Steeds meer Europese landen verhogen druk op Israël: ‘Ongebruikelijk dat België nu achterblijft’

© Belga
Kamiel Vermeylen

Een heleboel West-Europese landen worden steeds kritischer voor Israël, en dat zet ook de Wetstraat onder hoogspanning. ‘Het is ongebruikelijk dat België zo achterblijft’, merkt professor Europese politiek Hendrik Vos op.

‘Ja, dit is een crisis’. Het woord is eruit. Volgens Vooruit-partijvoorzitter Conner Rousseau zet de Israëlische oorlog in de Gazastrook de regering elke dag onder hoogspanning en is zijn partij desnoods bereid om een wisselmeerderheid aan te gaan – oppositiepartijen Groen en PVDA boden dat denkspoor eerder al aan. ‘Wij zijn met Vooruit al zeer veel van onzen tak aan’t maken achter de schermen, aldus Rousseau. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez kaatst de bal meteen terug en waarschuwt Rousseau ervoor dat een wisselmeerderheid meteen het einde van de regering-De Wever betekent.

Opmerkelijk: Rousseau verwees ook naar onze buurlanden, die momenteel een stuk verder gaan dan België. ‘Heel lang was het argument van bepaalde partijen dat België niet de enige mocht zijn die iets doet – wij vinden van niet: ook een klein land kan een groot signaal sturen’, klonk het. ‘Er is internationaal echt een beweging bezig. Als je nu ziet wat er gebeurt in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Canada, dan zijn er geen argumenten meer om niet verschillende stappen verder te gaan’, voegde Rousseau er nog aan toe.

Regeringscrisis over Gaza: hoe riskant is het dreigement van Conner Rousseau?

Over welke stappen gaat het dan concreet? Het opschorten van het Europese associatieakkoord, nationale sancties tegen Israël en de erkenning van de Palestijnse staat behoren tot de opties, aldus Rousseau. Nederland nam zopas nationale sancties tegen twee leden van het Israëlische veiligheidskabinet en is in Europees verband uitgesproken pleitbezorger voor de herziening van het associatieakkoord met Israël. Frankrijk op zijn beurt zal de Palestijnse staat erkennen. Vorig jaar deden Spanje, Ierland en Slovenië als de meest uitgesproken Europese critici van Israël dat al.

Mensenrechten

Rousseaus gevoel zit juist: tegen de Belgische traditie in raakt ons land in West-Europa steeds meer achterop. Terwijl onze directe omgeving – grote buur Duitsland uitgezonderd – met sancties en de erkenning van Palestina de druk op Israël opvoert, komt België niet veel verder dan zijn traditionele pleidooi voor een tweestatenoplossing en het respect voor de mensenrechten. Ook begint ons land weldra opnieuw met luchtdroppings vanuit Jordanië – waarvan de VN overigens zegt dat ze inefficiënt zijn en de aandacht van de aanhoudende Israëlische blokkade afleiden.

Geïsoleerd was België tot op zekere hoogte al, want ruim driekwart van alle VN-leden erkent de Palestijnse Staat wél. Maar intussen begint het dus ook in onze directe omgeving te schuiven. Kijk naar de zogenaamde New York Call, de kersverse oproep van 15 landen die Palestina al erkennen of die de – soms voorzichtige – intentie verklaren dat weldra te zullen doen. In dat groepje zitten onder meer Frankrijk, Slovenië, Ierland, Portugal, Luxemburg, Noorwegen, Finland, Malta, Andorra en Spanje. Zweden roept dan weer op om het volledige handelsluik van het associatieakkoord met Israël op te schorten.

Afgelopen maandag legde ook de Europese Commissie van voorzitter Ursula von der Leyen voor het eerst sancties tegen Israël op tafel. Nu de Commissie tot de conclusie is gekomen dat Israël de mensenrechten schendt en onvoldoende hulp in Gaza toelaat, wil Brussel het wetenschappelijke samenwerkingsprogramma Horizon met Israël opschorten. Dinsdag vond er onder de lidstaten een eerste gedachtewisseling over het voorstel plaats, maar mede door de meningsverschillen binnen de regering nam België geen positie in – over twee weken komt het onderwerp opnieuw aan bod.

‘Het is ongebruikelijk dat België nu achterblijft. Doorgaans schuift ons land in Europees verband snel mee op of voeren we zelfs het peloton aan’, zegt professor Europese politiek Hendrik Vos (UGent). ‘Het krediet van Israël raakt op, waardoor de posities in veel Europese landen bewegen’, stelt professor internationale politiek Alexander Mattelaer (VUB/Egmont) vast. ‘Maar Duitsland – hoewel het kritischer wordt over het humanitaire aspect – blijft bij zijn lijn dat de erkenning van Palestina moet volgen op een tweestatenoplossing. België zit nu gewrongen tussen Parijs en Londen enerzijds en Berlijn anderzijds, een ongemakkelijke positie die op de regering afstraalt.’

Apartheid

Ook buiten Europa beweegt er wat. Canada, Australië en het Verenigd Koninkrijk geven aan Palestina te willen erkennen – tenminste als Israël niet akkoord gaat met een staakt-het-vuren, zich niet bereid toont mee te werken aan een tweestatenoplossing en het de Westelijke Jordaanoever verder annexeert, én als de Palestijnse Autoriteit nieuwe verkiezingen organiseert zonder Hamas. ‘Het is geen kwestie of we Palestijnse staat erkennen, maar wanneer’, zei de Australische minister van Financiën. ‘De erkenning van Palestina moet bijdragen aan een tweestatenoplossing’, aldus Brits premier Starmer.

Het VK heeft alvast ervaring met de situatie. Veertig jaar geleden vaardigde de Europese Gemeenschap (EG) op initiatief van bevoegd Eurocommissaris en PVV-politicus Willy Declercq zwakke sancties uit tegen het steeds driestere apartheidsregime in Zuid-Afrika – op Griekenland na bestond de EG toen uit uitsluitend West-Europese lidstaten. Het VK deed als enige niet mee, maar ging twee weken later alsnog overstag na druk van onder meer zijn Europese bondgenoten. Afwachten of die twijfelachtige eer weldra ook de regering-De Wever te beurt valt.

Erkenning Palestina

In de Europese Unie erkennen momenteel acht landen de Palestijnse Staat: Slovenië, Spanje, Ierland, Slowakije, Polen, Hongarije, Roemenië en Bulgarije. Het valt te verwachten dat die lijst weldra langer wordt. Dat zo veel voormalige Sovjetlanden Palestina erkennen, is geen toeval. In 1988, het jaar waarin de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) de onafhankelijkheid uitriep, erkenden Hongarije, Polen, Roemenië en Bulgarije de Palestijnse staat – bijgevolg doen ze dat vandaag nog steeds. Ook Tsjechoslowakije en Oost-Duitsland erkenden Palestina, maar beide staten hielden intussen op te bestaan – Slowakije erkende Palestina in 1993, Tsjechië doet dat tot op de dag van vandaag niet. Die erkenning van de toenmalige Oostbloklanden kwam er niet zomaar. Met de Verenigde Staten – de grote vijand – als bondgenoot van Israël was de keuze voor Palestina min of meer evident. Bovendien paste de erkenning van Palestina in een narratief van antikolonialisme waarmee het Rusland van toen een antiwesters sentiment probeerde aan te wakkeren.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content