Na vertrek Pieter De Crem: wat met de rechterflank van CD&V?

Hendrik Bogaert (CD&V) op 20 juni 2019. © Isopix

Totaal onverwacht legde Pieter De Crem (CD&V) de eed niet af als Kamerlid. Hij blijft minister in de ontslagnemende regering, maar daarna is het over en uit voor de Oost-Vlaming. Hendrik Bogaert blijft zo alleen achter als verdediger van de rechterflank – of wat daar nog van rest.

Dag Kamer, hallo Aalter. Pieter De Crem lijkt te kappen met nationale politiek, nadat hij donderdagmiddag de eed niet aflegde als Kamerlid. De meer dan 36.000 voorkeurstemmen hebben dus tot weinig geleid. Eerste opvolger Jan Briers neemt de fakkel over.

Volgens de kranten van De Persgroep steekt De Crem, die de laatste jaren wat opzijgeschoven was binnen de partij, zo een middelvinger op naar de partijleiding.

Die middelvinger zou ook kunnen gelden voor de rechterflank van de CD&V. Die ziet het al beperkt kransje van sterkhouders drastisch afgeslankt.

De rechtse politici moeten roeien met de riemen die ze hebben.

Pieter De Crem en zijn ideologische compagnon Hendrik Bogaert uit West-Vlaanderen waren de last men standing van de rechtse CD&V. Nu moet Bogaert, alias ‘Straffe Hendrik’, alleen verder. Het manoeuvre van De Crem komt net in een periode waarin de partij door een existentiële crisis gaat.

Onlangs richtte CD&V een werkgroep op die moet nagaan wat er is misgegaan tijdens de campagne. Daarbij moeten de twaalf leden van die groep nadenken over de toekomst van de christendemocraten. ‘De werkgroep krijgt de opdracht om een grondige analyse te maken over de positie van CD&V als middenpartij, in het politieke landschap en in de verschillende regeringen, tegen de huidige maatschappelijke achtergrond’, luidde het persbericht.

De vraag is hoe die denkoefening tot een goed einde kan worden gebracht als een van de grote lokale sterkhouders het voor het bekeken houdt. Voor alle duidelijkheid: Bogaert noch De Crem maakten deel uit van de groep. Maar het verlies van een gezaghebbende rechtse stem in het parlement kan niet zonder gevolg blijven.

Bogaert wenst niet in te gaan op de kwestie. Maar het staat vast dat hij in een almaar meer oncomfortabele positie terechtkomt.

Burgemeesters

De CD&V-rechtervleugel, of wat er van rest, moet nu hopen dat De Crem in de coulissen blijft opereren. Om zo vanuit de schaduw over de partijlijn te waken. Daarnaast moeten de rechtse politici roeien met de riemen die ze hebben.

Zo maakt Vlaams fractieleider Peter Van Rompuy wel deel uit van de werkgroep. Hij houdt er economisch vrij rechtse standpunten op na. Vlaams Parlementslid Bart Dochy, ook lid, zou dan weer gelden als een – naar christendemocratische normen – hardliner op het vlak van migratie. Hoe dan ook zegt het wel wat over de staat van de rechterflank als men zich al optrekt aan zo’n sprankeltje hoop.

In ieder geval zal veel afhangen van de mate waarin de partijtop luistert naar de burgemeesters, zo luidt de redenering hier en daar. Vlak na 26 mei kreeg bijvoorbeeld het ACV het verwijt te weinig de bekommernissen van hun leden over migratie te hebben doorgezonden naar CD&V. Niet voor niets staat ‘de verhouding met het middenveld’ ook op de agenda van de werkgroep.

Het is geweten dat Bogaert vaak overlegt met ‘zijn’ West-Vlaamse burgemeesters. Zoals de eerder genoemde Dochy, die burgervader is van Ledegem, en zijn ambtgenoot van Waregem, Kurt Vanryckeghem – tevens Vlaams Parlementslid.

Zij zitten al langer verveeld met het beeld van CD&V als een linkse partij binnen een centrumrechtse regering. N-VA – en Open VLD-kopstukken boetseerden dat beeld maar al te graag door te wijzen op de stugge houding van vicepremier Kris Peeters. Volgens de rechterflank verloor de partij zo veel stemmen aan N-VA en het Vlaams Belang.

In september verwacht de CD&V-top het rapport van de werkgroep. De exit van De Crem zal er inherent deel van moeten uitmaken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content