Er is geen excuus meer te bedenken voor wat Israël in Gaza aanricht, zo meent Wilfried Vandaele, tot vorig jaar NVA-fractieleider in het Vlaams Parlement. Hij vindt, samen met veel partijgenoten, dan ook dat de partij harder moeten optreden. ‘Geen volk ter wereld verdient het om zo behandeld te worden als het Palestijnse volk. Dit neigt naar genocide, ik walg ervan.’
Het groot verlof is stilaan geen excuus meer om moeilijke discussies uit de weg te gaan. De N-VA, de partij die de premier en de minister-president levert, komt in het volle licht te staan met alles wat ze wel en vooral niet over Israël en Gaza zegt. Deze week lekte uit dat er ook intern stevig wordt gediscussieerd over de standpunten over de oorlog, en in het Vlaams Parlement wist minister-president Matthias Diependaele dinsdag bepaald niet te overtuigen met zijn argumentaties over de acties van Israël en Hamas. Wilfried Vandaele behoort al langer tot de N-VA’ers die vinden dat de partij (veel) strenger mag zijn voor wat de Palestijnen ondergaan.
Wilfried Vandaele: Er is geen enkel excuus meer te bedenken voor wat Israël doet. Geen volk ter wereld verdient het om zo behandeld te worden als het Palestijnse volk. En al weten we allemaal dat Hamas daar actief is – geen lieve jongens waar we best vanaf zien te raken – ook dat is al lang geen excuus meer voor wat Israël aanricht. Dat neigt op zijn minst naar genocide, zover zijn we ondertussen wel. Ik walg er in ieder geval van.
De onderbuik van de N-VA bestaat deels nog altijd uit de volksnationalisten van de Volksunie die willen dat wij ons duidelijk over Gaza uitspreken.
Ik ben zelf een oude volksnationalist, dat is ook de reden waarom ik momenteel op vakantie ben in Baskenland. Ik verdedig de rechten van volkeren overal ter wereld: of het nu Basken, Koerden, Tibetanen of Palestijnen zijn. Als nationalistische partij vind ik daarom ook dat de N-VA harder moet zijn voor wat Israël doet. Dat weet iedereen intern ook van mij, ik ben trouwens niet de enige. Heel velen binnen mijn partij willen dat we meer doen voor Gaza. De onderbuik van de N-VA bestaat deels nog altijd uit de volksnationalisten van de Volksunie die willen dat wij ons hier duidelijk over uitspreken.
Zijn die interne discussies hard?
Vandaele: Wij zijn allemaal beleefde mensen. Iedereen weet ondertussen wat iedereen denkt, maar er wordt wel over gediscussieerd. Ik zit sinds enkele maanden niet meer in het partijbestuur, maar ook daarvoor ging het er al regelmatig over. Iedereen heeft ook wel begrip voor elkaars gevoeligheden. De Haan is Antwerpen niet, waar een grote Joodse gemeenschap woont. Dat is misschien ook de reden waarom mensen als ik onze mening niet luid lopen te toeteren, we hebben begrip voor de andere kant. Bart De Wever is bovendien premier van een regering met heel verschillende partijen die hij moet zien te leiden. Hij heeft minder manoeuvreerruimte.
Matthias Diependaele wordt als minister-president juist opgejaagd door zijn coalitiegenoten om meer te doen.
Vandaele: Ik ben blij dat ik niet in zijn schoenen sta. Ik weet dat voor hem de economische argumenten zwaar wegen. Zulke sancties opleggen komt met een economische prijs. Als we dat alleen doen, weten we ook dat het helemaal geen effect zal hebben, en wordt het moeilijker te verdedigen. Dat moet minstens op een Europees niveau gebeuren, zodat het ten minste iets verandert aan de situatie. Je maakt alleen symbolisch een vuist. Ik hou wel van symboliek af en toe, maar uiteindelijk schieten we er alleen onszelf mee in de voet en verandert er niets.