Waarom wellicht ook uw pensioen zal dalen

7020 dagen moet u gewerkt hebben om de pensioenmalus te ontwijken. © James Albon
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

De pensioenhervorming van de ­regering-De Wever hakt er stevig in. Niet alleen ambtenaren worden geraakt, ook andere werknemers moeten goed opletten. Wie lang ziek was en toch vervroegd met pensioen wil, krijgt straks waarschijnlijk een malus.

Het is niet heel erg catchy, dat weten we, maar onderstaande cijfers uit het jaarlijkse rapport van de Studiecommissie voor de Vergrijzing schetsen het best de impact van de pensioenhervorming van de regering-De Wever. In dat rapport, dat aan het begin van de zomer werd gepubliceerd, rekende de studiecommissie de maatregelen uit het regeerakkoord door.

Eerste cijfer: tegen 2070 daalt de groei van de pensioenuitgaven met anderhalve procent van het bbp. Dat is meer dan een halvering van de groei, en alles welbeschouwd een enorme prestatie. Experts eisen al decennialang dat ons pensioenstelsel betaalbaarder wordt. Tweede cijfer: volgens de studiecommissie daalt de vervangingsratio – de verhouding tussen uw pensioen en uw laatste loon – van de pensioenen van werknemers tegen 2070 met negen procent en van ambtenaren zelfs met bijna twaalf procent. Het gemiddelde pensioen gaat dus serieus omlaag.

‘De hervorming is noodzakelijk. We moeten langer werken’, zegt Bea Cantillon, professor aan Universiteit Antwerpen. Cantillon was lid van de pensioencommissie die onder leiding van Frank Vandenbroucke (Vooruit) ondertussen meer dan tien jaar geleden een grote hervorming uitwerkte om ons pensioenstelsel betaalbaar te houden naarmate alle babyboomers met pensioen gaan. ‘De hervorming is een uitwerking van de belangrijkste aanbevelingen van de commissie. Het is een stap in de goede richting, met één belangrijke bedenking: de flankerende maatregelen, die het een en ander moesten verzachten, zijn helemaal weggelaten.’

Pensioenmalus

In het voorjaar leek het alsof de regering-De Wever het vooral op de ambtenarenpensioenen had gemunt. Die worden grondig hervormd en verlaagd, maar ook voor werknemers in de privésector verandert er veel. En inderdaad, in die hervorming komt een belangrijke aanbeveling van de commissie-Vandenbroucke terug: de link tussen het pensioen dat mensen krijgen en de effectief gewerkte dagen moet weer groter worden. Aan het pensioen voor iemand die stopt met werken op de wettelijke pensioenleeftijd – momenteel 66 jaar, vanaf 2030 67 jaar – verandert (bijna) niets, maar de voorwaarden voor een vervroegd pensioen worden strenger en duurder.

‘Dit is een hervorming voor zondagskinderen met een modelloopbaan.’

Zo telt een jaar straks pas vanaf 156 gewerkte dagen in plaats van 104. Bovendien komt daar eventueel een pensioenmalus – een vermindering van het pensioenbedrag – bij: ook als u met vervroegd pensioen kan, maar niet aan de (strengere) voorwaarden van de malus voldoet, zal uw pensioenbedrag zakken. Vanaf 2040 zal dat zelfs met vijf procent zijn per jaar dat u vroeger met pensioen wil gaan. Om die malus te ontwijken moet u een carrière hebben gehad van 35 jaar en minstens 7020 dagen effectief hebben gewerkt. Op de site van de federale pensioendienst wordt ter illustratie een fictief voorbeeld uitgewerkt waarbij ‘Jef’ 20 procent van zijn pensioen verliest. Volgens de studiecommissie worden 49 procent van de vrouwelijke en 22 procent van de mannelijke werknemers straks geraakt door een malus. In de eerste maanden van 2025 was de gemiddelde pensioenleeftijd dan ook maar 63 jaar en 11 maanden.

Waarom zijn we zo obsessief bezig met ons pensioen en onze oude dag?

Al vanaf volgend jaar zullen mensen de gevolgen van die malus ondervinden. Een aantal voordelen voor ambtenaren worden geleidelijk weggewerkt tot in 2062, maar in het algemeen treden de maatregelen van de hervorming bijzonder snel in werking. Dat is ook de reden waarom er de laatste weken en maanden zoveel meer mensen hun pensioen aanvroegen.

