Is Conner zijn mojo kwijt?

Conner Rousseau op archiefbeeld uit september 2024. © BELGA
Walter Pauli

De Vlaamse socialisten hebben al leukere omstandigheden gehad om nieuwjaar te vieren. De partij staat onverwacht bijzonder laag in de peilingen. Voorzitter Conner Rousseau houdt zich opvallend gedeisd.

Soms is wat je niet ziet nog het meest betekenisvol. Bijvoorbeeld: Conner Rousseau, de ooit alomtegenwoordige Vooruit-voorzitter, was dit jaar zo goed als afwezig in de Vlaamse media tijdens de eindejaarsperiode. Nochtans is dat de tijd bij uitstek voor grote, beschouwende interviews, waarin teruggeblikt wordt op wat goed is, wat fout liep en wat beter of slechter had gekund. Dit jaar was Rousseau in geen velden of wegen te bespeuren. Gunde hij zichzelf een deugddoende vakantie voor zijn toespraak op de Vooruit-nieuwjaarsreceptie op 31 januari in Hasselt, met minister van Consumentenzaken Rob Beenders als lokale gastheer?

Of zit er meer achter? De mediaoptredens van Rousseau zijn al een tijdje op de vingers van één hand te tellen. In de eerste week van december noteerden alle media dat Rousseau voor een verbod is op het gebruik van alle sociale media voor min-zestienjarigen. Op 17 december schoot de voorzitter met scherp op vrtnws om zijn partijgenote Caroline Gennez te steunen, die na de hoon van de culturele sector ook steeds meer kritiek kreeg als Vlaams minister van Welzijn. Er was de obligate passage in de eindejaarsvraagjes van Humo. Daarin gaf Rousseau zijn ‘mammie’ gelijk: ‘Dankbaar zijn voor het mooie land waarin we leven’ en ‘meer genieten en minder zagen’ – een merkwaardig maar misschien veelzeggend standpunt voor een socialist.

Voorzitter met mojo

Tussendoor gaf Rousseau, net als andere Vlaamse partijvoorzitters, nog acte de présence op W16, de nieuwssite van Wetstraat-journalist Wouter Verschelden. En ten slotte kon de plaatselijke correspondent van Het Laatste Nieuws in Sint-Niklaas hem even spreken. Dat was bij een geldinzameling die onderdeel uitmaakte van de eerste editie van het eetfestijn ‘Conner Kookt’: de lokale afdeling van Vooruit schonk een cheque van duizend euro aan Het Open Poortje, een jeugdhulporganisatie in het Antwerpse en het Waasland.

Tot daar de noemenswaardige mediaoptredens van Conner Rousseau in de hele maand december. Er waren natuurlijk nog de berichten op zijn eigen Facebook- en Instagrampagina’s, in kersttrui of als Sinterklaas, met mijter maar natuurlijk zonder baard – Conner moet optimaal herkenbaar blijven.

‘Veel van het sterrenstof van weleer kleeft er vandaag niet meer aan de man noch aan zijn partij. ‘

Zelfs het begrip ‘noemenswaardig’ is ruim gedefinieerd. Wat vertelde Rousseau toen hij de duizend euro overhandigde in Sint-Niklaas? ‘Met de opbrengst steunen we nu de jeugdhulp. Voor onze partij zijn zorg en jongeren een topprioriteit. Voor mijzelf is het de reden dat ik in de politiek stapte. Ik werkte 14 jaar als vrijwilliger met kinderen uit de jeugdzorg.’  Dat is meer dan voorspelbaar. Zijn engagement voor jongeren heeft Rousseau in 2020 al uitgebreid beschreven in zijn boek T. Ook daarvoor en daarna heeft hij dat al -tig keer verteld.

Toen hij begin november 2019 partijvoorzitter werd, was Conner Rousseau net geen 27 en de jongste partijvoorzitter ooit. Hij had mojo, hij was een kerel met energie en uitstraling die zijn best deed om politiek weer interessant te maken. En hij leek daar nog in te slagen ook.

Rousseau had meer in zijn mars dan jeugdige branie alleen. Tijdens de regeringsonderhandelingen in de zomer van 2020 slaagde hij er warempel in om Bart De Wever – toen nog N-VA-voorzitter – en zijn PS-evenknie Paul Magnette rond de tafel te krijgen. Met de oneliner ‘He’s back, bitches’ tweette Rousseau een paar maanden later verloren zoon Frank Vandenbroucke terug naar de actieve politiek. Die comeback, op dat moment, stuurde de geloofwaardigheid van zowel Rousseau als Vooruit naar het zenit.

