De Leraarskamer vs. Bruno Vanobbergen: ‘Leerkrachten zouden beter een whatsappje naar ouders sturen als hun kind iets goed doet’

leraarskamer
Stef Van den Brande van De Leraarskamer: ‘Ik zie mijzelf niet snel een bank binnenstappen en de loketbediende uitschelden omdat ik vind dat die zijn werk niet goed doet. Op scholen krijgen mensen blijkbaar het gevoel dat dat wél allemaal kan?’ © Sander Van Damme
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Hoe kan de band tussen leerkrachten en ouders verbeteren? ‘Er zijn veel meer investeringen nodig in brugfiguren op school’, zegt Bruno Vanobbergen, topman van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, in de Leraarskamer van Knack.

Afgelopen weekend kwamen de leden van de Leraarskamer van Knack 2024-2025 voor de laatste keer samen. Dit keer niet elk in hun eigen provincie, maar allemaal samen in de Arteveldehogeschool in Gent.

Voor een publiek van collega’s en docenten uit de lerarenopleiding gingen ze er in gesprek met vier onderwijsexperts. Daarbij werd telkens vertrokken vanuit resultaten van Teacher Tapp Vlaanderen, een app waarin onderzoekers van de Artveldehogeschool leerkrachten en ander onderwijspersoneel elke dag drie vragen voorleggen.

Uit de resultaten bleek dat maar liefst 43 procent van de onderwijsprofessionals dit jaar al minstens een keer werd geconfronteerd met verbale agressie vanwege ouders. Dat is veel.     

Jesse Van de Kerckhove (boekenjuf in het lager onderwijs): Onlangs, op een eetfestijn in een school, had een papa een glas te veel op. Hij is zijn zegje gaan doen bij de leerkracht. Wat er allemaal uitkwam, was ongelooflijk. De leerkracht heeft zich geweerd, maar het was een absurde situatie. Nu heeft de leerkracht die het kind volgend jaar in de klas heeft, al een strategie uitgekiend. In het begin van het schooljaar zal die naar die vader stappen en zeggen: ‘Zeg, we hebben gehoord dat u een heel betrokken papa bent. Ik ga echt goed met u samenwerken. Want wij willen allebei hetzelfde, namelijk het beste voor uw kind.’

Bo Desmadryl (leerkracht human resources en toegepaste informatica): Ik heb al geregeld mailtjes gekregen van ouders die het niet vonden kunnen dat ik hun kind een sanctie had opgelegd. ‘Nee, mijn kind zal niet in de strafstudie zitten’ – zulke berichten. En dan gaat het over leerlingen die de school zonder toestemming verlaten, iets waarvan iedereen toch moet weten dat het niet door de beugel kan?

‘Ik kan me uit de lerarenopleiding maar één rollenspel herinneren waarin een oudergesprek wordt nagespeeld.’

Elke Bertels (leerkracht Nederlands en aardrijkskunde): Ik sta nu 27 jaar in het onderwijs. In het begin waren er uiteraard geen e-mails. Wel heb ik het gevoel dat ouders altijd betrokken zijn geweest, mail of geen mail. Elke ouder wil gewoon het beste voor zijn of haar kind. Maar inderdaad: zowel de ouders als de jongeren zijn mondiger geworden. Ik kan de mails van ouders op één hand tellen. Als er al eens een onbeleefde of agressieve mail verschijnt, dan is het bij ons de afspraak dat je die meteen naar de directie doorstuurt. Zo zorg je ervoor dat elke onbeleefde ouder op dezelfde manier behandeld wordt, want elke leerkracht reageert toch anders op zulke berichten.

Peter Venneman (leerkracht sales): Ik sta erop dat ik alle ouders heb gezien. Ik geef hen ook mijn gsm-nummer. Net daardoor wordt het bijna nooit gebruikt. In mijn ervaring heb ik het minst last met ouders met een migratieachtergrond. Want als ik hun kind terechtwijs, berispen zij het daarna nog een keer. Bij kinderen van Vlaamse ouders ligt dat iets moeilijker.

Sigried Colpaert (leerkracht wiskunde en wetenschappen): Ik geef telkens opnieuw mijn nummer en in al die jaren ben ik slechts één keer gebeld. Maar dan is er natuurlijk iets als Smartschool. Dat systeem heeft veel goede kanten, maar voor een ouder is een mailtje snel verstuurd, zeker wanneer die moe thuiskomt na een lange dag werken. Ik heb heel bewust de applicatie van Smartschool niet op mijn smartphone staan, omdat ik ’s avonds de neiging had om mijn mails te checken. En wanneer je zo’n heftig bericht binnenkrijgt, laat je al snel je slaap daarover.

Bruno Vanobbergen: ‘Ik pleit ervoor dat er meer wordt geïnvesteerd in brugfiguren op school.’ © Sander Van Damme

Bruno Vanobbergen: In Londen hebben we een school bezocht die misschien ter inspiratie kan dienen. Daar worstelde men ook met de relaties tussen leerkrachten en ouders. Op een bepaald moment besloot men om niet langer alleen naar de ouders te stappen bij problemen met leerlingen. Ze dachten: waarom geen mail of whatsappje naar ouders als hun kind iets echt goed doet? Een kort berichtje volstaat. Daardoor krijg je veel meer nuance in de communicatie met ouders.

An Grietens (leerkracht zorg): Mijn collega heeft ooit iets grappigs gedaan. Nadat die een erg grove mail had gekregen, heeft die zogezegd in naam van Smartschool geantwoord dat de mail was tegengehouden omdat die een bedreiging had gedetecteerd. (hilariteit) In elk geval: achter elke venijnige mail zit een verhaal. Die ouders baseren zich op de kijk van hun kinderen, die meestal zwart of wit is. De boosheid of frustratie die de ouders daardoor voelen, werken ze uit op de leerkracht. Er is altijd een andere kant van het verhaal en zodra ik de opening voel om die veelzijdigheid te belichten, grijp ik die kans.

Sven De Jongh (kleuterleerkracht): Op onze muzische school kregen we een mail van een vader die een bepaalde praktijk in de kleuterklas afwees. Die mail kwam heel agressief over. Enkele collega’s waren er echt van aangedaan. Ik heb hen gezegd dat die man gewoon een heel bezorgde ouder is. Wij als leerkrachten ontfermen ons over zijn aller­dierbaarste bezit. Ik denk dat wij te weinig zijn opgeleid om de situatie te de-escaleren. Het is jammer dat wij als leerkrachten respect moeten afdwingen. Ik denk dat wij dat respect verdienen.

Yasin Burakcin (leerkracht Engels): Ik heb nog niet zo lang geleden de leraarsopleiding gevolgd. Wij worden daar inderdaad niet op voorbereid – of ik heb een klas gemist. (lacht) Maar in alle ernst: ik kan me slechts één rollenspel herinneren waarin een oudergesprek wordt nagespeeld, maar daar ben je niets mee. Mijn nummer aan de ouders geven zoals Peter doet? Heel eerlijk: dat wil ik eigenlijk niet.

Stef Van den Brande (leerkracht lager onderwijs): Laagdrempeligheid is één ding, maar sommige mensen hebben gewoon géén drempel meer. Ik zie mijzelf niet snel een bank binnenstappen en de loketbediende uitschelden omdat ik vind dat die zijn werk niet goed doet. Op scholen krijgen mensen blijkbaar het gevoel dat dat wél allemaal kan?

Vanobbergen: Ik voel bij iedereen hier aan dat de verbinding met de ouders belangrijk is en tegelijkertijd niet vanzelfsprekend. Ik pleit ervoor dat er meer wordt geïnvesteerd in brugfiguren op school. Dat is zowel interessant voor de scholen – die zo iemand naast zich krijgen die de brug naar de ouders slaat – als voor de ouders. Er zijn nu eenmaal ouders die niet alle geplogenheden van de school kennen.

De Leraarskamer van Knack komt tot stand met de steun van de Koning Boudewijnstichting en de Nationale Loterij.

Partner Content