‘Aan het begin van volgend jaar zullen mensen met pensioen gaan zonder dat ze op voorhand weten of ze een malus kunnen krijgen of niet’, zegt Olivier Pintelon, adviseur voor de studiedienst van het ABVV. ‘We weten nog niet eens hoe die malus er precies zal uitzien. De maatregel is dus zeer retroactief: mensen worden volgend jaar met een malus gestraft voor iets waarvan ze hun hele carrière niet wisten dat het hen een deel van hun pensioen zou kosten. Wij bekijken met de vakbond of we daar stappen tegen kunnen ondernemen, maar de invoering van de malus moet op zijn minst worden uitgesteld.’

Langdurig zieken

Helemaal afgeklopt is de malus inderdaad niet. Voor de zomer gaf premier Bart De Wever al toe dat er eventueel nog kleine aanpassingen konden gebeuren aan de maatregelen. Voorlopig is de belangrijkste vraag of ziektedagen zullen meetellen om de malus te ontwijken of niet. De regering nam zich voor om daarmee een breuk met het verleden te maken: terwijl ziekte normaal altijd meetelt voor het pensioen, zou dat voor de malus niet langer gelden. Dat zou voor heel wat mensen een groot verschil kunnen maken. Van de ongeveer 500.000 langdurig zieken die België vandaag telt, zijn er zo’n 300.000 ziek geschreven tot aan hun pensioen. Frank Vandenbroucke bepleit als bevoegd minister een strengere aanpak: hij kondigde zopas aan dat hij 100.000 langdurig zieken opnieuw willen laten controleren. Maar veel langdurig zieken riskeren de rekening gepresenteerd te krijgen na hun pensioen.

Deze zomer stelde pensioenminister Jan Jambon een compromis voor, een ingewikkelde berekeningsformule die we u voorlopig zullen besparen. Maar de kritiek, bijvoorbeeld van Kom op tegen Kanker, blijft hard. Fractieleider Axel Ronse van de N-VA verdedigt nog steeds de beslissing. ‘Het is een redelijke en menselijke hervorming’, zegt Ronse. ‘Iemand in mijn naaste omgeving heeft kanker gehad en is langdurig ziek geweest, maar ik kan hem nog recht in de ogen kijken. Iedereen krijgt een volledig pensioen door tot 66 te blijven werken. Als men door ziekte niet meer kan werken, blijft men ook een ziekte-uitkering ontvangen tot 66 jaar en verliest men daarna niets. Enkel als iemand op vervroegd pensioen wil en niet aan de voorwaarden voldoet, krijgt die een malus.’

‘Politici moeten de moed hebben om tegen heel wat mensen te zeggen dat ze géén zwaar beroep hebben.’

Niet alleen de malus is nieuw. Voor langdurige werkloosheid, landingsbanen en eventueel ook brugpensioenen komt er een plafond van twintig procent voor de hele carrière. De maanden en jaren boven dat plafond tellen niet meer mee voor het pensioenbedrag. Zo’n plafond zou 43 procent van de werknemers treffen. Maar aangezien het minimumpensioen niet geraakt wordt door dat plafond, zou ‘maar’ een op de vijf gepensioneerden de gevolgen van die maatregel ondervinden. ‘Het verbaast me niet dat zoveel mensen daardoor geraakt worden’, zegt oud-vakbondsman Jef Maes. Hij publiceerde vorig jaar Onze sociale zekerheid. ‘Vooral in Brussel en Wallonië zijn veel mensen tijdens hun carrière wel eens een hele periode werkloos geweest.’

Di Rupo

Maakt de regering-De Wever een einde aan de consensus over gelijkgestelde periodes? ‘Het is een pendelbeweging’, zegt Yves Stevens, professor sociaal recht aan de KU Leuven.  ‘De eerste gelijkgestelde periode in de jaren vijftig waren de stakingsdagen: werknemers kregen er geen loon voor, maar ze telden wel mee voor hun pensioen. De lijst is sindsdien alleen maar langer geworden. De gelijkgestelde periodes werden een manier om sociale bescherming in te bouwen in het pensioenstelsel. Men wilde ervoor zorgen dat het pensioen voor iedereen voldoende hoog was. In sommige jaren kwam 25 procent van de opgebouwde pensioenrechten uit gelijkgestelde periodes – dat is heel veel. Vandaag zien we dat het verzekeringsprincipe belangrijker wordt dan dat solidariteitsprincipe: gewerkte dagen zullen weer zwaarder mee tellen. De regering-Di Rupo liet voor het eerst een gelijkgestelde periode, zoals het brugpensioen, minder meetellen. De volgende regeringen, en zeker de huidige van De Wever, bleven die logica volgen.’

