Onder vrienden

Neven Hans Bourlon en Jos De Bie groeiden samen op: ‘In de fietsclub is Jos de leider’

© Carmen De Vos

De ene studeerde filosofie en werd ceo van Studio 100. De andere behaalde een diploma geschiedenis en kwam bij een grootbank terecht. Hans Bourlon en Jos De Bie zijn meer dan goede vrienden: ze groeiden samen op.

Plaats van afspraak met Hans Bourlon (61) en Jos De Bie (57) is het Mechelse café Het Kunstuur, recht tegenover het gelijknamige gebouw waar Bourlon en zijn oudere broer Joost sinds 2019 geregeld exposities organiseren. Ze tonen er topwerken van Belgische kunstenaars uit de periode 1850-1950 op een eigentijdse manier. Bekende en onbekende Vlamingen zoals Kristel Verbeke, Kamagurka en poetshulp Ana Yous geven via een audiogids uitleg bij een van de dertig schilderijen en leggen telkens de link tussen verleden en heden. Geluids- en lichteffecten dompelen de bezoeker onder in een unieke beleving van exact een uur. ‘Twee minuten per schilderij’, zegt Bourlon. Terwijl uit onderzoek blijkt dat in een gewoon museum een kunstwerk gemiddeld zeventien seconden aandacht krijgt.

De huidige tentoonstelling in Mechelen, die nog tot mei volgend jaar loopt, is de zesde en toont werken van onder meer Paul Delvaux, Constant Permeke en Gustave Van de Woestyne. ‘Het Kunstuur is een privé-initiatief van Joost en Hans Bourlon onder het toeziend oog van Jos De Bie’, staat te lezen op de website.

‘Maar voor alle duidelijkheid: dat ben ik dus niet’, zegt Jos De Bie de Jongere. Jos De Bie de Oudere blijkt de gemeenschappelijke grootvader te zijn. ‘De vader van mijn moeder en van Jos’ vader’, verduidelijkt Bourlon. ‘Een schilder in beide betekenissen van het woord’, vult De Bie aan. ‘Hij verdiende zijn brood met het schilderen van muren en plafonds, maar hij had ook een atelier waar hij aan de schildersezel zat en werken in de trant van Valerius de Saedeleer maakte.’

Een deel van dat grootvaderlijke oeuvre hangt in café Het Kunstuur. Al trekt een ander werk de meeste aandacht: een bronzen borstbeeld van James Ensor van de hand van Rik Wouters dat rond zijn as draait en zo de spil van het café is. In de expo zijn ook enkele werken van Ensor te zien.

Jos neemt de praktische organisatie bij onze fietsclub op zich. Hij is dan de leider, niet ik.

Hans Bourlon

Loopt kunst als een rode draad door jullie levens?

Hans Bourlon: We zijn er vanaf onze prille jeugd in ondergedompeld. We woonden naast elkaar in Baardegem, bij Aalst. Jos is vier jaar jonger, maar we speelden veel samen. De Rode Ridder bijvoorbeeld. We waren allebei grote stripfans. Dan gingen we in het bos dat achter onze huizen lag op zoek naar het onrecht, dat we natuurlijk nooit vonden. (lacht) Ik had houten zwaarden, maliënkolders… Maar we hingen ook vaak rond in het huis van onze grootouders. Onze grootmoeder was een heel sociale vrouw die altijd wel bezoek had en fascinerende gesprekken voerde. Dan spitsten we de oren. Ik heb er veel inspiratie opgedaan voor de scenario’s van Samson en Gert. Onze grootvader was dan weer vaak druk in de weer in zijn atelier. Het was indrukwekkend om hem daar aan het werk te zien. Ik probeerde hem weleens na te doen, maar ik had niet echt een talent voor tekenen. Er lagen ook altijd veel kunstboeken. Daar snuisterden we dan in.

Jos De Bie: Grootvader had ook veel andere boeken. Er werd veel gelezen bij ons in de familie. We waren dus ook omringd door literatuur. Dat verklaart wellicht waarom mijn vader schrijver is geworden. Hij heeft onder meer enkele romans geschreven, en scenario’s voor populaire tv-reeksen als De paradijsvogels en Alfa Papa Tango. En de teksten voor de doodsprentjes van de mensen in het dorp. Hij is een necrofiloloog. (lacht)

Bourlon: In onze beginperiode heeft hij ook enkele scenario’s voor Samson en Gert geschreven. Ik heb van nonkel Mark vooral geleerd hoe je goede dialogen schrijft. Verhalen bedenken lukte me van bij het begin relatief makkelijk. Maar de eerste dialogen die ik schreef waren nogal stroef. Nonkel Mark gaf me toen een tip: lees je dialogen hardop in het dialect. Als ze dan goed klinken, zijn ze in orde. Die truc heb ik sindsdien toegepast en ook aan jongere collega’s doorgegeven.

