Erik Moonen

‘Minimumdoelen? Het is helemaal niet helder wat kleuters over letters zullen moeten leren’

Erik Moonen Taaldocent aan de UHasselt

Op basis van wat er in de nieuwste minimumdoelen opgelijst staat, heeft Erik Moonen (UHasselt) geen goed oog in het leesonderwijs van de komende jaren.

Voortaan zullen kinderen 15 letters moeten herkennen als ze aan het eerste leerjaar beginnen. Dat is een minimumdoel en het oogt ambitieus. Maar wat de kinderen ervan zullen leren is hopeloos verkeerd.

In de minimumdoelentekst staat het zo: ‘Kleuters kunnen minimum 15 letters (korte, lange, tweetekenklinkers en medeklinkers) herkennen door de bijbehorende klank uit te spreken (klanktekenkoppeling).’

Volgens de doelenmakers kunnen letters dus kort zijn, of lang, maar ook een tweetekenklinker of een medeklinker. Ons alfabet heeft 26 letters. Heeft iemand in dat alfabet ooit ‘korte letters’ herkend? Of er ’tweetekenklinkers’ in aangetroffen?

Grof gesteld zijn letters symbolen voor klanken. Maar: we hebben ruim 40 klanken en maar 26 letters. Daarom schrijven we sommige klanken met een lettercombinatie. De /oe/ in ‘boek’ bijvoorbeeld. Dat maakt de klank /oe/ niet tot een ’tweetekenklinker’: in ‘haiku’ en ‘Lukaku’ spellen we hem immers met één teken. Evenmin maakt het ‘oe’ tot een letter: als je ‘oe’ schrijft, schrijf je immers twee letters, niet één.

Wat er gebeurt als letters en klanken door de blender gaan, zie je nu al in de vele scholen waar niet alleen de ‘oe’ een letter is, maar de ‘sch’ ook. Als de juf vraagt hoeveel letters je in ‘schoen’ hoort, moeten de kinderen ‘drie’ zeggen. Ook al hoor je vier verschillende klanken die je schrijft met zes letters. En van die letters kun je er niet één horen: letters zijn immers symbolen, krabbeltjes en die maken geen geluid.

Toch zullen kleuters ’tweetekenklinkers’ en andere soorten ‘letters’ moeten leren herkennen ‘door de bijbehorende klank uit te spreken’. Wat is dat concreet? Neem de letter ‘u’. Welke klank moeten kleuters uitspreken om te laten zien dat ze de letter herkennen: de /u/ van ‘bus’ of de /uu/ van ‘buren’? Of zijn ze allebei goed? Ook al is de /u/ geen korte versie van de /uu/ of andersom; ook al zijn /u/ en /uu/ gewoon twee verschillende klinkers. En als een kleuter vindt dat bij de letter ‘u’ de /oe/ van ‘Lukaku’ hoort, maakt die dan een fout? Zulke vragen kun je bij zowat elke letter stellen.

Het is dus helemaal niet helder wat kleuters over letters zullen moeten leren. En juist is het ook al niet. De doelenmakers husselen de kenmerken van klanken en letters systematisch door elkaar.

Maar: als een school ervoor kiest om haar leesonderwijs ordelijk aan te pakken en kinderen niet te verwarren met hoorbare letters, lange en korte klinkers, tweetekenklinkers, klank- en lettergroepen en wat er nog meer aan taalkundige wartaal in de minimumdoelentekst te vinden is, dan zal die school toch op haar donder krijgen, zodra er inspectie komt. Dat is vreselijk.

De simpele waarheid is namelijk: wie kinderen het schrift vlot wil leren hanteren, moet begrijpen hoe het werkt. En wat de minimumdoelentekst daarover laat zien is warrig en fout. Dus: als de tekst wordt goedgekeurd, is het leesonderwijs dat kinderen de komende jaren krijgen dat ook.

Erik Moonen is Taaldocent aan de UHasselt. HIj is auteur van Exit dyslexie. Zeker leren lezen met de Alfabetcode. (Uitgeverij Manteau).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content