Is langdurige ziekte straks zo’n gelijkgestelde periode die geschrapt wordt? ‘Wij hebben daar heel lang over gediscussieerd’, herinnert Ria Janvier (Universiteit Antwerpen) zich. Janvier was lid van de commissie-Vandenbroucke, net zoals Bea Cantillon en Yves Stevens. ‘Onze sociale zekerheid is er om zieken te helpen, en ze horen niet gestraft te worden als ze met pensioen willen gaan. Maar wie is echt ziek? We moeten mensen die uitvallen beter controleren, maar hen niet achteraf raken in hun pensioen.’

Professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent) ziet het anders. ‘Ik hoop dat de regering een tussenoplossing vindt’, zegt hij. ‘Maar tussen de twee extremen – ziekte laten meetellen om de malus te ontlopen of helemaal niet laten meetellen – ben ik geneigd de tweede te kiezen. Als mensen lang ziek zijn geweest, en hebben geleund op de sociale zekerheid, is het misschien niet verkeerd om hen later te vragen iets langer te werken voor een volledig pensioen. We zitten nu eenmaal in een budgettaire oefening die ervoor moet zorgen dat het systeem betaalbaar blijft.’

Hervormingen in het zomerakkoord: ‘Arizona is een ramp voor vrouwen’

Modelloopbaan

De doelstelling is heel helder: iedereen pushen om langer te werken. Liefst tot aan de wettelijke pensioenleeftijd en als het even kan nog langer – pas dan maakt u straks kans op een pensioenbonus. De lijst met excuses om vroeger te mogen stoppen wordt aanzienlijk korter. Sommige groepen zullen daardoor hard worden geraakt: vrouwen, die vaker niet voltijds werken, maar ook laaggeschoolden, wier carrière er doorgaans wat rommeliger uitziet dan die van kaderleden. ‘Dit is een hervorming voor zondagskinderen met een modelloopbaan. Iedereen die pech heeft, krijgt klappen’, zegt Olivier Pintelon van het ABVV.

Maar ook Bea Cantillon mist de flankerende maatregelen. ‘Ik heb nog niets gehoord over de IGO, de inkomensgarantie voor ouderen’, zegt zij. ‘Als het systeem minder solidair wordt, zullen meer mensen daar straks op terugvallen. Dat minimum moet verstevigd worden, anders zullen meer gepensioneerden in de armoede terechtkomen.’

Toen de regering-Michel in 2015 de pensioenleeftijd in twee grote stappen met telkens een jaar verhoogde, gebeurde dat met een belofte: er zou een debat volgen over de zware beroepen, en de uitoefenaars daarvan konden rekenen op uitzonderingen.

De regering-De Wever besliste op haar beurt dat mensen straks op hun zestigste al met pensioen kunnen als ze heel vroeg zijn beginnen werken, maar de voorwaarden daarvoor worden aanzienlijk strenger. Het debat over de zware beroepen is helemaal verdwenen. ‘Het blijft een goed idee, maar politici moeten de moed hebben om tegen heel wat mensen te zeggen dat ze géén zwaar beroep hebben’, zegt Stijn Baert daarover. ‘Dat is tijdens de regering-Michel niet gelukt: in de publieke sector bleek na onderhandelingen met de vakbond dat ongeveer de helft van de overheidsjobs zware beroepen waren. Zo is dat debat geëindigd.’

Kleine lettertjes

Om nog een laatste keer terug te keren naar de pensioencommissie van Vandenbroucke: haar droom was om met een wit blad te kunnen beginnen en een nieuw, helder pensioenstelsel uit te tekenen. De hervormingen van de regering-De Wever zijn daar het omgekeerde van: ze maken het systeem alleen complexer.

U moest zich altijd al afvragen hoe hoog uw pensioen zal zijn en of u aan de voorwaarden voor een vervroegd pensioen voldoet. Nu moet u ook nog controleren of u een malus krijgt en of u het plafond van de gelijkgestelde periodes overschrijdt. Voor alles gelden andere voorwaarden.

Als het pensioenstelsel een sociaal contract is tussen burger en overheid, is het er eentje geworden met veel kleine lettertjes.

Maar misschien is zo’n wit blad geen utopie. ‘Mensen zijn bang van grote, structurele hervormingen’, zegt Yves Stevens ten slotte. ‘We leven in een ingewikkelde samenleving en ik ken geen enkel systeem dat veel eenvoudiger is dan het onze.’

Minder pensioen voor langdurig zieken met vervroegd pensioen: ‘Onterechte straf’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise