‘Rellen zijn geen bewijs van een falend systeem, maar een inherent risico’

‘Zolang er mensen leven zullen er nog rellen zijn. Een eerlijke afweging tussen kosten en baten van steeds meer maatregelen is dus aangewezen’, schrijft Lode Cossaer over de voorstellen uit politieke hoek na de rellen aan de kust van afgelopen weekend.

Het politieke opbod om strenger, harder en met meer middelen op te treden kon niet uitblijven, na de vechtpartij in Blankenberge van het voorbije weekend. Dit is paniekvoetbal veroorzaakt door een (herkenbaar) maatschappelijk fenomeen, met name Brusselse jongeren die rellen, zonder stil te staan bij vragen over politieke overreach. Pieter De Crem pleitte voor een plaatsverbod, Theo Francken riep de commissie binnenlandse zaken samen om enkele wetsvoorstellen te laten stemmen en zelfs Open Vld ging in het opbod mee met dreigende taal van ‘lik-op-stuk-aanpak’, onmiddellijke inning van GAS-boetes en snelrecht.

In de eerste plaats moeten politici niet vragen om meer, andere of hardere regels, maar zich de vraag stellen: Kunnen onze politiediensten en rechtbanken dit met de huidige regels voldoende aanpakken? En, zo ja: moeten we dan nog wel bijkomstig optreden?

Rellen zijn geen bewijs van een falend systeem, maar een inherent risico.

Een ongemakkelijk element dat velen in deze discussie lijken te vergeten is dat de optimale hoeveelheid ‘crapuulgedrag’ niet nul is. Er is een maatschappelijk punt waarbij het proberen verlagen van crapuulgedrag simpelweg ’te duur’ wordt.

In ons privéleven maken we ook de afweging tussen risicovermijding en werkelijke risico’s. Denk bijvoorbeeld aan het dragen van een fietshelm. Velen onder ons maken die ‘kost’ niet, ondanks de grotere veiligheid die een helm biedt. Op maatschappelijk niveau is iets gelijkaardigs aan de hand: we geven geen extra miljoenen euro’s uit om één extra handtassendiefstal te vermijden. Maar in het huidige debat spelen niet alleen financiële overwegingen.

Zelfs in het beste geval waarbij forsere repressie zou leiden tot minder onaanvaardbaar gedrag, en dat wordt betwist, is er een reële kost: Harder en strenger optreden verhoogt het risico op politioneel en juridisch misbruik. Politioneel, want frequenter en met hardere hand optreden zal ook een ‘overstromingseffect’ hebben waar de hardere hand ook meer gebruikt wordt op kleinere afwijkingen. Dit veroorzaakt een verhoging van de criminalisering en stigmatisering waar dit niet hoeft. Dit heeft op zijn beurt een reëel risico op de ondermijning van het respect voor de politie. De ‘tough on crime’-attitude in de USA is wat er voor gezorgd heeft dat ze het land zijn met tot 6 keer meer gevangenen per hoofd dan België, met permanente instabiliteit, armoede en… misdaadproblemen bij grotere lagen van de bevolking dan hier.

Juridisch want verhogen van het aantal beklaagden veroorzaakt dat een nu al overbelast juridisch systeem nog meer onder druk komt te staan, wat alleen maar het risico op fouten, zowel in welke cases die vervolgd worden als in de seponeringen, kan verhogen.

De permanente preventieve aanpak van enkele jongeren vraagt een disproportioneel misbruik van middelen en machtsvertoon dat de democratische rechtsstaat onder druk zet. Relschoppers kunnen eender waar in België problemen veroorzaken. Het is zinloos om hen enkel de toegang tot de kust te ontzeggen, dus moet de repressie over het hele land uitgerold worden. Het voorstel van de politievakbond om mensen systematisch toestemming te laten aanvragen om zich te mogen verplaatsen naar de kust is daarbij maar één enkel grotesk voorbeeld van de verregaande onevenredigheid van de reactie. Dat rechtspraak sneller, efficiënter en gepaster kan is waar, maar daarvoor hebben we geen nieuwe wetten of strafmaten voor nodig.

De juridische en politionele middelen bestaan nu al. Als we kijken naar de beelden in Blankenberge zien we dat de politie snel, kordaat en zonder disproportioneel geweld is opgetreden. De politiek had dus kunnen concluderen: ‘Uitstekend, het systeem werkt’.

Zolang er mensen leven zullen er nog rellen zijn. Een eerlijke afweging tussen kosten en baten van steeds meer maatregelen is dus aangewezen. We willen immers geen samenleving zijn waar rellen onmogelijk zijn: de maatschappelijke kost daarvan is immers een samenleving waar de controle op mensen – niet alleen vechtersbazen maar iedereen – totaal is. De optimale hoeveelheid ‘crapuulgedrag’ is niet nul. Een vrije samenleving kan die kosten niet verantwoorden.

Rellen zijn geen bewijs van een falend systeem, maar een inherent risico. Het sprookje van perfecte discipline zonder negatieve neveneffecten wordt dan wel door politici verteld aan hun kiespubliek, maar een volwassen bevolking hoeft daar niet in te geloven.

Lode Cossaer doet onderzoek naar politieke filosofie aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte aan de KU Leuven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content