijk moeten we de economische schade maximaal beperken. Maar niet door de risico’s voor de volksgezondheid groter te maken en daardoor mensen onnodig te laten overlijden. Dan kies je als samenleving voor winst boven levens. Dat is een beslissing die ik als arts niet kan en niet wil nemen.

Het Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling en de parketten vragen extra aandacht voor toenemend huiselijk geweld. Verslavingsexperts doen dat ook voor drank-, gok- en drugsverslaafden. En ook sekswerkers lijden extra hard onder de coronacrisis. Merken jullie dat op de spoedafdeling?

Eggermont: Wij niet, maar een collega-huisarts zei me dat ze zich ernstig zorgen maakt over mensen met psychische problemen, alleenstaanden zonder netwerk, kinderen die mishandeld worden door de mensen met wie ze nu de klok rond samen moeten zitten. In het psychiatrisch ziekenhuis van Menen vangen ze enkel nog mensen op die in een zware crisissituatie zitten, mobiele teams die psychiatrische zorg aan huis geven komen niet meer. Die mensen hebben niet de veerkracht om deze fundamentele ommezwaai in onze leefsituatie te incasseren. Zij krijgen nu rake klappen. Sommigen zelfs letterlijk.

Er zijn ook positieve kanten aan deze crisis. Overal ontstaan solidariteitsacties.

Eggermont: Dat is hartverwarmend, ja, zeker in een maatschappij waarin het soms lijkt dat het ieder voor zich is. Ik heb nog nooit zoveel naar mijn grootouders en ouders gebeld als de laatste weken. Ook veel lokale besturen nemen hun verantwoordelijkheid op. Zo heeft Kortrijk een platform opgezet waar mensen elkaar hulp kunnen aanbieden. Het sociale weefsel behouden is nu cruciaal. Het is goed dat dat ook gedaan wordt. Onze kracht als soort zit in onze sociale vaardigheden. De leugen dat we geen sociaal wezen zijn, gaat vandaag mooi onderuit. Wie dat ooit nog zegt, zal ik aan deze coronacrisis herinneren. (lacht)

Denkt u dat het hervonden respect voor de zorg blijvend zal zijn?

Eggermont: Ik hoop het. Wanneer ik naar het ziekenhuis rijd, zie ik witte lakens en wanneer ik er aankom, zijn er taart en pralines. Heel fijn. Daar is op de werkvloer veel dankbaarheid voor. Tegelijk voel ik veel boosheid over de jaren van besparingen. Als we later moeten discussiëren wie de factuur van alle crisismaatregelen moet betalen, dan hoop ik dat het niet de mensen zullen zijn die nu aan het pompen zijn om ons collectief niet te laten verzuipen. Een verpleegkundige merkte op dat als we één F-35-straaljager minder hadden aangekocht en het geld daarvoor hadden besteed aan mondmaskers, we nu niet met een tekort hadden gezeten. Hij heeft gelijk. Met die vliegtuigen kan je niet op het virus schieten, hè.

Psycholoog Ernst Koster (UGent) uitte in Knack zijn bezorgdheid over de hulpverleners. ‘Zij mogen niet na een paar weken of maanden onderuitgaan. Niet voor zichzelf en niet voor de samenleving.’ Hoe schat u het moreel onder de troepen in?

Eggermont: Ik merk dat veel verpleegkundigen het zwaar beginnen te krijgen. Er vloeien al eens tranen, ja. Zoals ik al zei, mensen hebben schrik van ons omdat we potentiële besmetters zijn. Je mag de impact daarvan niet onderschatten. Sommige collega’s leven gescheiden van bed en bad met hun partners. ‘Je mag mama geen kusjes of knuffels meer geven,’ zei de man van een collega tegen hun kinderen. Zoiets komt aan. Ook op de werkvloer vallen de knuffels en de schouderklopjes weg. Zelfs eens bemoedigend lachen naar een collega kan niet. Je ziet geen vertrouwde gezichten meer, maar gemaskerde mensen. We nemen dat er allemaal bij, hoor. Maar het begint echt zwaar te wegen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content