‘Onze cursisten gebruiken hun certificaten niet als diploma’s voor de vitrinekast, maar als sleutels naar kansen’, lesgever schrijft Ilse Verhaegen. Ze hoopt dat de Vlaamse regering nog terugkomt op het voornemen om het mes te zetten in het volwassenenonderwijs.
Met grote bezorgdheid vernemen we dat de Vlaamse regering het inschrijvingsgeld voor taalcursussen binnen het volwassenenonderwijs drastisch verhoogt en het recht op verminderd tarief volledig afschaft. Die maatregel raakt het hart van wat volwassenenonderwijs betekent: een tweede kans, een opstap naar werk, een hefboom voor integratie, zelfontplooiing en maatschappelijke participatie.
In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, zijn taallessen in het volwassenenonderwijs geen vrijblijvende hobby. Ze vormen voor duizenden cursisten in Vlaanderen elk jaar een bewuste investering in hun toekomst. In ons centrum volgen volwassenen met uiteenlopende achtergronden en leeftijden les in verscheidene talen zoals Frans en Duits, onze landstalen, of internationale talen zoals Engels of Spaans om er enkele te noemen. Ze doen dat om werk te vinden, zich om te scholen naar knelpuntberoepen of zich voor te bereiden op hogere studies.
De arbeidsmarkt vandaag vraagt meer dan ooit om meertaligheid. Werkgevers verwachten dat werknemers zich in meerdere talen kunnen uitdrukken — in sectoren zoals technologie, logistiek, zorg, farma, onderwijs en nog zovele andere is dat essentieel. Ook onze samenleving wordt steeds internationaler: de werkvloer volgt die evolutie. Taalvaardigheid is toegang. Tot een sollicitatiegesprek. Tot een opleiding. Tot collega’s. Tot een plek aan tafel. Onze cursisten gebruiken hun certificaten niet als diploma’s voor de vitrinekast, maar als sleutels naar kansen.
De Vlaamse regering wil nochtans meer mensen aan het werk. Er wordt gemikt op een werkzaamheidsgraad van 80%. Tegelijk wordt er opgeroepen tot levenslang leren. Dat zijn mooie ambities. Maar hoe verzoen je dit beleid dat inzet op activering met het afsluiten van de toegang tot leren? Als kansen in de etalage liggen, maar het prijskaartje buiten bereik is? Is het echt te moeilijk om een sociaal rechtvaardig inschrijvingsmodel te bedenken, waarbij wie meer heeft ook meer betaalt, en wie weinig heeft niet wordt buitengesloten? Wie mensen in beweging wil krijgen, moet geen trappen bouwen — maar drempels verlagen.
Naast het economisch aspect, is het belang van taalonderwijs ook menselijk én maatschappelijk. Taal leren geeft mensen zelfvertrouwen, stimuleert sociaal contact, houdt het brein actief en bevordert mentaal welzijn. Volwasseneneducatie draagt bij tot gezondheidspreventie en armoedebestrijding. Wie in taal investeert, oogst veel meer dan woorden.
Maar wat als taalonderwijs een luxeproduct wordt?
Wat als een taalcursus van zes uur per week plots €960 kost — evenveel als een universitair inschrijvingsgeld voor een volledig academiejaar?
Dan worden net die mensen uitgesloten voor wie dit onderwijs het verschil maakt. Zij vallen uit de boot. Niet omdat ze niet willen. Wel omdat ze niet kunnen.
Laten we afsluiten met een voorbeeld.
Een vrouw uit Oekraïne, leerkracht van opleiding in haar thuisland, werkt vandaag als poetshulp in België. Ze volgt vier avonden per week les: twee keer Nederlands, twee keer Engels. Ze wil vooruit, wil bijdragen, wil bouwen. Maar door de nieuwe tarieven wordt het financieel ondraaglijk. De toekomst waar ze zo hard aan werkt, glijdt voor haar ogen weg. Zoals zij zijn er velen.
Wij roepen de Vlaamse regering met aandrang op:
Herzie deze beslissing.
Geef taal terug aan de mensen.
Maak onderwijs opnieuw een recht, geen privilege.
Taal is geen luxe.
Geen hobby.
Taal is een sleutel. Een brug. Een anker.
Voor duizenden cursisten betekent het het verschil tussen blijven dobberen en eindelijk koers zetten.
Laat hen niet overboord gaan.
Ilse Verhaegen is lesgever Engels aan het CVO Encora in Antwerpen.