Maarten Peeters

‘Om opnieuw kiezers aan te spreken, zal een toekomstige liberale partij zelf weer moeten leren wat het liberalisme inhoudt’

Maarten Peeters Voorzitter liberaal vormingscentrum Feniks

‘Het blijft verbazingwekkend hoe weinig de liberale filosofie echt bekend is en wordt geplaagd door foute veronderstellingen’, schrijft Maarten Peeters, voorzitter van het liberaal opleidingscentrum Feniks.

De laatste politieke peilingen confronteren Open VLD met haar zoveelste existentiële crisis. Politieke journalisten, analisten en opiniemakers buitelen over elkaar in hun haast om de implosie van het Vlaams liberalisme te verklaren. Opmerkelijk is dat in die analyses ‘het liberalisme’ systematisch wordt vereenzelvigd met een hele reeks partijpolitieke standpunten die niet per definitie liberaal zijn: doorgedreven individualisme en asociaal beleid, een voorliefde voor ondernemerschap en een streng ‘rechts’ migratiebeleid.

Noch binnen de rangen van de (resterende) Vlaamse liberalen, noch bij de media lijkt er nog de wil te zijn om een onderscheid te blijven maken tussen het liberalisme als een politiek-filosofische stroming, en de vrij belabberde partijpolitieke vertaling daarvan in de Vlaamse en Belgische politiek.

Hoog tijd om die begripsverwarring een halt toe te roepen.

Ten eerste is ‘liberaal’ geen synoniem voor ‘ondernemingsgezind’. Liberalen geloven in de eerste plaats dat mensen hun ideeën, diensten of producten vrij moeten kunnen aanbieden aan anderen, met winstmotief of zonder. Voor liberalen is de werking van de vrije markt een middel om zo veel mogelijk mensen kansen tot welvaart te bieden, en tegelijk hun vrijheid te beschermen tegen machtsconcentratie en monopolievorming.

Het doel is maximale persoonlijke vrijheid en welvaart voor iedereen, niet maximaal winstbejag voor enkelen. Daarom kanten liberalen zich ook tegen bedrijfssubsidies; ze zijn namelijk van mening dat dit nieuwe ideeën bij voorbaat benadeelt, terwijl maximale vrijheid voor het aanbieden van ideeën juist bestaande macht aanvechtbaar maakt. Subsidiëren is keuzes maken voor deze of gene producten. Die keuze komt niet politici toe, maar de mensen zelf.

Ten tweede zijn liberalen verre van individualistisch of asociaal. Hoewel ze een kleine overheid prefereren – vanwege haar inherente machtsconcentratie – erkennen ze wel degelijk de ondersteuning van de meest kwetsbaren als kerntaak. Dit uit zich onder meer in een voorkeur voor directe inkomensondersteuning, zonder paternalistische inmenging in wat mensen met hun geld zouden moeten doen.

Liberalen zijn ook geen individualisten zonder oog voor gemeenschap of sociale relaties. Integendeel, ze zien het gezin als de cruciale hoeksteen van de samenleving en koesteren de vrijheid om relaties aan te gaan en te beëindigen. Het vormen van een gezin en daarbinnen eigen beslissingen nemen is een recht dat de overheid enkel mag beperken bij verwaarlozing of geweld. Het gezinsleven, intermenselijke relaties, maar ook gemeenschapsgevoel, zijn privé-aangelegenheden die de overheid niet dient te sturen. Laat deze spontaan ontstaan en bloeien.

Ten derde zijn overtuigde liberalen niet tegen migratie. Het liberale denken is hierin heel duidelijk: als elke mens gelijk vrij is en het eigen leven mag vormgeven hoe die wil, dan mag iedereen zich ook verplaatsen en verhuizen. Dit principe van individuele vrijheid strekt zich uit tot het recht om te wonen en werken waar men wil, mits men de grondrechten en vrijheden van anderen respecteert.

Beperkingen op migratie worden dan ook gezien als een inperking van fundamentele menselijke rechten en de mogelijkheid tot zelfontplooiing. De vermeende instorting van de sociale zekerheid door migratie als schaamlap inzetten voor het a priori afwijzen van de vrijheid tot migratie is simpelweg illiberaal.

Het blijft verbazingwekkend hoe weinig de liberale filosofie echt bekend is en wordt geplaagd door misconcepties, zowel bij zogenaamd ‘liberale’ politici als bij politiek journalisten en analisten. De basisfilosofie van het liberalisme is echter niet complex. Elke mens is gelijkwaardig en vrij geboren en mag het leven inrichten zoals men dat zelf wenst en relaties aangaan met wie men wil. Alle andere standpunten vloeien daar logischerwijs uit voort. Het is dan ook daarin dat het liberalisme fundamenteel verschilt van etatistische filosofieën als het socialisme, het conservatisme en het nationalisme.

In Vlaanderen willen niet alleen Vooruit, maar ook N-VA de staat inzetten om hun maatschappijvisie aan de samenleving op te leggen. N-VA’ers omschrijven als ‘liberalen’ is dan ook intellectueel fout, en een rechtsreeks gevolg van de begripsverwarring tussen ‘liberaal’ en ‘ondernemingsgezind’. Deze verwarring is echter schering en inslag in de hedendaagse politieke verslaggeving.

Om opnieuw kiezers aan te spreken, zal de toekomstige liberale partij eerst zelf opnieuw moeten leren wat het liberalisme überhaupt inhoudt. Daarna volgt een heldere en coherente uitdraging van de liberale filosofie en het innemen van duidelijk liberale posities. Enkel zo kan de partij haar authenticiteit in het politieke bedrijf herwinnen. De partij dient dus te stoppen met het innemen van illiberale standpunten die haaks staan op haar eigen filosofie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content