De beveiliging van onze openheid vergt almaar meer moeite en middelen.
Ons land is een van de meest geglobaliseerde ter wereld. De afgelopen dertig jaar surften we mee op de boeggolf van de globalisering: meer Europese integratie, meer veiligheid, meer handel, meer investeringen. Maar die globalisering valt stil. Tegelijkertijd lopen de kosten voor de beveiliging van onze traditionele openheid sneller op.
Op onze nationale luchthaven dreigt de politie met een staking omdat zij de enorme stroom reizigers bij de grenscontrole niet meer aankan. Wie de afgelopen maanden uit een niet-Europees land aankwam, heeft dat wellicht aan den lijve ondervonden: enorm lange wachtrijen en veel frustratie. Dat levert de luchthaven natuurlijk enorme baten op, maar de overheid schroomt om de lasten op zich te nemen.
Hetzelfde geldt voor de goederenluchthaven van Luik-Bierset. De pakjesstroom uit China blijft daar gigantisch, en nog altijd is de controle beperkt. Slechts een fractie van de zendingen wordt door de douane bekeken. Buurlanden en de Europese Unie uitten al hun bezorgdheid over concurrentievervalsing, de mogelijke invoer van drugs zoals fentanyl en de import van vervalste en onveilige producten. De capaciteit bij de douane werd wel wat opgekrikt, maar blijft nog steeds veel te beperkt.
Dan zijn er onze zeehavens. Antwerpen is al jarenlang een spil voor drugstrafiek. De veiligheidsdiensten doen hun best, maar de drugsbaronnen gebruiken almaar driestere methoden om havenarbeiders en anderen onder druk te zetten. Er zijn meer middelen nodig om de haven veilig te houden.
Verder kunnen we niet voorbijgaan aan het vrij verkeer van personen. We genieten daar als Belgen met een sterk paspoort enorm van. Vrij verkeer is ook belangrijk voor het vestigingsklimaat en onze economie. Toch zijn ook hier de lasten aanzienlijk. Zowel bij de diensten van onze nationale overheid – de Dienst Vreemdelingenzaken – als aan het loket van de stadhuizen merken we dat het bijzonder moeilijk wordt om de administratieve dossierlast te blijven dragen. Eigenlijk zouden we veel meer personeel moeten aanwerven om met de druk om te gaan. Ook in dit geval genieten we graag van de baten, maar schuwen we de lasten en verantwoordelijkheden.
En dan hebben we het nog niet over het beveiligen van de open toegangswegen tot ons land: de zeeën, de zeestraten, de oceanen. We beginnen eindelijk te bouwen aan een wat sterkere marine, maar die staat nog niet in verhouding tot onze maritieme economie. Onze toekomstige veiligheidsstrategie moet op dat vlak een beter evenwicht zoeken tussen openheid en veiligheid.