Thomas Leysen, lid van de Bilderberggroep en een van de rijkste landgenoten, pleit voor meer fiscale burgerzin, ook bij de vermogenden. De topindustrieel geeft zijn ongezouten mening over het beleid van de regering-De Wever, het vriendjeskapitalisme van de Amerikaanse president Donald Trump, de falende Europese aanpak tegenover China en de bestuurscrisis in Brussel.
‘Ik ga me misschien niet populair maken bij mijn collega-ondernemers’, zegt Thomas Leysen. Hij heeft net zelf de steeds weerkerende vraag gesteld: dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten na de beslissingen van de regering-De Wever. ‘De goedverdienende middenklasse draagt zeker zijn deel bij’, vervolgt hij, ‘maar is dat ook het geval voor de grote vermogens? Daar kun je toch wel vragen bij stellen.’
Topindustrieel Thomas Leysen (65) behoort tot de ‘1 procenters’, de allerrijkste landgenoten. Hij is voorzitter van drie miljardenbedrijven: de Belgische materialengroep Umicore, het Nederlandse chemiebedrijf DSM-Firmenich en Mediahuis, uitgever van onder meer De Standaard, Het Nieuwsblad, NRC en De Telegraaf. Hij maakt deel uit van de Bilderberggroep, een internationaal select gezelschap van zo’n 120 politici, bankiers, ceo’s, militaire leiders en academici die jaarlijks in alle discretie samenkomen om te discussiëren over de wereldproblemen.
Het gesprek met Knack begint dichter bij huis, bij de regering-De Wever. Die gaf zichzelf de prioritaire opdracht om onze overheidsfinanciën op orde te brengen. ‘En dat was absoluut noodzakelijk’, zegt Leysen. ‘We zaten op een onhoudbaar traject. De regering heeft in haar eerste jaar een hele reeks moedige en nodige beslissingen genomen, met de hervormingen van de arbeidsmarkt en van de pensioenen en het opstellen van een meerjarenbegroting. Die hervormingen waren beter vroeger gebeurd, maar daarvoor ontbrak het de vorige regeringen aan kracht. Nu worden die noodzakelijke stappen wel gezet.’
‘Er zijn heel wat subsidies voor ondernemeningen die ter discussie kunnen en moeten worden gesteld.’
U spreekt van stappen, volgens sommigen gaat het om muizenstapjes.
Thomas Leysen: Aan de zijlijn is het altijd makkelijk om kritiek te uiten. Ik denk dat de regering-De Wever meer realiseert dan velen voor mogelijk hielden. Is het genoeg? Wellicht niet, op budgettair vlak zal men zeker verder moeten gaan, maar wat nu al is beslist was gezien de politieke constellatie het maximaal haalbare.
Wat vindt u van de meerwaardebelasting die de regering invoerde?
Leysen: Het is een politiek compromis dat we moeten aanvaarden. Het is een zeer milde meerwaardebelasting, die heel complex in elkaar zit en die bij de banken voor de nodige problemen zal zorgen om ze uit te voeren.
Zou het niet een stuk eenvoudiger zijn als we een vermogenskadaster hadden en iedereen belastingen betaalde volgens zijn vermogen?
Leysen: Zo’n vermogensbelasting is nooit makkelijk om in te voeren. In landen waar ze wel werd ingevoerd heeft ze vaak niet gewerkt of had ze zelfs een averechts effect en werd ze afgevoerd. Vermogens zijn internationaal zeer mobiel en niet altijd even grijpbaar. Daardoor is het een uiterst moeilijke problematiek.
De Leuvense econoom Paul De Grauwe pleit voor een rijkentaks: het vermogen boven 1 miljoen euro wordt belast tegen 1 procent en dat zou stijgen tot 4 procent voor vermogens boven 1 miljard.
Leysen: Ik pleit voor fiscale burgerzin, ook de vermogenden kunnen mogelijk wat meer bijdragen. Een aantal doet dat ook, anderen doen dat wat minder. Het is wel niet zo dat de grote vermogens niets bijdragen, er bestaan al heel wat belastingen op vermogenselementen, zoals de roerende voorheffing en de effectentaks en nu de beperkte meerwaardebelasting.
