Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Vlaamse begroting: gouden budgettaire tijden van Vlaanderen behoren tot het verleden’

Professor Herman Matthijs formuleert tien bedenkingen bij de Vlaamse begroting.

Na een aantal nachtelijke vergaderingen kon de Vlaamse regering haar Septemberverklaring uiteindelijk toch op tijd houden. Hierna volgen tien bedenkingen bij de begrotingsopmaak van de Vlaamse regering onder leiding van minister-president Matthias Diependaele.

1. Wat opvalt bij deze begrotingsopmaak is de ongecoördineerde communicatie. Iedereen zegt wat anders, wat wijst op verdeeldheid in deze Vlaamse coalitie. Hoe men deze situatie tot 2029 wil volhouden, is onduidelijk. Indien de bijzondere wetten worden gewijzigd om vervroegde verkiezingen toe te laten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet dat zeker ook voor het Vlaams Parlement worden overwogen.

2. Een doorgedreven budgettaire analyse, gebaseerd op essentiële en prioritaire overheidstaken, is dit niet geworden. De massieve subsidiestroom vanuit de Vlaamse begroting wordt niet grondig gesaneerd. Zo moet Welzijn slechts 90 miljoen besparen op een budget van bijna 18 miljard (0,5%), en Onderwijs 85 miljoen op een begroting van 19 miljard (0,4%).

3. De zorgpremie stijgt opnieuw, van 64 naar 100 euro. Dat kan al snel 425 miljoen opbrengen. Ondanks die premie kan men moeilijk stellen dat het zorglandschap in Vlaanderen optimaal werkt. Bovendien kennen Brussel, Wallonië en de Duitstalige Gemeenschap die premie niet.

4. Een efficiëntere openbare administratie kwam niet op tafel. Vlaanderen blijft kampen met een kafkaiaanse administratie qua regelgeving en organisatie. Hier kan veel bespaard worden, maar het thema haalde de politieke agenda niet. Vlaanderen betaalt bovendien een dure factuur voor consultants. Kan iemand uitleggen waarom het overgrote deel van de Vlaamse administratie én de volledige Wetgevende Macht in het Brussels Gewest gevestigd zijn?

5. Opvallend is de afschaffing van de verbouwpremie voor beter verdienenden. Net dit is het electoraat van N-VA. Deze maatregel wijst op het gebrek aan stabiliteit van beleidsmaatregelen in de bouwsector, nochtans cruciaal voor de Vlaamse economie. Of zal de Vlaamse overheid de strenge regels inzake renovatie nu ook versoepelen?

6. Op fiscaal vlak verandert er niets fundamenteels aan de lijst van gewestelijke belastingen. De erfbelasting blijft bestaan, hoewel burgers op die gelden al meerdere malen belastingen hebben betaald. Ook deze asociale taks blijft overeind.

7. Dit overleg leverde geen plan op voor de toekomstige Vlaamse economie, noch voor dringende dossiers zoals energievoorziening, files op de Vlaamse wegen, de positie van Brussel of een nieuwe staatshervorming.

8. Een hogere kilometerheffing voor vrachtwagens komt eraan. Zit de economie daarop te wachten? Vlaanderen wil bovendien de verkeersboetes op de gewestwegen zelf beheren. Hoe dat institutioneel wordt uitgevoerd, is onduidelijk. Welke automobilist of onderneming zit te wachten op méér en snellere verkeersboetes?

9. Deze begrotingsopmaak 2026 leidt niet tot een budgettair evenwicht in 2027, noch in 2029. Daarvoor zijn te weinig structurele maatregelen genomen. Het is wachten op een federaal overlegcomité dat een interfederaal begrotingskader moet vastleggen over overheidstekort en schuld. Het laatste akkoord dateert van 2013. Gezien de Brusselse financiële problematiek is het twijfelachtig of zo’n akkoord nog politiek haalbaar is.

10. Vlaanderen blijft de enige bestuursentiteit met een geconsolideerde schuld lager dan 100% van de begrotingsontvangsten. Het huidige percentage van rond de 80% moet zeker als maximale grens behouden blijven.

    Conclusie

    In oktober volgen nieuwe ratings, die ook voor Vlaanderen negatieve gevolgen kunnen hebben. Het monitoren van de Vlaamse begroting wordt de komende jaren een dagelijkse opdracht. De gouden budgettaire tijden van Vlaanderen behoren tot het verleden.

    Lees meer over:

    Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

    Partner Expertise