Nu de begrotingsbesprekingen in een impasse zitten, moet het nog eens worden gezegd: de Belgische budgettaire situatie kan maar echt verbeteren met een staatshervorming.
De regering-De Wever mist minstens twee keer de zelfopgelegde deadline om een begroting te presenteren in het parlement en dus aan de bevolking. Premier Bart De Wever (N-VA) zei dat het kwam omdat de ambitie verder reikte dan een begroting voor 2026, want ‘als we dat zouden doen, had ik vorige dinsdag al in de Kamer kunnen staan met een spreekwoordelijke glimlach. Maar de regering heeft er bewust voor gekozen om een grotere oefening te doen tegen het einde van de regeerperiode.’ De regering had er dan natuurlijk ook even bewust voor kunnen kiezen om in juli al met die zware taak te beginnen.
Want het kan niet genoeg worden herhaald: België heeft volgens nieuwe cijfers van het IMF het grootste begrotingstekort en de op drie na hoogste overheidsschuld van de eurozone. De federale staat betaalt dit jaar 10 miljard euro aan rente, met de regio’s erbij 14 miljard en zonder in te grijpen wordt dat binnen een paar jaar 20 miljard. Allemaal geld dat niet gebruikt kan worden om beleid mee te voeren.
Het is goed dat de premier een meerjarenbegroting wil afleveren, maar eigenlijk moet er nog verder worden gekeken dan deze regeerperiode. Oud-minister van Financiën Koen Geens (CD&V) legde begin dit jaar in Knack het fundamentele budgettaire probleem van ons land haarfijn uit: zowel op federaal niveau als voor de deelstaten is de band tussen de inkomsten en de uitgaven grotendeels doorgesneden.
Dat zit zo: federaal België haalt 160 miljard op, maar kan slechts een dikke 10 procent daarvan gebruiken voor zijn echte bevoegdheden. Het moet namelijk de tekorten in de sociale zekerheid bijpassen en de helft van de inkomsten aan de regio’s doorstorten, zoals geregeld in de Bijzondere Financieringswet. Gevolg is dat de federale overheid nauwelijks haar kerntaken gefinancierd krijgt.
Ondertussen krijgen de deelstaten dus dotaties van de federale overheid. Vlaanderen int ‘slechts’ 10 miljard eigen belastingen, maar kan dankzij de federale geldstroom wel 65 miljard uitgeven. Daar zit een fundamenteel probleem: wie het geld int, is niet bevoegd voor de uitgaven en wie het geld uitgeeft, is niet verantwoordelijk voor de inkomsten.
Als oplossing dacht Geens eraan om de gezondheidszorg, goed voor 40 miljard uitgaven, over te hevelen van het federale niveau naar de deelstaten. Die zouden ook ruimere fiscale autonomie moeten krijgen, zodat ze zelf meer belastingen kunnen innen en ook op dit vlak meer verantwoordelijkheid moeten nemen. Dit idee wordt gedeeld door grondwetspecialist Quinten Jacobs in zijn boek Het betonnen beleid, dat nu veel aandacht krijgt.
Dit alles zou wel de herziening van de Financieringswet en een staatshervorming betekenen. Daar is nu helemaal geen sprake van, niemand durft het woord zelfs nog maar uit te spreken. Met het op orde stellen van de overheidsfinanciën op lange termijn is men niet bezig.