Maar zolang een vermogensbelasting niet op Europees niveau of internationaal ingevoerd wordt, blijft het moeilijk om ze rechtvaardig en doeltreffend te maken. En dan zullen de goedverdienende werkenden proportioneel veel meer bijdragen dan zij die leven van het rendement op hun vermogen. Want zijn de grote vermogens er de laatste jaren op achteruitgegaan? Gaan de grote vermogens gebukt onder de belastingen? Ik durf dat te betwijfelen.
‘Europa is in mijn ogen nog altijd het beste continent ter wereld, maar we mogen niet zelfgenoegzaam achteroverleunen.’
België heeft een overheidsbeslag van meer dan 50 procent, een van de hoogste in Europa. Moet er niet vooral gekeken worden naar de overheidsuitgaven in plaats van naar nieuwe belastingen?
Leysen: (knikt) Ons overheidsbeslag ligt veel te hoog en natuurlijk moeten de overheidsuitgaven die niet doeltreffend zijn worden aangepakt. Maar kunnen we een aanvaardbaar traject om het begrotingstekort te verminderen realiseren door alleen maar de uitgaven aan te pakken? Dat is te kort door de bocht. Iedereen, ook de sterkste schouders, moet voldoende bijdragen. Anders komt de sociale cohesie nog meer onder druk te staan en versterkt de drang naar de extremen aan beide kanten van het politieke spectrum.
In vergelijking met onze buurlanden is onze overheid zeer gul met haar subsidies voor ondernemingen. Kan daarin worden geknipt?
Leysen: Er zijn heel wat subsidies die ter discussie kunnen en moeten worden gesteld. Ik ben er nooit voor geweest om zaken te ondersteunen die nog weinig toekomst hebben, maar financiële steun voor onderzoek, ontwikkeling en activiteiten met toekomst moet zeker deel blijven uitmaken van het beleid.
Moet de overheid managementvennootschappen aanpakken, die vaak worden gebruikt om minder belastingen te betalen?
Leysen: Kijk, het is heel normaal dat mensen binnen de grenzen van de wet gebruikmaken van bestaande fiscale instrumenten. Als er uitwassen zijn, als er oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de managementvennootschappen, moet dat uiteraard aangepakt worden.
Denk u dat er veel uitwassen zijn?
Leysen: Ik heb daar niet zo’n zicht op. In elk geval, als je de managementvennootschappen aanpakt, moet dat passen in een totaalbeleid. En ik vind het pakket budgettaire maatregelen van de huidige regering uiteindelijk vrij evenwichtig.

De regering wil werken beter laten lonen, maar op een fiscale hervorming in die zin blijft het wachten.
Leysen: Het zou wenselijk zijn dat er nog een bredere fiscale hervorming komt die de lasten op arbeid verder vermindert, want de loonkosten blijven in ons land erg hoog.
Bij Mediahuis denkt u eraan om de journalisten meer te vergoeden via auteursrechten, die minder worden belast.
Leysen: Als er manieren zijn om de loonkosten op een wettelijk aanvaarde manier te verlagen, moet je daar als bedrijfsleider absoluut naar kijken. Is dat een ideale oplossing? Nee, een grondige hervorming van ons belastingsysteem, dat ook een vereenvoudiging zou inhouden, is wenselijk. De regering heeft nog twee, drie jaar om dat te realiseren. Maar politiek is de kunst van het haalbare en ik vind dat we met respect moeten kijken naar wat de regering-De Wever al heeft gerealiseerd.
‘Ik heb niet de indruk dat de vakbonden op veel sympathie van de bevolking kunnen rekenen. Het excessieve gebruik van het stakingswapen ondermijnt hun geloofwaardigheid.’
De vakbonden zien dat anders. Zelden is er zo veel betoogd tegen het hervormingsbeleid van een regering als het afgelopen jaar.
Leysen: Uiteraard hebben de vakbonden recht op een eigen mening en mogen ze staken. Maar ik vind dus wel dat de hervormingen de goede kant uitgaan. En ik heb niet de indruk dat de vakbonden met hun acties op veel sympathie bij brede lagen van de bevolking kunnen rekenen. Het excessieve gebruik van het stakingswapen zal de geloofwaardigheid van de vakbonden ondermijnen. Om de zoveel weken het openbaar vervoer platleggen, doe je daar de mensen een plezier mee? Verhoog je zo je draagvlak in de samenleving? Ik durf het te betwijfelen.
Ondertussen hebben industriële bedrijven het moeilijk, niet alleen bij ons in de chemiesector maar in heel Europa, denk aan de auto-industrie. Maken we de teloorgang van de Europese industrie mee?
Leysen: Er zijn zeker takken van de industrie die het vandaag heel moeilijk hebben, en die de Chinese concurrentie nauwelijks nog aankunnen zonder beschermende maatregelen. Dat is een heel grote zorg. Maar is de hele industrie in Europa bedreigd? Dat denk ik niet, we staan aan de top met onder meer onze voedingsbedrijven, farma, precisie-engineering en ook in de luxe-industrie. Daar kunnen we zeker de internationale concurrentie aan.
Er zijn wel een aantal grote verschuivingen. De Chinese industrie heeft zich de voorbije tien jaar op een spectaculaire manier ontwikkeld en nam het voortouw in de klimaattransitie: ze is wereldleider in zonnepanelen, batterijen en elektrische auto’s. Daar heeft Europa door een aarzelend beleid kansen laten liggen. Eerst werd er een Green Deal gelanceerd, daarna werd die weer afgebouwd. De verbrandingsmotor zou tegen 2035 worden uitgefaseerd, maar dat wordt nu weer ter discussie gesteld. Zo’n start-stopbeleid is geen goed beleid.
‘We hebben lang gedacht dat Europa een gidscontinent is, maar je bent alleen een gids als je gevolgd wordt. En vandaag volgt niemand Europa.’
Gaat Europa gebukt onder te veel regeltjes?
Leysen: Soms is Europa veel te ver gegaan. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de CSDDD-regulering, die grote bedrijven verplicht om de milieu- en mensenrechtensituaties bij hun wereldwijde leveranciers volledig in kaart te brengen. Dat is een disproportionele en uiterst bureaucratische regelgeving, die veel kwaad bloed heeft gezet.
De grootste kwaal is niet dat we te veel Europese regels hebben, maar wel dat we te veel nationale regels hebben. Er wordt nog veel te vaak gewerkt met Europese richtlijnen die vervolgens nationaal worden omgezet. Elk land giet zijn eigen saus over zo’n richtlijn. En wat is dan het gevolg? Je krijgt een Europese regelgeving met tal van nationale toevoegingen. Het grootste probleem is dus dat de Europese eengemaakte markt op vele vlakken nog niet is gerealiseerd. Europa is nog altijd een onvolmaakte unie.
Vaak wordt Europa versleten als ‘het oude continent’. Terecht?
Leysen: Europa is een oud continent dat het heel lang heel goed heeft gehad. Europa is in mijn ogen nog altijd het beste continent ter wereld om te leven: onze levenskwaliteit is beter en onze maatschappij zit evenwichtiger en rechtvaardiger in elkaar. Maar we mogen niet zelfgenoegzaam achterover leunen. Want vandaag hebben we niet meer alle troeven in handen, we bepalen de regels niet meer of toch zeker niet meer alleen. We hebben lang gedacht dat Europa een gidscontinent zou zijn voor de hele wereld, maar je bent alleen een gids als je gevolgd wordt. En vandaag volgt niemand Europa nog.
Zullen we in Europa onze welvaart kunnen behouden?
Leysen: Daar moeten we toch naar streven, maar we moeten aanvaarden dat anderen sneller rijk worden dan wij. De Chinezen bijvoorbeeld zijn net zo slim als wij, maar ze werken harder en er wordt daar op een aantal vlakken een meer consistent beleid gevoerd. Dan kun je er weinig tegen inbrengen als zij sneller vooruitgaan dan wij in Europa. Maar we moeten absoluut de maatregelen die vooropgesteld worden in de rapporten van Mario Draghi en Enrico Letta uitvoeren, en snel.
‘De eurosceptische krachten winnen niet overal. Het simplistische discours van populisten kan ontkracht worden. Het kan ook de andere richting uitgaan.’
Europa vormt ook geen echt blok. Heel wat Europeanen staan sceptisch tegenover de Europese Unie.
Leysen: De Europese Unie is een complexe constructie van 27 landen die het moeilijk hebben om afstand te doen van hun nationale soevereiniteit. En het klopt dat heel wat mensen en ook sommige regeringen de EU niet meer zien zitten. Maar die eurosceptische krachten winnen niet overal. Het simplistische discours van populisten kan ontkracht worden. Het kan ook de andere richting uitgaan, zoals we in Nederland en Polen hebben gezien, waar de pro-Europese strekking opnieuw terrein wint.
Ik ben er ook niet van overtuigd dat Marine Le Pen of haar strijdmakker Jordan Bardella de nieuwe president van Frankrijk zal worden. We moeten de Europese gedachte absoluut blijven verdedigen, want dat is de enige manier om in deze brutale wereld van vandaag nog enigszins mee te tellen.
Europa telt vandaag al niet mee als er vredesgesprekken worden gevoerd over de oorlog die aan onze grens, in Oekraïne, wordt uitgevochten.
Leysen: We moeten zo hard mogelijk blijven wegen op die besprekingen, zodat het vredesgesprek geen uitnodiging wordt aan het revanchistische Rusland om over drie, vier jaar ergens anders iets te proberen. En gezien het incoherente beleid dat in Washington wordt gevoerd is dat een heel moeilijke opgave, ik benijd onze leiders niet.
In Europa en ook in ons land worden de defensiebudgetten fors opgetrokken. Kunnen we nog rekenen op de VS of moet er een Europees leger komen?
Leysen: De VS heeft jarenlang voor een groot deel ingestaan voor onze verdediging en het merendeel van de kosten daarvoor gedragen. Europa heeft die wel voor een deel terugbetaald door in de VS wapens aan te kopen. Je zou kunnen zeggen dat Europa heel lang in hotel mama heeft gewoond en dat we daar nu op een brutale manier door de VS worden buitengezet.
Donald Trump heeft heel duidelijk te kennen gegeven dat de Europese veiligheid hem helemaal niet interesseert, en dat de Europese Unie hem gestolen kan worden. Europa moet dus zijn eigen defensie in handen nemen en hopelijk kunnen we een soort NAVO-alliantie met de VS behouden, die toch voor heel veel stabiliteit heeft gezorgd.
‘Europa heeft heel lang in hotel mama gewoond en we worden daar nu op een brutale manier door de VS buitengezet.’
Had u verwacht dat Trump in zijn tweede ambtstermijn zo brutaal zou handelen?
Leysen: Weinigen hadden verwacht dat hij zo extreem de democratie, de rechtsstaat en de vrije pers zou aanvallen. Er is daar echt een fundamenteel gevecht aan de gang. De teloorgang van de normen en waarden in de VS is ontegensprekelijk. Je ziet er heel zorgwekkende evoluties: de persoonlijke verrijking van de president, zijn familie en vrienden. De manier waarop hij het gerechtelijk apparaat naar zijn hand zet. Het Congres dat nog weinig ruggengraat toont. De verloedering van de publieke omgangsvormen met buitenstanders en politieke tegenstrevers.
Trump krijgt heel wat steun van big tech en andere bedrijfsleiders.
Leysen: De groteske vleierijen van die bedrijfsleiders om in de gunst van de president te komen zijn schokkend. Waarom ze dat doen? Uit winstbejag en omdat ze streven naar nog meer macht, zo simpel is het. Ze willen in de vier jaar hun dominantie nog meer kunnen uitbouwen, en dan zien ze wel. Als er daarna opnieuw een Democratische president komt, zingen ze weer een ander liedje.
‘Wij hebben geen Musk nodig die er met de grove borstel doorgaat. Bij ons kan wel eens met een fijne borstel door een aantal overheidsdepartementen worden gegaan.’
Ik ben zelf bedrijfsleider en als bedrijfsleider moet je altijd rekening houden met de politieke constellaties. Bij voorkeur is dat een democratisch bestuur, maar in sommige landen waar wij opereren is er geen democratie en dan moet je daar ook mee omgaan. Maar het crony-kapitalisme onder Trump shockeert me. En ik zeg dat als iemand die is opgegroeid in de naoorlogse periode waarin we opkeken naar Amerika. Trump ondermijnt de fundamenten van die naoorlogse wereldorde.
Toen zakenman-miljardair Elon Musk van Trump met de grove borstel door de overheidsinstellingen mocht gaan, hoorde je sommige bedrijfsleiders zeggen dat zo’n Musk ook bij ons nuttig werk zou kunnen verrichten.
Leysen: Ik heb dat ook gehoord en deel die mening niet. Ik denk wel dat er bij ons ook met een fijne borstel door een aantal overheidsdepartementen kan worden gegaan, maar wel binnen democratische spelregels en met enige doordachtheid.
Musk heeft absurd slechte maatregelen genomen en een aantal instellingen volledig onderuit gehaald. Misschien was USAID, het overheidsagentschap voor buitenlandse hulp en ontwikkelingssamenwerking, geen perfect instrument, maar door de domme, botte manier waarmee dat gekortwiekt is, heeft de VS de corridor voor Rusland en China in Afrika nog verder opengezet. Dat tart toch elke verbeelding?
Internationaal talent aantrekken is altijd de kracht van Amerika geweest, maar dat komt nu in het gedrang omdat het internationale studenten de toegang ontzegt. De VS staan op een kantelpunt: als dit na de midterms van november 2026 zo doorgaat, zal de economische schade voor de VS zeer groot zijn.
Ondertussen groeit China uit tot een te duchten wereldmacht, waar kapitalisme en communisme hand in hand gaan. Is dat houdbaar?
Leysen: Toen Deng Xiaoping de kapitalistische weg insloeg, dacht ik dat China op weg was naar een liberalisering, maar vandaag zien we dat het onder president Xi Jinping weer een zeer strak geleide staat is. China heeft natuurlijk een traditie van centrale aansturing. Eeuwenlang hebben de mandarijnen er gezorgd voor eenheid en nu zie je er een nieuwe ingenieurscultuur: praktisch alle machthebbers in het politbureau zijn ingenieurs van vorming.
‘De situatie in Brussel absoluut beschamend. Dat krijg ik in internationale kringen bijzonder moeilijk uitgelegd.’
Maar zal de bevolking het gebrek aan politieke vrijheid blijven tolereren? Dat is een open vraag. De enorme vooruitgang in China heeft er zeker voor gezorgd dat het leiderschap tot nu toe nauwelijks ter discussie werd gesteld. En bovendien kampt China, ondanks de spectaculaire technologische en industriële successen, met enorme uitdagingen. De bevolking zal er bijvoorbeeld de volgende decennia met honderden miljoenen afnemen. En wat als de economische groei dan begint te stokken? Hoe zal de Chinese bevolking reageren? Ik weet het niet. Maar we hebben wel geleerd dat je de Chinezen nooit mag onderschatten.
Tot slot nog even terug naar eigen land, meer bepaald Brussel…
Leysen: (onderbreekt) Daar is de situatie absoluut beschamend. Ik kom zeer veel in internationale kringen en het is bijzonder moeilijk om uit te leggen wat er aan de hand is in onze hoofdstad, waar de hele Europese Unie samenkomt. België heeft al het wereldrecord van de langste regeringsvorming, in Brussel is het nu nog erger. Brussel is de laatste jaren op alle vlakken achteruit geboerd, je ziet dat ook als je door de stad rijdt of wandelt. Ik vind het een nationale schande. Het is niet alleen meer een probleem van Brusselse politici, hier moeten de partijvoorzitters snel over samenzitten en een doorbraak forceren zodat Brussel opnieuw bestuurd wordt.
Is daar ook een taak weggelegd voor de premier? Moet de federale regering tussenbeide komen?
Leysen: Ja, de voornaamste politiek verantwoordelijken moeten ervoor zorgen dat Brussel een functionerende regering krijgt die de zaken weer op orde brengt. De premier kan daar ongetwijfeld een rol in spelen.
Thomas Leysen
Geboren in 1960 in Wilrijk.
Zoon van André Leysen (1927-2015), ‘een van de markantste Vlaamse ondernemers en invloedrijkste mensen in het Europese bedrijfsleven’.
Studeerde rechten aan de KU Leuven.
2000-2008: Afgevaardigd bestuurder van materiaaltechnologie- en recyclagegroep Union Minière/Umicore.
2008-2011: Voorzitter werkgeversorganisatie VBO.
2011-2020: Voorzitter bankverzekeraar KBC.
Nu voorzitter Umicore, mediabedrijf Mediahuis en DSM-Firmenich, een Zwitsers-Nederlands bedrijf, wereldwijd actief in voeding, gezondheid en beauty.
Sinds 2011: Lid stuurgroep Bilderbergconferentie.