Waarover twijfelt Nina Mouton? ‘Ik dacht dat ik de perfecte opvoeding had gekregen’
Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.
‘Vroeger dacht ik dat ik een perfecte opvoeding had gekregen en geen kwetsuren had. Als dát je narratief is, zonder ruimte voor een kritische noot, dan is dat op zich al een kwetsuur, weet ik nu. Omdat ik als kind nooit had geleerd om te gaan met angst, verdriet of boosheid, dacht ik boven al die emoties te staan. Toen ik psychologie begon te studeren, voelde het nog alsof alles waarover ik leerde niet gold voor mij. Het kantelpunt was mijn opleiding tot psychotherapeut: toen besefte ik ineens dat er wél veel zaken waren waarmee ik worstelde, maar die ik altijd had weggedrukt. Ik heb dus negen jaar moeten studeren om dat te weten te komen over mezelf! Vanuit die verontwaardiging heb ik mijn boek Zelfzorg geschreven, en het doet me heel veel plezier dat zo veel lezers van verschillende generaties besluiten om eindelijk dieper in te gaan op hun eigen gevoelens en behoeften.’
Pas sinds mijn therapieopleiding heb ik geleerd dat ik me kwetsbaar mag opstellen.
Twijfelt u vaak?
Nina Mouton: Over dagelijkse dingen niet. Wat ik wil eten, of welk paar schoenen ik mooi vind: daar wil ik zo weinig mogelijk mentale ruimte aan verliezen. Maar over persoonlijke, existentiële kwesties kan ik wel heel lang en diep nadenken. Dan wik en weeg ik alle voor- en nadelen, een lang proces. Maar zodra ik een besluit heb genomen, ben ik daar heel zeker van. Wat ik pas recent heb geleerd, is dat ik daarbij ook anderen mag betrekken. Vroeger deed ik alles in mijn eigen hoofd. Dat heeft veel te maken met iets wat in mijn kindertijd is gebeurd, besef ik nu. Toen ik tweeënhalf was, liep ik ernstige brandwonden op. Ik moest verschillende keren naar het ziekenhuis en daar werd ik altijd helemaal alleen naar de operatiezaal gebracht – dat was toen nog het beleid. De tweede keer zei ik tegen mijn moeder dat ik niet flink wilde zijn. Maar het kon niet anders. Toen is men over mijn grens gegaan, en sindsdien heb ik heel lang geleefd met het idee dat ik alles alleen moest doen. Pas sinds mijn therapieopleiding heb ik geleerd dat ik me kwetsbaar mag opstellen. Dat heeft zo’n rust gebracht: dat ik het mezelf toelaat om zoekende te zijn en niet degene moet zijn zonder angst, verdriet of kwaadheid.
U introduceerde het ‘milde ouderschap’. Twijfelt u nog over opvoeden?
Mouton: Absoluut. Als je aan mijn kinderen vraagt of hun mama soms tegen hen roept, zeggen ze volmondig ja. Dat gebeurt wel minder dan vroeger, omdat ik mijn eigen triggers beter ken. Ik kan ook heel trots zijn op de momenten waarop ik mijn mildheid heb kunnen bewaren: onlangs nog, toen een van de kinderen mij om 3 uur ’s nachts wakker hield, terwijl ik zelf vreselijk moe was. En als ik toch eens mijn geduld verlies, dan evalueer ik dat nadien, samen met de kinderen: hoe hadden we dat anders kunnen aanpakken? Ook in het ouderschap sta ik mezelf toe te mogen zoeken. Dat geeft zoveel kracht.