André Flahaut (PS)

‘Privatisering bij Defensie? Het leger kan niet zonder meer gezien worden als een bedrijf’

André Flahaut (PS) Minister van Staat en minister van Begroting en Ambtenarenzaken in de Franse Gemeenschapsregering

‘De budgettaire beperkingen hebben vanzelfsprekend gevolgen voor de fysische en psychische gezondheid van onze militairen’, schrijft André Flahaut (PS).

Onlangs werd duidelijk dat het aantal militairen dat in 2017 gerepatrieerd werd voor medische redenen een pak hoger lag dan in 2016. Minister van Landsverdediging Steven Vandeput (N-VA) wist in een reactie hierop alleen te verwijzen naar de lage kostprijs van de repatriëringen.

Deze reactie is quasi onopgemerkt gebleven, maar getuigt, nog maar eens, van de enge en zuiver boekhoudkundige logica van de N-VA-minister. Hij blijft volgens mij blind voor de concrete situaties van onze militairen in het buitenland. Voor hem en zijn partij tellen alleen de cijfers, de besparingen en de vermindering van het aantal militairen. Het menselijk aspect is voor hem niets meer dan een boekhoudkundige variabele.

De verhoging van deze evacuaties laat echter veel meer zien: het is een alarmsignaal waar niet licht over mag gegaan worden. Het is een waarschuwing nopens de staat van fysische uitputting van het personeel van Landsverdediging, dat niettegenstaande alles, verder blijk geeft van voorbeeldige inzet, moed en professionalisme. Toch kunnen we niet anders dan vaststellen dat de arbeidsomstandigheden van de vrouwen en mannen die in onze krijgsmacht dienen, de jongste jaren sterk achteruit zijn gegaan.

Onze Belgische militairen worden steeds vaker in buitenlandse operaties ingezet. Als gevolg daarvan hebben onze soldaten minder tijd om te oefenen en zich voor te bereiden; minder tijd voor vorming, minder tijd om tussen twee missies tot rust te komen. Sedert de aanvang van deze legislatuur verminderen het aantal trainingsdagen voor de operationele voorbereiding voortdurend. Het zelfde geldt voor de kredieten voor training, wat dan weer problemen stelt van inzetbaarheid.

Deze budgettaire beperkingen hebben vanzelfsprekend gevolgen voor de fysische en psychische gezondheid van onze militairen. Hun frustraties, verwarring en gebrek aan hoop kunnen niet langer miskend worden, en staan in schril contrast met het gebrek aan aandacht en waardering voor hen vanwege hun ‘politieke verantwoordelijken’. Als we bovendien weten dat de ervaring van sommige rekruten zich heden ten dage vaak beperkt tot bewaking op straat, is het niet te verwonderen dat de motivatie van vele militairen halfstok hangt.

Privatisering van Landsverdediging

Die boekhouderslogica en het manifeste gebrek aan aandacht voor het menselijk aspect vinden we ook terug in de privatiseringslogica die Landsverdediging dezer dagen beheerst. De externalisering van een aantal secundair geachte taken wordt door de huidige N-VA-minister voorgesteld als pad van de verlichting. Catering, steun aan en bewaking van kazernes staan op zijn lijstje. De Koninklijke Militaire School en het Kwartier Commandant de Hemptinne in Heverlee worden in dit verband als pilootprojecten gezien.

Maar waarom koste wat kost privatiseren? Om de “core business” te vrijwaren, wordt ons gezegd. Dat is in mijn ogen Landsverdediging slecht kennen en niet begrijpen. De krijgsmacht kan, hoegenaamd niet zonder meer bekeken worden als een bedrijf. Landsverdediging is inde eerste plaats een reservoir van vele verschillende talenten; een plaats waar kennis en vaardigheden worden doorgegeven; een plaats van onderzoek en innovatie; een deel van onze geschiedenis en ons collectief geheugen; een levend aspekt van onze gemeenschappelijke toekomst… Defensie uit elkaar rijten is zeker niet de goede aanpak.

Een alomtegenwoordige en geniepige communautaire aanpak

Naast zijn kortzichtige visie op Landsverdediging, kan Vandeput moeilijk zijn bevooroordeelde en communautaire aanpak verhelen. Wij hebben hiervan op het einde van vorig jaar een merkwaardig voorbeeld gezien. Geplaatst voor het Franse voorstel om België voor 20 miljard Euro compensaties aan te bieden als onze F16’s zou vervangen worden door de Rafale, heeft de Minister van Landsverdediging geoordeeld dat dit aanbod “te mooi om waar te zijn” is. Deze ongegeneerdheid laat volgens mij een gebrek aan elegantie en respect zien tegenover onze Franse partners.

Onnodig te zeggen dat voor de N-VA het spel gespeeld is. De Amerikaanse F35 was van bij de aanvang gekozen. De vorm moet zelfs niet meer gerespecteerd worden. In die omstandigheden moeten de voorstanders van een Europese defensie zich maar gedragen en hopen dat de regerin- Michel zich zal herpakken tegenover de niet aflatende N-VA-sabotage van binnen de regering. Ondertussen zwijgen de andere meerderheidspartijen en tellen de slagen als waarachtige masochisten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content