Regering toch niet in beroep tegen opgelegde terugkeer tien kinderen van IS-strijders

In het Syrische vluchtelingenkamp Al-Hol verblijven kinderen van Belgische IS-strijders © Reuters

De regering gaat dan toch niet in beroep tegen de uitspraak van de Brusselse kortgedingrechter die ons land dwingt om het voor tien kinderen van Belgische IS-strijders vanuit Syrië naar ons land terug te keren. Dat heeft minister van Buitenlandse Zaken Philippe Goffin (MR) gezegd in de Kamercommissie Buitenlandse Zaken.

De Belgische regering moet, volgens de op 11 december uitgesproken beschikking van de kortgedingrechter, aan de tien kinderen consulaire bijstand verlenen en hen identiteits-, administratieve of reisdocumenten bezorgen die hen in staat stellen om onder begeleiding vanuit Syrië naar België te komen.

De kinderen verblijven in het vluchtelingenkamp Al-Hol, samen met hun moeders, aan wie volgens de rechter dan weer geen consulaire bijstand of documenten moeten worden verleend. De kortgedingrechter legt de Belgische staat ook een dwangsom op van 5.000 euro per dag vertraging en per kind. De dwangsommen beginnen te lopen als het vonnis niet uitgevoerd is zes weken na betekenis. De staat heeft dus nog tot eind januari of begin februari de tijd.

Daags na de uitspraak had minister van Justitie Koen Geens (CD&V) gezegd dat de regering “de gewoonte heeft” om in dit soort zaken beroep aan te tekenen. De regering heeft de uitspraak nu onderzocht en heeft beslist niet in beroep te gaan.

Volgens de minister onderzoekt het departement hoe aan de uitspraak tegemoet gekomen kan worden. Grootste struikelblok lijkt daarbij de toestemming van de moeders om de kinderen zonder hen te laten vertrekken. Ons land wil volwassen Syriëstrijders immers niet actief terughalen.

Partner Content