Raadkamer Gent behandelt maandag verwijzing Van Langenhove en elf medeverdachten

Van Langenhove
© Belga

De raadkamer in Gent buigt zich maandag opnieuw over de zaak rond Schild & Vrienden, waarbij het Oost-Vlaamse parket de verwijzing vraagt van oprichter Dries Van Langenhove en elf andere personen die banden hadden met de groepering. Als er geen vertragingsmanoeuvres meer opgeworpen worden, wordt de zaak maandagnamiddag gepleit voor de raadkamer.

Het parket Oost-Vlaanderen was een strafonderzoek gestart naar aanleiding van de Pano-reportage op 5 september 2018. Die toonde aan dat in geheime chatgroepen van Schild & Vrienden racistische en antisemitische berichten gedeeld werden.

In juni 2019 werd Dries Van Langenhove officieel in verdenking gesteld. De Schild & Vrienden-oprichter werd vrijgelaten onder voorwaarden en moest onder meer een geleid bezoek volgen aan de Dossinkazerne in Mechelen. De plenaire vergadering van de Kamer hief in maart 2021 zijn parlementaire onschendbaarheid op. Van Langenhove zelf heeft de beschuldigingen altijd ontkend en zegt dat hij hoopt op een buitenvervolgingstelling in het dossier rond Schild & Vrienden.

De Gentse raadkamer moet beslissen of Dries Van Langenhove en de andere verdachten zich voor de correctionele rechtbank moeten verantwoorden, maar de verdediging van Van Langenhove diende bij de eerste zitting een jaar geleden een verzoekschrift tot bijkomende onderzoekshandelingen in. Het verzoekschrift kwam er na de beslissing van onderzoeksrechter Annemie Serlippens om zich terug te trekken na het wrakingsverzoek van Van Langenhove, die aanvoerde dat Serlippens partijdig was.

Daarna volgde nog een verzoekschrift bij het Hof van Cassatie wegens wettige verdenking, omdat een van de burgerlijke partijen in de zaak een gepensioneerde magistraat is die verbonden was aan het hof van beroep in Gent. De verdediging meende dat er een schijn van partijdigheid is waardoor de huidige raadsheren in het hof van beroep niet zouden mogen oordelen over de zaak, maar het Hof van Cassatie zag echter geen redenen om de zaak aan het Gentse hof van beroep te onttrekken.

Daarna volgde een door de verdediging gevraagde controle van de regelmatigheid van de rechtspleging door de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Gent. De KI oordeelde dat er een schijn van partijdigheid door de onderzoeksrechter was opgewekt, maar dat leidde niet tot de nietigverklaring van stukken uit het dossier.

Partner Content