© Carmen De Vos

Na Samson kwam Kabouter Plop. Dan volgden onder meer K3, pretparken, musicals, en nu zelfs een animatiestudio in Australië die de populaire televisieserie Stranger Things onder handen gaat nemen. Had u in uw neef zo’n succesvol ondernemer gezien?

De Bie: Voor een deel wel. Als er iets te organiseren viel, een quiz bij de scouts bijvoorbeeld, maakte de jonge Hans er altijd een heel spektakel van. Hij nodigde dan bijvoorbeeld Bekende Vlamingen uit. En vaak slaagde hij er ook in om ze in Baardegem te krijgen. Ze zaten dan achter een doek en je moest raden wie ze waren.

Bourlon: Bart Peeters en Nonkel Bob heb ik zo weten te strikken. Ik heb ook eens een brief naar de koning gestuurd, maar die kon niet komen. (lacht)

De Bie: Hans heeft dus altijd wel dat creatieve gehad, maar hij heeft het ook altijd gekoppeld aan ondernemingszin en doorzettingsvermogen. En hij heeft de kwaliteit om mensen om hem heen te enthousiasmeren, om ze mee te trekken in zijn projecten.

Bourlon: Die scoutsquizzen zijn mijn redding geweest. Ik was na mijn legerdienst op een ministerie terechtgekomen. Ken je de legendarische serie De collega’s? Wel, het had er veel van weg. Ik weet nog dat ik op mijn eerste dag van mijn baas te horen kreeg dat je drie extra dagen verlof per maand kreeg als je van zeven uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds werkte. ‘Maar’, zei hij, ‘we hebben hier iemand die alle kaarten verzamelt en ze om zeven uur in de prikklok steekt. In werkelijkheid beginnen we pas om negen uur.’ Als je baas je dat zegt op je allereerste werkdag, volg je hem er natuurlijk in. Maar toen kwam er na een week of drie een onverwachte inspectie en hadden we allemaal prijs. Ik was nog maar net begonnen en was al een fraudeur. Die job en die omgeving waren helemaal niets voor mij. Maar door de evenementen die ik voor de scouts organiseerde ben ik op de radar van de toenmalige BRT gekomen. Ze konden bij de jeugddienst iemand zoals ik wel gebruiken voor een spelprogramma. En zo ben ik daar aan de slag gegaan, al was ik op dat moment absoluut geen televisiekenner. Thuis keken we amper, ook omdat we bij een bos woonden. Als er te veel bladeren aan de bomen hingen, had onze antenne geen ontvangst meer.

Mijn vader schreef de teksten voor de doodsprentjes van de mensen in het dorp. Hij is een necrofiloloog.

Jos De Bie

Ik heb bij de BRT in korte tijd veel geleerd en ben er ook ene Gert Verhulst tegengekomen. Die had het idee om de kinderprogramma’s aan te kondigen samen met een pratende pluchen hond. Toen we met Samson ook evenementen begonnen te organiseren en die veel volk trokken, beseften we dat we iets waardevols in handen hadden. Een tijdje daarna was er een herstructurering bij de openbare omroep en zouden er dus sowieso ontslagen volgen. We hebben toen beslist om ons eigen bedrijfje te beginnen. De bazen aan de Reyerslaan wilden Samson niet kwijt, dus hadden we meteen een goede klant. En VTM wilde ook een populair kinderprogramma. Toen we op de set van Samson en Gert wat aan het dollen waren met mutsen, bedachten we Kabouter Plop. Toen waren we helemaal vertrokken. Al had ik – met mijn opleidingen Latijn-Grieks in het middelbaar en filosofie aan de unief – geen enkele kennis van ondernemen. Ik heb nooit een lesuur economie gehad en wiskunde was bijzaak. Ik had ook een soort angst voor cijfers. Dus heb ik me bij het begin omringd met mensen die er wel veel verstand van hadden. Ik heb me dan later bijgeschoold.

Studio 100 is intussen een van de succesvolste Vlaamse bedrijven. Maar er waren ook wel wat dieptepunten. Jullie werden voor miljoenen opgelicht door jullie toenmalige financieel directeur, en recent was er het ontslag van de ceo van Plopsaland wegens vermeend toxisch leiderschap. Hoe hard komt dat aan?

Bourlon: Ik denk daar veel over na. Heb ik zelf iets fout gedaan? Heb ik signalen gemist? Maar ondernemen is ook vertrouwen. Het is je omringen met mensen en hen verantwoordelijkheid geven voor een onderdeel van je bedrijf. Ik geloof sterk in die werkwijze. Het kan intussen ook niet anders. Ik kan bijvoorbeeld onmogelijk constant de leiding controleren van onze animatiestudio in Sydney, aan de andere kant van de wereld. Ik kan er maximaal twee keer per jaar langsgaan. Ik geloof enorm in delegeren en het opzetten van kleine onderdelen die zelfstandig werken. Het is altijd mijn doelstelling geweest om zo veel mogelijk opzij te gaan staan en andere mensen kansen te geven. Maar soms wordt van dat vertrouwen misbruik gemaakt. En dat komt aan, ja.

Praat Hans daar met u over?

De Bie: Eigenlijk niet. Als erover gepraat wordt, is het omdat ik ernaar informeer.

Bourlon: Dat komt ook doordat ik het werk even achter mij wil laten wanneer ik bij Jos en onze vriendengroep ben. Dan wil ik genieten van onze tijd samen en niet te veel aan Studio 100 denken.

© Carmen De Vos

Wat doen jullie zoal samen?

Bourlon: We zitten bijvoorbeeld samen in een fietsclub. We hebben in het buitenland al heel wat cols beklommen. Jos neemt meestal de praktische organisatie op zich. Hij is dan de leider, niet ik. Hij trekt die club.

U bent bij een bank gaan werken. Was dat uw ambitie als jonge twintiger?

De Bie: Eigenlijk wilde ik journalist worden. Ik heb nog gesolliciteerd bij de openbare omroep. Dat was toen nog via het beruchte journalistenexamen. Voor de schriftelijke proef was ik er vlot door, maar ik werd afgewezen op basis van mijn stemtest.

Bourlon: Wij zijn nog echt in het dialect grootgebracht. Pas in de jaren zeventig werd het ‘Algemeen Beschaafd Nederlands’ belangrijker. Maar het verbaast me niet dat Jos vlot door die schriftelijke proef is geraakt. We zaten samen in een quizploeg, en hij had een fenomenaal geheugen. Het is puur gebaseerd op associatie. Als je hem vraagt wie in 1982 de Ronde van Vlaanderen gewonnen heeft (René Martens, nvdr), zal hij niet alleen het juiste antwoord geven, maar ook zeggen waar hij die dag was en wat hij gegeten had.

De Bie: Je mag niet vergeten: in die periode – ik spreek nu over begin jaren tachtig – lagen de jobs niet voor het oprapen. Er was veel werkloosheid. Totaal niet te vergelijken met de situatie nu. Al heb ik geen spijt, voor alle duidelijkheid. Ik doe mijn job bij de bank graag.

Jullie zijn allebei rond de zestig. Denken jullie al aan jullie pensioen?

Bourlon: Ik als kleine zelfstandige niet. (lacht)

De Bie: In tegenstelling tot sommige generatiegenoten kijk ik er niet naar uit. Vijftigplussers van nu zijn ook niet te vergelijken met die van een generatie geleden. We mogen ze niet te snel afschrijven. Vroeger zou ik – zoals mijn vader – allang een voorstel hebben gekregen om met pensioen te gaan. Hij was 55 toen hij stopte. Wel, mijn vader is nu 84. Dat betekent dat hij intussen bijna dertig jaar met pensioen is. Straks is hij langer met pensioen geweest dan dat hij gewerkt heeft.

Bourlon: Ik ben blij dat ik als vijftiger nog iets nieuws kon opstarten met Het Kunstuur. Want onze generatie wordt te snel afgeschreven. Jos en ik zitten bijvoorbeeld niet in het commerciële marktaandeel van de televisiezenders waar de reclamesector rekening mee houdt. Dat is de groep van 18 tot 54 jaar. Wij zijn toch ook actieve consumenten?

Het Kunstuur is begonnen als een hobby, en ik zie het nog altijd zo. Maar intussen hebben we ook in Roeselare en Hasselt een vestiging. En dan vragen mijn broer Joost en ik ons weleens af: waarom doen we het eigenlijk, want het was tot nu toe nog gewoon plezierig. (lacht) Maar bon, we halen er zo veel voldoening uit. Ik zat onlangs in een lunchmeeting in een restaurant. Een oudere vrouw passeerde onze tafel en overhandigde me een dubbelgevouwen papiertje. Ik plooide het open en er stond op: ‘Bedankt voor Het Kunstuur.’ Daarom doen we het dus.

Bio Hans Bourlon

Geboren in 1962.

Studeerde filosofie.

Medeoprichter en ceo van Studio 100.

In 2008 samen met Gert Verhulst Manager van het Jaar.

Auteur van twee boeken: De blik van Bourlon (2017) en De tijdreiziger (2019).

Bio Jos De Bie

Geboren in 1966.

Studeerde geschiedenis.

Werkt bij KBC. Bouwt er aan werknemersvriendelijke kantoren.

Zoon van scenarioschrijver Mark De Bie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content