Het gebruik van het woord ‘bejaarden’ wekt steeds meer weestand op. ‘Samen met de taal verschuift nu eenmaal ook onze perceptie én ons zelfbeeld’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De zoetzure dinsdag.
Soms weet je niet wanneer het is gebeurd. Plots gaan je haren overeind staan bij het lezen van een woord dat je jarenlang zelf in de mond hebt genomen. Ik had het net nog toen ik een heel fijn boek aan het lezen was. Een boeiend relaas in vloeiend Nederlands waarin plots dat ene woord stond: bejaarden. Nu ken ik de schrijfster en weet ik heel goed dat zij wars is van vooroordelen over ouderen (of andere bevolkingsgroepen). Toch gebruikte ze een term die tegenwoordig al eens als een scheldwoord – of toch een belediging – wordt bestempeld.
Nochtans lees je die term nog vaak. In romans, kranten en af en toe ook in Knack. Toen een argeloze collega het woord eerder dit jaar in de titel van zijn artikel zette, kwamen er zelfs protestmails binnen. Opvallend veel van die verstoorde lezers waren mensen die zich om den brode met ouderen bezighouden, zoals de directeur van een woonzorgcentrum en een gerontoloog.
Zo gaat dat wel vaker. Wie dagelijks met een bepaalde doelgroep te maken heeft, voelt sneller aan dat de connotatie van een benaming begint te verschuiven. Dat gebeurt meestal wanneer er binnen de sector een andere weg wordt ingeslagen, zoals vandaag in de ouderenzorg. Dan zitten oude woorden niet alleen in de weg maar beginnen ze ook wat aangebrand te klinken. Daarom is het vandaag ronduit denigrerend om het over ‘dementen’ te hebben in plaats van over ‘mensen met dementie’.
Om dezelfde reden hebben we de term ‘home’ vervangen door ‘bejaardentehuis’ en daarna ‘rusthuis’ om uiteindelijk bij het verschrikkelijk steriele ‘woonzorgcentrum’ uit te komen. Ook die term zal onvermijdelijk worden afgeserveerd naarmate de ouderenzorg verder evolueert.
Hetzelfde is de voorbij jaren gebeurd met de benaming van onze oudste bevolkingsgroep. Nog niet zo lang geleden was ‘bejaarden’ een neutrale en perfect aanvaardbare term. Toen we op een andere, minder bevoogdende manier naar die mensen begonnen te kijken, werden het senioren en vervolgens ouderen. Op congressen van gerontologen en andere ouderenspecialisten hoor je tegenwoordig steeds vaker het nogal tenenkrommende ‘oudere volwassenen’. Tachtigplussers liggen doorgaans in een deuk als je die term bovenhaalt.
De producente die me vroeg of ik haar voor een tv-programma in contact kon brengen met ‘een paar oudjes’ heb ik wandelen gestuurd.
De meeste ouderen hebben wel andere zorgen dan de benaming die op hen wordt geplakt, zoals de vele vooroordelen en misvattingen over hun leeftijdsgroep. Dat begint al in de kleuterschool met kleurplaten van oma’s in een lange gebloemde jurk met hun haar in een knotje en opa’s met een geruite pet op en een wandelstok in de hand. Dáár hebben veel ouderen een pak meer moeite mee dan met de woorden waarmee men ze probeert te vatten.
Al zouden ze daar misschien beter wat meer van wakker liggen. Hoe iemand je noemt, zegt veel over hoe die je ziet. De producente die me een tijd geleden vroeg of ik haar voor een nieuw tv-programma in contact kon brengen met ‘een paar oudjes’ heb ik dan ook wandelen gestuurd. Daarbij komt nog dat de term die op je wordt geplakt grote impact heeft op de manier waarop de samenleving naar je kijkt, en omgekeerd natuurlijk.
Dat gebeurt in veel gevallen natuurlijk onbewust. Ik durf te wedden dat u voor u deze column begon te lezen helemaal niet wist dat ‘bejaarden’ geen neutraal woord meer is. En misschien denkt u wel: ‘Mag dat nu ook al niet meer? Ik bedoel er toch niets mee?’
Dat geloof ik best, en ik zal u ook niet scheef bekijken wanneer u het b-woord uitspreekt of neerschrijft. In dat stadium zijn we nog niet beland. Het zijn vooral mensen die beroepsmatig met ouderen bezig zijn journalisten, tv-presentators en anderen die de term in het openbaar bezigen op de vingers tikken. Het gevolg is dat wij die steeds minder zullen gaan gebruiken waardoor het meer zal opvallen wanneer u dat wél doet.
Uiteindelijk zal ‘bejaarden’ alleen nog opduiken in memes en andere beschimpingen waardoor iedereen de negatieve connotatie ervan vanzelf zal aanvoelen. Zo verschuift niet alleen de taal, maar ook onze perceptie en ons zelfbeeld. Toch iets om wat meer bij stilte staan. Voor je het weet, ben je immers zelf het woord geworden dat je ooit zo achteloos gebruikte.