‘We hebben vandaag nood aan een bestuursstijl die minder focust op regels en meer op het geven van richting. Met minder anonieme bureaucratie en meer lokale verbondenheid’, schrijft fractieleider in het Vlaams parlement Peter Van Rompuy (CD&V).
We leven in een tijd van ongekende vrijheid en welvaart, en toch voelt onze maatschappij fragiel aan. Wie goed luistert naar de hartslag van onze samenleving, kan niet ontkennen dat er iets broeit. Een op vijf jonge mensen heeft geen sociaal netwerk. Eén op drie Vlamingen voelt zich eenzaam. Meer dan één miljoen Belgen neemt antidepressiva. Het zijn uiteenlopende symptomen die elk wijzen op eenzelfde diagnose: ons sociaal weefsel rafelt uiteen. Nog nooit waren we zo geconnecteerd en toch lijkt de afstand tussen mensen alsmaar groter te worden. We leven steeds meer in onze eigen bubbel, naast elkaar maar niet met elkaar.
Brandstof voor het populisme
Zonder hechte sociale relaties worden mensen minder weerbaar en krijgen extreme stemmen sneller gehoor. De Franse politicoloog Yann Algan noemt sociaal isolement daarom zelfs de ‘belangrijkste brandstof voor het populisme’. Zolang er geen antwoord komt op dit maatschappelijk onbehagen, zullen populisten de leegte blijven invullen met slogans. Democraten gaan de strijd niet winnen door de absurditeit van Trump of de Brexit aan de kaak te stellen, wel door een overtuigend verhaal te vertellen over hoe we onze samenleving terug aaneenhechten!
Klassieke politieke recepten zullen echter niet volstaan om het tij te keren. Door het herverdelen van belastinggeld herstellen we de sociale samenhang niet. Er is meer nodig. Zelfs als de regering erin zou slagen om te komen tot nul koopkrachtverlies en nul migratie, dan nog zal het onderliggende onbehagen in de samenleving niet verdwenen zijn!
Appel op de verantwoordelijkheidszin
‘De takken van de individuele vrijheden groeien vandaag in alle richtingen, maar de wortels van de collectieve verantwoordelijkheidszin worden niet meer gevoed,’ aldus de Amerikaanse journalist David Brooks. We moeten durven uitdrukken wat we van elkaar verwachten. De vraag mag niet alleen zijn wat de overheid voor de burger moet doen, maar ook wat de burger kan doen voor de samenleving.
Over partijgrenzen heen groeit het besef dat het anders moet. Wat nodig is, is geen klassieke beleidswijziging, maar een maatschappelijke omwenteling. Een cultuuromslag. Zowel in onze samenleving als in ons bestuur.
Cultuuromslag
Elke cultuuromslag begint klein: thuis, op school, in de buurt. Elk jaar bewijst de Warmste Week dat er in Vlaanderen een breed verlangen leeft om zich te engageren voor een hechte samenleving.
Om dit verder aan te wakkeren, wil ik het debat openen over de invoering van een verplichte burgerdienst. Elke jongere engageert zich om tussen 16 en 18 jaar in totaal één maand actief te zijn in het verenigingsleven. Op die manier brengen we alle lagen van de bevolking terug bijeen. Een kleine stap met mogelijk een groot sneeuwbaleffect!
Niet enkel in de samenleving, maar ook in onze manier van besturen is een omslag nodig. Al te lang is de burger aanzien als een ‘consument van de overheid’. Dat resulteerde in een overdaad aan subsidies en regels. Met finaal als gevolg een verstikte burger, een uitgeputte overheid en een overbevraagde politiek.
Er is nood aan een bestuursstijl die minder focust op regels en meer op het geven van richting. Met minder anonieme bureaucratie en meer lokale verbondenheid. Een verantwoordelijke bestuursstijl schept een helder kader, waarbinnen mensen vertrouwen krijgen. Zo ontstaat er zuurstof voor initiatief en creativiteit. Wie zich verantwoordelijk opstelt, moet daarvoor erkend worden, en wie zich eraan onttrekt, moet daarop aangesproken worden. De politiek moet de burger opnieuw zien als ‘drager van rechten én plichten’.
Tegenoffensief
De tijd is rijp voor een tegenbeweging van verantwoordelijke burgers en bestuurders. Tegen vereenzaming en individualisme, maar evenzeer tegen extreme stemmen op sociale media en populisme in de politiek. Dit essay is een pleidooi om te kiezen voor verantwoordelijkheidszin als kernwaarde voor onze samenleving en bestuur. Niet als moralisme, maar als een appel tot maatschappelijk engagement.
Niet als nostalgie naar het verleden, maar als fundament voor een betere toekomst.