OCMW’s onderzoeken al werklozen nog vóór verlies van uitkering

Nergens worden zoveel dossiers opgestart nog vóór het effectieve verlies van de uitkering als in Antwerpen. © ANP / Peter Hilz
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Hoewel ze hun werkloosheidsuitkering nog niet verloren hebben, ondergaan al bijna 200 langdurig werklozen een sociaal onderzoek bij het OCMW. Dat moet uitwijzen of ze straks in aanmerking komen voor een leefloon. Vooral Antwerpen springt in het oog: nergens anders worden zoveel dossiers opgestart nog vóór het effectieve verlies van de uitkering.

Voor heel wat Vlamingen wordt het een Nieuwjaar in mineur. Door de beperking van de werkloosheid in de tijd verliezen naar schatting 88.500 Vlamingen hun uitkering tussen 2026 en midden 2027. Op 1 januari komen de mensen aan de beurt die al meer dan twintig jaar werkloos zijn. Ook jongeren met een inschakelingsuitkering worden getroffen. Daarna volgen nog verschillende golven.

Zoals bekend verwachten lokale besturen een forse toename van het werk. Zij staan immers in voor de OCMW’s. Volgens ramingen zal ongeveer een derde van de langdurig werklozen die hun uitkering verliezen, recht hebben op een leefloon.

‘In principe kan iemand pas een leefloon aanvragen vanaf het moment dat de werkloosheidsuitkering effectief stopt.’

Extra personeel en oplopende druk

Lokale besturen wierpen zich de voorbije maanden al op extra voorbereiding. Ze namen tal van nieuwe maatschappelijk werkers in dienst om de verwachte toestroom op te vangen. In Brussel, waar maar liefst 42.000 mensen hun uitkering zullen verliezen, keken sommige besturen zelfs richting extra beveiligingsmaatregelen. Ze houden rekening met lange wachtrijen.

Om chaos te vermijden, namen meerdere Vlaamse lokale besturen al vroeg het initiatief. Zowel in Antwerpen als Gent, de steden die de grootste toestroom van leefloongerechtigden verwachten, richtten de OCMW’s een vorm van dispatching op. Die moet werklozen al vóór het verlies van hun uitkering informeren.

Door mensen tijdig duidelijk te maken dat ze niet in aanmerking komen voor een leefloon – bijvoorbeeld omdat hun partner een bepaald inkomensniveau heeft – hopen de OCMW’s de latere werkdruk te beperken.

Sociale onderzoeken opstarten vóór uitkeringsverlies

Lokale OCMW’s gaan intussen verder dan louter informeren. In meerdere gemeenten begonnen maatschappelijk werkers al met sociale onderzoeken bij langdurig werklozen. Zo’n onderzoek vormt een wettelijke vereiste bij de aanvraag voor een leefloon. Het kan gaan om een persoonlijk gesprek, een huisbezoek en een analyse van de gezinsinkomsten, zoals uitkeringen of kinderbijslag.

Het leefloon bedraagt 1314 euro voor een alleenstaande, 876 euro voor een samenwonende en 1776 euro voor een gezin met minstens één minderjarig kind.

Verschillende besturen wachten dus niet tot 1 januari om in actie te schieten. Het OCMW van Antwerpen, stad van premier Bart De Wever (N-VA), noemt de dispatching een succes. In de eerste week van december kwamen er al zo’n 170 hulpvragen binnen. Medewerkers stuurden 110 dossiers meteen door voor sociaal onderzoek.

‘Onze gespecialiseerde dispatching Coevelt kon al veel mensen naar het juiste traject begeleiden’, zegt schepen voor Sociale Zaken Nathalie van Baren (N-VA). ‘Dat kan een sociaal onderzoek zijn, maar evengoed het advies om werk te zoeken of contact op te nemen met de huisarts.’

Ook in Gent zijn maatschappelijk werkers al actief. Zij startten voor 68 werklozen een sociaal onderzoek op. ‘Wie recht heeft op financiële steun, moet snel geholpen kunnen worden’, zegt bevoegd schepen Astrid De Bruycker (Vooruit). ‘Daarom investeren we, ook in tijden van besparingen, in meer dan 30 extra maatschappelijk werkers.’

‘Met enkel de huidige federale basisfinanciering zou één maatschappelijk werker zo’n 130 cliënten moeten opvolgen’, zegt Gents schepen Astrid De Bruycker (Vooruit). © BELGA

‘Dit gebeurt normaal niet’

Ook kleinere steden en gemeenten voeren nu al sociale onderzoeken uit, zegt Nathalie Debast van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). ‘Ze proberen zo de werkdruk beheersbaar te houden. Tegelijk informeren OCMW’s vrijwel overal mensen die hun werkloosheidsuitkering verliezen, vaak samen met partners zoals de vakbond en de VDAB.’

Volgens armoedeonderzoeker Marjolijn De Wilde (KU Leuven) is de aanpak uitzonderlijk. ‘In principe kan iemand pas een leefloon aanvragen vanaf het moment dat de werkloosheidsuitkering effectief stopt. Een sociaal onderzoek opstarten terwijl iemand nog een uitkering ontvangt, gebeurt normaal niet. Maar ik kan alleen maar hopen dat OCMW’s proactief werken.’

Debast benadrukt wel dat het algemene principe overeind blijft: mensen melden zich het best bij het OCMW wanneer hun uitkering stopt. Dat hoeft niet meteen na ontvangst van een verwittigingsbrief van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). ‘OCMW’s hebben tijd nodig om zich voor te bereiden. En eerst moeten partners zoals de VDAB mensen begeleiden richting werk.’

Zes golven

Voor het bijkomende werk kent de federale overheid de OCMW’s een extra vergoeding toe. De Bruycker verwacht evenwel bijkomende middelen. ‘Als we zo veel mogelijk mensen opnieuw aan het werk willen krijgen, dan moeten maatschappelijk werkers voldoende tijd hebben voor begeleiding. Met enkel de huidige federale basisfinanciering zou één maatschappelijk werker zo’n 130 cliënten moeten opvolgen. Dat is niet realistisch.’

In de loop van 2026 ontvangen werklozen in zes opeenvolgende golven een brief van de RVA. De drie eerste golven kregen die al. Mensen uit de tweede golf zijn tussen acht en twintig jaar werkloos en verliezen hun uitkering op 1 maart. De derde golf bestaat uit werkzoekenden uit de zogenaamde derde vergoedingsperiode, die tijdens hun loopbaan minder dan acht jaar volledig werkloos waren. Zij verliezen hun uitkering op 1 april.

OCMW’s verwachten 180.000 werklozen: ‘Wij raken niet snel in paniek’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise