Gezocht: vluchteling voor knelpuntberoep

Een ingenieur controleert een robotarm in een fabriek. © Getty

Wat als vluchtelingen en ontheemden de vacatures voor knelpuntberoepen invullen? Europa stelt een ‘talentenbank’ van 60.000 vluchtelingen voor. België wordt een van de vier afnemers.

Goed nieuws voor de vele werkgevers die hun vacatures niet ingevuld krijgen: voortaan kunnen ze een greep doen in een nieuwe talentenbank met 60.000 profielen.

Deze week wordt Displaced Talent for Europe voorgesteld op twee evenementen in Brussel en Gent. Organisator is de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), die het door Europa gefinancierde project coördineert. In de talentenbank zitten geschoolde vluchtelingen en ontheemden, hoofdzakelijk Syriërs en Palestijnen voor wie Libanon of Jordanië het eerste land van asiel is.

Bedoeling is hen in Europa knelpuntberoepen te laten uitoefenen. Behalve België zullen Ierland, Portugal en – opvallend genoeg – het Verenigd Koninkrijk uit de pool mogen rekruteren.

‘Het Europese initiatief werd in de aanloop naar de Brexit gelanceerd’, zegt Rob De Lobel, hoofd Arbeidsmigratie en Sociale Inclusie bij de IOM, die voor het Belgische luik met Fedasil samenwerkt. ‘Het is een goede zaak dat de Britten er toch bij zijn, want het Verenigd Koninkrijk is een voorloper op het vlak van internationale arbeidsmigratie. De talentenpool werd overigens aangelegd door Talent Beyond Boundaries (TBB)’, onze transnationale partner die vooral actief is in de Angelsaksische wereld.

De samenstelling van die pool is erg divers. Kandidaten registreren zichzelf, er worden weinig drempels opgeworpen. Controleren gebeurt pas wanneer TBB op verzoek van een werkgever op zoek gaat naar een match. ‘Ze checken criteria zoals identiteit, diploma’s en beroepservaring,’ zegt De Lobel, ‘maar de eigenlijke selectie gebeurt door de werkgevers die hun eigen online sollicitatieprocedures volgen.’

De kandidaat-werknemer kan pas naar Europa komen als het arbeidscontract is ondertekend. Vliegtuigticket en visum zijn kosten voor rekening van de werkgever, onthaal en opleiding worden vanuit het project gefinancierd.

Daarmee biedt Displaced Talent for Europe een ethisch alternatief voor recruiters die arbeidsmigranten zelf voor de kosten laten opdraaien en vaak exorbitante commissies vragen om ze aan een baan in rijke industrielanden te helpen.

Maar dreigt het kostenplaatje werkgevers niet af te schrikken? ‘Werkgevers maken altijd een kosten-batenanalyse’, zegt De Lobel. ‘Deze vorm van rekruteren is duur, zeker omdat de kandidaten niet vanaf dag één inzetbaar zijn. Maar ook het niet invullen van vacatures heeft een kostprijs. De afweging varieert naargelang van de sector.’

Breekijzer

IT’ers zijn op de internationale arbeidsmarkt de meest gezochte profielen. Het Belgische programma van Displaced Talent for Europe focust echter op de zorg, eveneens een sector met een gierend personeelstekort. Tegen eind volgend jaar hoopt men de eerste 25 zorgverleners naar België te halen, een opvallend bescheiden streefdoel.

‘Het gaat om een pilootproject’, zegt De Lobel. ‘Op termijn gaan we opschalen. Rekruteren is ook maar de helft van verhaal, de tweede ambitie is minstens even belangrijk. We zien dit project als een breekijzer om het regelgevende kader voor internationale arbeidsmigratie aan te passen. We voeren daarover gesprekken met de betrokken instanties, best ingewikkeld in een land waar de bevoegdheden verdeeld zijn over federale en regionale overheden. Het gaat dan over taalvereisten, homologatie van diploma’s, de combinatie van een arbeids- en een verblijfsvergunning’.

Wettelijke obstakels zijn er genoeg. Displaced Talent for Europe wil de geselecteerde kandidaten in Libanon en Jordanië op hun professionele toekomst in België voorbereiden, onder meer door via afstandsonderwijs basismodules Nederlands of Frans aan te bieden.

‘Idealiter kunnen ze ook hun inburgeringstraject al voor hun vertrek volgen’, zegt De Lobel. ‘Helaas, volgens het Agentschap Integratie en Inburgering is dat voorlopig wettelijk onmogelijk. Dat is dus een van de knelpunten die we hopen op te ruimen. Tegelijkertijd sturen we aan op een mentaliteitswijziging. Vlaamse werkgevers rekruteren bij voorkeur in Vlaanderen, de tandem Brussel-Wallonië en Europa vormen plan B en C. Pas als die allemaal geen resultaat opleveren, gaan ze buiten Europa zoeken. Maar niet naar vluchtelingen en ontheemden, het besef ontbreekt dat ook daar talent zit. Dat willen we veranderen door succesverhalen met hen te schrijven.’

De pre departure-begeleiding van kandidaten omvat verder een oriëntatiegesprek. ‘Dat gaat vooral over soft skills’, zegt De Lobel. ‘Technisch staan de meeste kandidaten op niveau, Syrische ingenieurs zijn bijvoorbeeld goed opgeleid. Waar we op willen anticiperen, zijn attitudes en culturele verschillen. Teamwork, hiërarchie, deadlines, dat zijn concepten die soms anders worden ingevuld’.

Wat als een match toch niet werkt? ‘Daar hebben we met alle partnerlanden over onderhandeld’, zegt De Lobel. ‘Bescherming van de migranten is een prioriteit. Er wordt niet teruggestuurd, ook niet als iemand zijn werk verliest.’

Ook over gezinshereniging werden afspraken gemaakt. Familiy unity is het uitgangspunt, arbeidsmigranten vormen met partner en kinderen een eenheid. ‘In de praktijk echter start arbeidsmigratie vaak als solotraject’, zegt De Lobel. ‘Gezinshereniging volgt pas als ze vaste voet aan de grond hebben.’

Behalve Fedasil werken de Dienst Vreemdelingenzaken en de drie arbeidsbemiddelingsorganisaties VDAB, FOREM en Actiris mee aan Displaced Talent for Europe. Sectoriële spelers zoals de Vlaamse Zorgambassadeur en Zorgnet-Icuro klommen eveneens aan boord.

Het Europese programma loopt tot eind dit jaar, maar de call voor de tweed fase ligt al klaar. ‘Frankrijk en Slovakije stappen mee in’, zegt De Lobel. ‘We gaan de talentenpool mogelijk uitbreiden naar Oeganda. Ook daar leven veel vluchtelingen, die de nodige talenten hebben waar Europese werkgevers op zoek naar zijn.’

Meer info: forms.office.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content