Bert Bultinck

Bart De Wever knoeit al weken met deadlines en dat is erger dan hij denkt

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

Volgende week gaat het gebeuren: premier De Wever zal zijn langverwachte begroting presenteren. Of niet, natuurlijk.

Nu de premier al een paar deadlines heeft gemist, en hij de nieuwe – echte, ultieme! – inleverdatum voor de federale begroting op 6 november heeft gezet, kom zijn ovenverse aura van staatsmanschap in gevaar. Bart De Wever (N-VA) knoeit al weken met deadlines en dat is erger dan hij denkt. Als het midden volgende week  niet lukt, dan zal hij daarover ‘rapporteren aan het staatshoofd’, liet hij vorige week weten. Maar hoeveel kracht gaat er nog van dat dreigement uit als je voortdurend zit te prutsen met de krijtlijnen van de onderhandelingen?

Oppompen en vertragen

Eerst het belang van de begrotingsbesprekingen zo hard mogelijk oppompen om dan de boel te vertragen en voortdurend de spelregels te veranderen: het is een rare tactiek. Het gaat in deze begrotingsronde om een miljardeninzet die al even ontzagwekkend is als wat er op het spel stond bij de regeringsonderhandelingen zelf. We hangen boven de rand van de afgrond, aldus de premier, maar kennelijk kunnen we daar gerust nog wel een paar weken langer hangen. Of moeten we naar nieuwe verkiezingen? Nee toch? Hoe bang moeten we zijn van een afgrond waar De Wever na een beetje ruzie zelf in wil springen?

Volgt u even mee? Eerst was er het eindeloze getalm om zelfs maar aan de besprekingen te beginnen. Die cruciale, levensbelangrijke, voor de toekomst van het Avondland onontbeerlijke gesprekken werden pas gelanceerd op maandag 29 september, amper twee weken voor de traditionele deadline. Dat is láát.

‘Best’ noch ‘final’

We waren toen nochtans al een hele tijd op de hoogte van de extra defensie-uitgaven en de al bestaande miljardentekorten. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez spreekt al maanden van een ‘Nieuw Testament’, dat groter en belangrijker zou zijn dan het Oude Testament van het regeerakkoord.  Dan zou je toch denken dat je er meteen werk van maakt? Maar nee, pas helemaal op het einde van september kwam het – een beetje – op gang.

Hoe bang moeten we zijn van een afgrond waar De Wever na een beetje ruzie zelf in wil springen?

En het werd erger. In de plaats van een reeks deelakkoorden kwam er geschuif met deadlines. Eerst zou er een begroting worden voorgesteld op de tweede dinsdag van oktober, met de traditionele State of the Union in het parlement. Al snel bleek dat De Wever zich daar niet te veel van zou aantrekken, met een zorgeloosheid die toen al ronduit bizar aandeed: ‘Het domste wat je kunt doen in de politiek is jezelf deadlines opleggen.’ Na een uitstel van ‘maximaal een week’ kwam er dan het ‘best and final offer’ van vorige week, dat noch ‘best’ noch ‘final’ was. En nu springen we meteen naar 6 november.

De begroting en Euroclear: waarom Bart De Wever maar beter uitgeslapen is

De goal verplaatsen

Hetzelfde gegoochel was er met de miljarden zelf. Eind september heette het dat we 16 miljard euro moesten vinden tegen het einde van de regeerperiode in 2029. Bouchez had het eerder over 20 miljard gehad. Plots bleek dat de helft ook al goed zou zijn: een sanering van 10 miljard zou voldoende zijn voor Europa. Of was het 8 miljard?

Helemaal gek werd het toen er vorige week nog verder werd teruggeschroefd naar 6,3 miljard. Bovendien liet De Wever uitschijnen dat hij de begroting voor 2026 in een handomdraai rond zou kunnen krijgen, maar dat hij hoger mikte. Tot ook daar weer werd aan getwijfeld, en er misschien dan toch alleen een akkoord voor komend jaar zou worden gepresenteerd. Hoe kun je in godsnaam nog voetballen als je heel de tijd de goal verplaatst?

Ruiters van de Apocalyps

Het is, inderdaad, cruciaal dat De Wever slaagt. De grootste Belgische politicus van deze eeuw heeft van de kiezer het mandaat gekregen om de rekeningen op orde te zetten. Bovendien – het is geen detail – is hij er met die sombere budgettaire boodschap in geslaagd om in de verkiezingen het Vlaams Belang af te stoppen. Daarmee verlegde hij het zwaartepunt van de strijd tegen extreemrechts van links naar rechts. En terwijl hij in eigen land bij wijze van spreken elke dag de ruiters van de Apocalyps ziet voorbijtrekken, bewijst hij in Europa dat pessimisme een luxeproduct is dat het Westen zich niet meer kan veroorloven. In de Europese Unie brengt hij tegenwoordig soms zelfs goed nieuws – ‘yes, we can’ in vier talen. Dat zijn allemaal prestaties van het grootste formaat. Hij krijgt er lof voor en die lof is meer dan verdiend.

Je mag er niet aan denken dat hij dat allemaal verkwanselt vanwege onachtzaamheid, balorigheid of een kortzichtige strategie.

 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise