Brussels PS-voorzitter Ahmed Laaouej heeft naar verluidt een olifantengeheugen en is de uitspraken van Theo Francken (N-VA) en Bart De Wever (N-VA) over Marokkaanse migranten nooit vergeten. ‘Maar zijn weigering om met die partij te praten, is een historische fout’, zegt een PS-bron.
PS-voorzitter Ahmed Laaouej blijft de vorming van een Brusselse regering blokkeren met zijn weigering om zelfs indirect, via een sherpa, met de N-VA in gesprek te gaan.
Laaouej verwijst hiervoor naar de deal, inclusief glashelder gestipuleerde onderhandelingsvoorwaarden, die hij begin vorige week zou hebben gesloten met MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Toen stemde Laaouej in met het voorstel van een door de MR voorgedragen, weliswaar N-VA-verwante, maar partijloze staatssecretaris.
In ruil daarvoor zou de N-VA de toekomstige regering van officieel MR/PS/Les Engagés/Groen/Vooruit/Open VLD steunen. Of dat was toch het plan, maar de N-VA en de andere Vlaamse partijen kregen van de MR kennelijk een lichtjes andere versie van de deal voorgeschoteld, waarvoor Laaouej voorlopig feestelijk bedankt.
Het valt dan ook te bezien of het out of the box initiatief van GLB nog een kans op slagen heeft, nu blijkt hoe weinig water Ahmed Laaouej echt in de wijn lijkt te willen doen.
Brusselse formatie is nog niet ten einde: ‘Zolang Laaouej niet afhaakt, is er marge’
Enorme toegeving
Zelfs een louter observerende N-VA-medewerker (als lid van het MR-onderhandelingsteam) kan volgens de Brusselse PS-baas dus niet aan toekomstige regeringsonderhandelingen deelnemen, waardoor de N-VA de nieuwe regering eigenlijk geblinddoekt het vertrouwen zou moeten geven. En wie nu juist die N-VA-gezinde staatssecretaris zou mogen worden, daar wil Laaouej ook mee zijn zegje kunnen over doen.
Bij de Brusselse PS klinkt het dat het tolereren van zo’n staatssecretaris, die voor de duidelijkheid van de PS wel een Nederlandstalige figuur mag zijn – ‘we begrijpen dat de N-VA geen Franstalige kandidaat kan steunen’ – op zich al een enorme toegeving is.
Onderhandelen met partijen die ‘de Brusselse instellingen willen lamleggen of ontwrichten’, blijven voor de PS uit den boze. De partij wijst er ook op dat in een Brusselse regering stappen met MR en Les Engagés, en alle andere Franstalige linkse partijen in de Brusselse oppositie, van grote politieke verantwoordelijkheidszin zou getuigen.
Bert Anciaux over de Brusselse regeringsvorming: ‘Ik kan me niet voorstellen dat de N-VA hiermee akkoord gaat’
Historische fout
Toch zien ook binnen de PS sommigen met lede ogen aan hoe Laaouej een belangrijk aspect van het broze communautaire bouwwerk dat de founding fathers van het Brussels Gewest hadden opgetuigd, op de helling zet: namelijk dat de ene taalgroep niet intervenieert in de samenstelling van de meerderheid van de andere taalgroep.
‘Weigeren om te praten met de NV-A, de grootste partij van Vlaanderen en België, en de partij van de premier, is hoe dan ook een historische fout,’ zegt een PS-bron. ‘Willen we misschien de volgende keer liever met het Vlaams Belang praten?’ En de bron vervolgt: ‘De regel dat Vlamingen en Franstaligen eerst apart hun eigen coalitiepartners kiezen, is een essentieel onderdeel van het fragiele vredesverdrag tussen de Franstaligen en de Vlamingen. Die basisregel slaat Laaouej aan gort, en dat getuigt van grote minachting voor de Vlamingen.’
Theo Francken
Machtspoliticus Ahmed Laaouej, als gewezen financieel expert van zijn partij een man van de cijfers, heeft naar verluidt een olifantengeheugen. De zoon van een Marokkaanse mijnwerker, gestorven aan een stoflong, is nooit vergeten dat Theo Francken (N-VA) zich ooit afvroeg wat nu eigenlijk voor België de toevoegde waarde is geweest van Marokkaanse migranten.
Ook de uitspraken die premier Bart De Wever (N-VA) bijna 10 jaar geleden deed over de Marokkaanse Berbers zijn al die tijd in het verkeerde keelgat blijven zitten. In een interview over racisme en Syriëgangers, zei De Wever toen dat de Marokkaanse gemeenschap, ‘die in Antwerpen voor 80 procent uit Berbers bestaat, een gesloten groep is met veel wantrouwen tegenover de overheid, die zeer vatbaar is voor salafisme. De afwijzing komt ergens vandaan. De attitude om werk te zoeken en een opleiding te volgen moet er ook zijn.’
Het beeld dat Laaouej heeft van de N-VA, zo wordt gezegd, is ook gevormd door zijn jarenlange ervaring in de federale Kamer, waar de PS en de N-VA vaak met getrokken messen tegenover elkaar stonden. Met zijn kruistocht tegen de ‘separatistische en randje racistische’ N-VA oogst Laaouej, die met klem weerspreekt dat hij anti-Vlaams zou zijn, ook makkelijk steun bij zijn achterban in de migrantengemeenschappen in de armere Brusselse gemeenten in het noorden en het westen van het Brussels Gewest.
Het rotten stoppen
‘Het is gewoon verschrikkelijk om te zien hoe weinig Brusselse politici willen aanvaarden dat de bescherming van de minderheid in Brussel het tegengewicht is voor de bescherming van de minderheid op federaal vlak’, schreef professor publiekrecht Koen Lemmens (KU Leuven) begin deze week op X, naar aanleiding van de houding van de Brusselse PS tegenover de Vlaamse partijen in Brussel.
Met zijn uitspraken dinsdagochtend op de RTBF-radio leek ook gewezen PS-voorzitter Elio Di Rupo, de politieke mentor van Ahmed Laaouej, precies uit dat vaatje te tappen. Brussel is een overwegend Franstalige stad, aldus Di Rupo. Op grond daarvan blijft de PS zich met recht en rede verzetten tegen bestuursdeelname van een Vlaams-nationalistische partij als de N-VA. ‘Wij zullen Brussel nooit aan de Vlamingen verkopen’, zei Di Rupo.
Maar als gevolg van de PS-kruistocht tegen de N-VA in Brussel gaan in Vlaanderen almaar meer stemmen op om het op de rand van het bankroet balancerende Brussels Gewest hetzij gewoon af te schaffen, hetzij onder federale voogdij te plaatsen. ‘De strategie van Laaouej en anderen is een godsgeschenk voor iedereen die de Brusselse gewestelijke instellingen wil verzwakken’, klinkt het bij een Brusselse PS-politicus. ‘We zijn bezig de communautaire spanningen tussen Franstaligen en Vlamingen, die aanzienlijk waren afgenomen in Brussel, weer op te rakelen. Waardoor niet alleen de N-VA, maar ook alle andere Vlaamse partijen in Brussel zich stilaan blauw ergeren en gaan afvragen: wat is dít?’
Ondanks alles hield Vlaams Brusselminister Cieltje Van Achter (N-VA) het in het vragenuurtje van het Vlaams Parlement woensdagmiddag best constructief. De N-VA wil in Brussel nog altijd haar verantwoordelijkheid opnemen, zei ze. ‘Wij willen ervoor zorgen dat het rotten stopt.’