Politieke kopgroep

Dat hoge niveau hield Rousseau best een tijdlang aan. In De Grote Peiling (HLN, VTM, RTL en Le Soir) van september 2022 klom Vooruit bijvoorbeeld tot 16,8 procent. Dat was nog op eerbiedwaardige afstand van het Vlaams Belang en de N-VA, maar ver voor die twee andere regeringspartijen CD&V en Open VLD. Rousseau was volgens de peiling ook de tweede populairste politicus van het land, na God in Vlaanderen aka Bart De Wever, maar voor eerste minister Alexander De Croo (Open VLD).

Het leek alsof Vooruit zich van de andere ‘tussenpartijen’ aan het losmaken was en zoals in een wielerwedstrijd in zijn eentje aansluiting probeerde te vinden bij de politieke kopgroep van Vlaanderen.

Dat was toen.

De vraag is: is Conner Rousseau persoonlijk een rem of zelfs een handicap geworden op de groei die hij zelf in gang had getrokken? © BELGA

Veel van het sterrenstof van weleer kleeft er vandaag niet meer aan de man noch aan zijn partij. Niet dat Rousseau helemaal in de touwen hangt. In de top honderd die Het Laatste Nieuws publiceert om de Belg van het Jaar 2025 te vinden, prijkt Rousseau nog altijd op een zeer zichtbare 42e plaats. Het is natuurlijk geen plaats in de topdrie zoals enkele jaren geleden.

Dat hij geklopt wordt door de gedoodverfde nummer 1 Bart De Wever is geen schande. Dat ook Veerle Hegge, echtgenote van Bart De Wever, in diezelfde lijst 24 plaatsen hoger dan Rousseau eindigt – tot daar aan toe, haar boek over haar eetstoornis was oprecht en aangrijpend. Maar dat De Wevers kat Maximus op Instagram meer volgers telt dan Rousseau, dat was goed voor een uitlachberichtje in zowat elke krant van het land.

Grote teleurstelling

Rousseau heeft moeten leren omgaan met zijn eigen problemen. Er waren de vermeende zedenfeiten, die uiteindelijk geen grond van waarheid bezaten. En er waren vooral de racistische en seksistische uitspraken na een avondje uit in Sint-Niklaas in september 2023. De mooie jonge god van 2020 is al langer zijn onschuld kwijt.

Is de voorzitter een van de elementen die kunnen verklaren wat er vandaag met Vooruit aan de hand is? Daar is wel wat voor te zeggen. Op 9 juni 2024 behaalde Vooruit 13,85 procent bij de verkiezingen voor het Vlaams Parlement en 13,6 procent in de Kamer. Daarmee situeerde Vooruit zich inderdaad als de vaste nummer drie van Vlaanderen, ver na koplopers N-VA (23,88 %) en Vlaams Belang (22,66%) maar toch nog – nipt – groter dan CD&V (13,04%). Open VLD (8,33%) was helemaal weggezakt.

Dat was een aanzienlijke winst vergeleken bij de 10,14 procent van de Vlaamse socialisten (toen nog SP.A) onder het beleid van John Crombez bij de vorige verkiezingen. Rousseau had zijn doelstelling dus behaald: zijn partij deed het opnieuw ‘goed’ bij verkiezingen.

Maar was dat wel echt zo? In De Laatste Peiling (ook van HLN/VTM/RTL/Le Soir) op 7 juni, dus vlak voor die verkiezingen, werd Vooruit nog afgeklokt op 15,6 procent. Natuurlijk was er binnenskamers nadien grote teleurstelling wegens het opvallend grote verschil tussen de laatste peiling en de echte uitslag. De beste uitleg die daar toen voor verzonnen kon worden? Te elfder ure waren er wellicht veel progressieve sympathiestemmen afgevloeid naar de groene vicepremier Petra De Sutter. Die was als transvrouw tijdens het VTM-programma Het Conclaaf voorwerp van kritiek geworden van een stuntelende VB-voorzitter Tom Van Grieken.

Getoeter

Maar is dat de hele of zelfs de juiste uitleg? Zeker, Het Conclaaf was spraakmakende televisie. Maar leidde het daaropvolgende debat inderdaad tot een transfer van meer dan 10 procent van de uiteindelijk uitgebrachte socialistische stemmen? Of was Conner Rousseau toen al te verbrand als persoon, en te hard, te weinig links en te veel centrum tot centrumrechts in politiek opzicht? Had hij met zijn kritiek op Molenbeek zich niet op één lijn gezet met het getoeter van Donald Trump over het ‘hell hole Brussels’?

Bovendien was 13,85 procent nog altijd de tweede slechtste uitslag ooit voor de Vlaamse socialisten.

De vraag is: is Conner Rousseau persoonlijk een rem of zelfs een handicap geworden op de groei die hij zelf in gang had getrokken? De voorzitter als sta-in-de-weg van het politieke kapitaal van zijn eigen partij: kost Conner Rousseau Vooruit stemmen?

Geholpen door de eigen manier van communiceren – even handig als professioneel – én door zijn opzichtig bondgenootschap met N-VA-voorzitter Bart De Wever, kon Rousseau de indruk wekken dat Vooruit bij de ware winnaars van de verkiezingen hoorde. Wiskundig was dat niet helemaal zo, maar politiek wel: Vooruit was betrokken bij alle formatiegesprekken en maakt vandaag deel uit van de Vlaamse regering-Diependaele en de federale regering-De Wever.

‘Wanted’

Ook al zijn dat duidelijk centrumrechtse kabinetten, toch is het een klassieke sociaaldemocratische reflex om – zoals dat dan heet – ‘zijn verantwoordelijkheid op te nemen, ook (zéker) in moeilijke tijden’. De Gentse politoloog Carl Devos noemde de Vlaamse socialisten ooit ‘de brandweermannen van de Wetstraat’: ze snellen naar elke brand om het vuur te doven of ten minste in een eerste fase onder controle te krijgen. Dat is wat verwacht wordt van ministers als Frank Vandenbroucke en Caroline Gennez.

Dat is de relevante politieke betekenis van een verder niet-significante peiling: Vooruit is niet goed bezig.

Dat de vakbonden – ook de kameraden van de socialistische vakbond ABVV – desondanks zouden staken en betogen, stond in de sterren geschreven. Ze deden dat ook tegen de paarse regering-Verhofstadt II, een kabinet waar Vlaamse én Franstalige socialisten in zaten, omdat die een begin durfde te maken aan de inperking van het brugpensioen. Natuurlijk kunnen ze vandaag niet zwijgen over de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, het flink korten van (overheids)pensioenen, de strengere aanpak van langdurig werklozen en aanpassingen aan de index. Anders zou een vakbond geen vakbond meer zijn.

Maar wat is vandaag wel nieuw? In Vlaanderen wordt naast premier De Wever vooral… Conner Rousseau geviseerd. CD&V-voorzitter Sammy Mahdi wordt zo goed als met rust gelaten. De extreemlinkse PVDA maakte er zelfs een eigen affiche van: ‘Wanted. Voor pensioendiefstal en indexdiefstal’. Daaronder, foto en naam: ‘Conner Rousseau en Bart De Wever’. In die volgorde.

De groeiende invloed van de PVDA is allerminst te onderschatten. Het PVDA-discours wordt overgenomen door steeds meer progressieve organisaties, en bij de vakbonden is er zeker op het eerste gezicht nog weinig verschil te merken. Het ACV had het, bijvoorbeeld, recent in zijn kritiek op het regeringsbeleid rond langdurig zieken over ‘ziekgemaakte werknemers’ als ‘lapmiddel voor de begroting’.

Dat is vrij verregaand taalgebruik voor een vakbond die historisch gezien altijd inlevering heeft aanvaard, toch als die economisch noodzakelijk was en sociaal (een beetje) werd gecorrigeerd. Vandaag legt het ACV de schuld van de zieke arbeiders impliciet bij wie hen ‘ziek maakt’. Zijn dat de werkgevers? Of is dat ‘het systeem’ en dus uiteindelijk de overheid? Het gezicht van dat beleid is vanzelfsprekend Vooruit-minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke.

Aanval op de koopkracht

Het probleem voor Conner Rousseau is dat de regering De Wever en de regering-Diependaele de koers onderuithalen die Rousseau persoonlijk aan Vooruit opgelegd heeft. Onder Rousseau werd koopkracht namelijk opnieuw het unique selling point van de Vlaamse socialisten. Dat is overigens niet vergezocht: het is de meest klassieke opstelling voor een sociaaldemocratische partij. Koopkracht is een krachtige vorm van sociale bescherming.

Alleen is zo goed als alles wat de regering-De Wever doet een aanval op de koopkracht. Pensioenen zullen dalen, vervangingsinkomens worden aangepakt en zelfs afgenomen, lonen en wedden stijgen minder snel dan verwacht – en als er aan de index wordt geraakt zullen ze ook nominatief dalen. En ondertussen stijgen alle mogelijke prijzen.

Vlaams-nationalisten mogen hun aard verloochenen voor het hogere doel, van socialisten wordt dat niet gepikt.

Vooruit verdedigt zich met het argument: ‘zonder ons zou het nog veel erger geweest zijn’. Maar dat klinkt alleen goed voor wie daarvoor openstaat: mensen die politieke  afwegingen belangrijker vinden dan de eigen bankrekening aan het einde van de maand. Dat geldt dus voor niet zo heel veel mensen.

Weinig mensen vinden het ook een prestatie dat een partij ervoor zorgt dat het niet nog slechter is geworden. Ze verwijten regeringspartijen het omgekeerde: dat ze niet konden of wilden verhinderen dat het echt minder wordt.

Slechter dan slecht

Vandaar dat er zich een merkwaardige paradox aftekent in de politieke beoordeling van de regering-De Wever. Vlaams-nationalist De Wever profileert zich dezer dagen als de behoeder van België en de verdediger van de Belgische belangen op het Europese niveau. Dat wordt de premier over het algemeen in dank afgenomen. En zijn eigen Vlaams-nationale achterban rekent hem daar ook niet op af. Het omgekeerde geldt voor de Vlaamse socialisten. Socialisten die er mee voor zorgen dat het begrotingstekort een beetje verkleint, krijgen daarvoor bakken kritiek. Vlaams-nationalisten mogen hun aard verloochenen voor het hogere doel, van socialisten wordt dat niet gepikt.

En dus betaalt vooral Vooruit het gelag van de regering-De Wever. De laatste Grote Peiling midden december sprak boekdelen. Vooruit is teruggezakt tot 11,4 procent. Dat is slechter dan slecht. Hoewel de redactie van Het Laatste Nieuws er meteen bijschrijft dat die daling ‘statistisch niet relevant’ is – dat geldt trouwens voor 99 procent van alle peilinguitslagen – is ze politiek wel veelzeggend. Het stilzwijgen van Rousseau zou er een rechtstreeks gevolg van kunnen zijn. Crisiscommunicatie is nooit zijn sterkste punt geweest.

Beseft Conner Rousseau dat hij zijn partij geleid heeft naar wat de Fransen een cul-de-sac noemen, een doodlopende steeg? Sociaal-economisch is het beleid hardvochtig en rechts en de ‘correcties’ van Vooruit worden als onvoldoende ervaren.

Niet goed bezig

De loyale regeringspartner Vooruit is in de Kamer en in het Vlaams Parlement bleker dan bleek als het aankomt op progressieve accenten leggen inzake defensie, klimaat, milieu of buitenlands beleid. Forse extra investeringen van minister van Welzijn Caroline Gennez volstaan zoals gewoonlijk niet om de nog veel grotere noden te lenigen. In Vlaanderen wekte dezelfde Caroline Gennez als minister van Cultuur de hoon op van de cultuursector. Bij uitbreiding is Vooruit dus ook danig uit de gratie bij wat je ‘links-intellectuele kringen’ kunt noemen.

Rousseau is niet de geknipte voorzitter om dat te corrigeren. Schrijfster Gaea Schoeters neemt er bijvoorbeeld aanstoot aan dat Rousseau er prat op gaat dat hij geen boeken leest. Pittig detail: Gaea Schoeters is de dochter van Hunfred Schoeters, tussen 1992 en 1994 de socialistische (waarnemende) burgemeester van Sint-Niklaas. Hoe veel verder kan je eigen achterban nog krimpen?

Dat is de relevante politieke betekenis van een verder niet-significante peiling: Vooruit is niet goed bezig. Of vanuit het perspectief van Conner Rousseau zelf: Vooruit krijgt onvoldoende uitgelegd waarom de – duidelijk ontevreden – Vlaamse werkmensen best wat meer tevreden mogen zijn. Uiteindelijk is dat in de eerste plaats zijn verantwoordelijkheid. Hij zet de lijnen uit. Het is dus aan hem om de koers van zijn partij aan te houden of bij te sturen. Het wordt eind januari interessanter dan ooit om te vernemen wat Conner Rousseau zijn kameraden en vooral zijn al dan niet verloren kiezers te zeggen heeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise