Ooit schreef Knack-redacteur Peter Casteels opiniestukken tégen de Brusselse pride. Hij schaamt zich daar ondertussen voor, en doet hier een vruchteloze poging om het goed te maken.
Zaterdag is het weer pride in Brussel: als het goed gaat lopen er zoals elk jaar tienduizenden lgbtq’ers en hun sympathisanten door de straten van onze hoofdstad. Elk jaar rond deze tijd krimpt mijn maag daarvan enkele keren in elkaar. Niet van de zenuwen omdat ik nog geen idee heb wat ik die middag moet aantrekken, maar uit schaamte. Diepe schaamte, als ik even ernstig mag zijn.
Ik was, namelijk, ooit zo’n homo die vond dat de lgbtq– of zelfs maar de holebi-gemeenschap niet bestond.
Helaas voor mij bestaat daar bewijs van: ik schreef ooit, in 2012, een opiniestuk in De Standaard tégen de Brusselse pride. Vandaar dat de herinnering eraan rond deze tijd van het jaar opspeelt. Ik was toen 22: best nog wel jong, maar ook weer niet zo jong dat de leeftijd een excuus is voor alle dommigheden. Ik dwong mezelf om die opinie eindelijk nog eens te herlezen, en ik kan alleen maar zeggen: er staan wel héél veel dommigheden in.
Natuurlijk vormen wij een gemeenschap, of Petertje Casteels dat nu leuk vindt of niet.
Om maar meteen het krooncitaat weg te geven: ‘Die relnichten (die meelopen in de pride, nvdr) zouden beter samen met de carnavalisten een belangenvereniging oprichten in plaats van te doen alsof ze behoren tot zoiets als de holebi-gemeenschap. Bij dat woord moet u even stil staan. Wij vormen een gemeenschap. Geen idee waarom. Als het per se over identiteiten moet gaan: de mijne verschilt allicht met geen enkele zoveel als met die van een lesbienne.’
Brussels Pride-coördinator: ‘Ook in ons land nemen homofobie en gaybashing toe’
Hoe dom en verwend kon ik toen zijn geweest?
Natuurlijk vormen wij een gemeenschap, of Petertje Casteels dat nu leuk vindt of niet. We delen om te beginnen een verleden van uitsluiting, strijd en overwinningen waar makkelijk een canon over samen te stellen valt die indrukwekkender is dan de Vlaamse. Ik heb die canon de voorbije jaren verslonden. We delen ondertussen ook rituelen, waar de pride toe behoort, zelfs voor wie daar niet heen gaat.
En we delen bovenal allemaal samen een toekomst.
Net daarom leest die opinie van dertien jaar geleden als geschreven door een verwende nicht, eentje die denkt dat alles verworven is en het actiecomité-ter-bevordering-van-zijn-eigen-rechten nu wel opgedoekt kan worden. Dat is natuurlijk niet zo. Te mijner verdediging: de wereld is sinds 2012 ook wel erg snel veranderd. Ik behoor nog altijd niet tot de alarmisten over lgbtq-rechten, maar ik was vorig jaar wel erg onaangenaam verrast toen die weer in de verkiezingscampagne opdoken. Het Vlaams Belang dacht zich op dat thema te kunnen of moeten profileren. In Hongarije is de pride van Boedapest ondertussen verboden.
‘Waarom transseksuelen er ook steeds bij worden gesleurd, is mij al helemaal onduidelijk. Ik wil over alles mijn zegen uitspreken, hoor, maar dat hoeft toch niet allemaal aan mijn seksualiteit te worden opgehangen’, schreef ik ook nog. Dat is misschien nog wel de grootste onzin. Transrechten zijn mensenrechten, maar uiteraard ook lgbtq-rechten.
We hebben hier al een aantal hartverwarmende momenten meegemaakt, waarbij bekende transpersonen als Bo Van Spilbeeck, Petra De Sutter en Sam Bettens in de armen werden gesloten door het grote publiek. Ik heb alleen de indruk dat dat moment alweer wat voorbij is. Uit angst om als woke te worden gebrandmerkt – het allerergste wat iemand vandaag in Vlaanderen kan overkomen – is er, ook op links, schroom om zich nog heel enthousiast uit te spreken voor transrechten. De aanval die Donald Trump in de VS op transpersonen heeft ingezet, krijgt amper aandacht.
Een aardig einde van dit soort bekentenissen zou zijn: ‘En daarom loop ik al enkele jaren in mei trots mee in de pride’. Maar dat doe ik nog altijd niet, om allerlei onbelangrijke redenen. Het is zaterdag trouwens open dag in het schooltje van mijn petekind. ’s Avonds ga ik ook liever naar Who’s Afraid of Virginia Woolf? van WOLF WOLF dan Eurosong te moeten uitzitten. Dat zou me nog altijd geen twintig minuten lukken. Een ouderwets heteronormatieve theaterklassieker daarentegen, daar hou ik nog altijd heel erg van.
1 op de 5 jongeren vindt dat agressie tegenover homo’s aanvaardbaar is: ‘Ik word hier vooral moedeloos van’