Oud worden in West-Vlaanderen: ‘Procedures krijgen vaak voorrang op mensen’

© Getty Images
Ann Peuteman

Met het project Grijs aan zet vragen Amnesty International Vlaanderen en een West-Vlaamse poot van Avansa aandacht voor mensenrechtenschendingen waar ouderen het slachtoffer van zijn. ‘Hoog tijd voor een internationaal ouderenrechtenverdrag’, klinkt het.

‘Er mankeert nog altijd iets aan de manier waarop we in onze samenleving met ouderen omgaan’, zegt juriste Nathalie Van Leuven. Twaalf jaar geleden publiceerde ze samen met grondrechtenspecialist Paul De Hert het boek Fundamentele rechten van ouderen. ‘Mijn bijdrage ging onder meer over privacy in woonzorgcentra. Omdat daar toen nog geen rechtspraak over was, gingen de meeste juristen ervan uit dat er helemaal geen probleem was’, zegt ze. ‘Maar uit verslagen van de Vlaamse ombudsman bleek dat de rechten van ouderen in woonzorgcentra wel degelijk onder druk stonden.’

Van Leuven leidt de sociaal-culturele vzw Avansa Mid- en Zuidwest en is sinds kort ook bestuurslid van het Vlaams Mensenrechteninstituut, dat in Vlaanderen de rol van het interfederaal gelijkekansencentrum Unia moet overnemen. Samen met Amnesty International Vlaanderen en theatercompagnie Het Bataljong werkte ze het voorbije jaar voor Avansa aan Grijs aan zet, een regionaal project rond de mensenrechten van ouderen. Het gelijknamige boek ligt nu in de winkel.

Waarom besloot u om meer dan tien jaar na het vorige boek opnieuw in het thema van ouderenrechten te duiken?

Nathalie Van Leuven: Het idee begon te gisten nadat een naast familielid naar een woonzorgcentrum was verhuisd. Tot mijn verbazing blijken daar na al die jaren nog altijd dingen te gebeuren die onder meer in strijd zijn met de regels van de privacy. Dat komt vaak doordat procedures voorrang krijgen op mensen. Als je in een woonzorgcentrum gaat wonen, kan het bijvoorbeeld dat je de volgende dag al verplicht in bad wordt gestopt, of dat je nooit meer zelf groenten mag snijden. Of je dat nu leuk vindt of niet. Dat is heel ingrijpend, en zelfs vernederend voor iemand die tot voor kort zelfstandig thuis woonde, zelf kookte en alleen boodschappen ging doen. Het probleem is vooral dat er te weinig rekening wordt gehouden met wat de betrokkene zelf wil en dat er ontzettend veel over zijn hoofd heen wordt beslist. Dat is net wat we met ons project wilden doorbreken.

Er is gewoon geen politieke meerderheid voor een ouderenrechtencommissaris.

Hoe dan?

Van Leuven: Door de ouderen zelf er van in het begin bij te betrekken – dat gebeurt vandaag veel te weinig bij dergelijke projecten. Het eerste wat we hebben gedaan toen we met Grijs aan zet van start gingen, is een stuurgroep samenstellen met alleen maar 65-plussers uit de streek. Zij volgden het project op en gaven ons tips. Daarna hebben we onder meer in dienstencentra, residenties voor assistentiewoningen, woonzorgcentra en buurthuizen groepsgesprekken met ouderen georganiseerd. Die werden allemaal door mensen van boven de 65 geleid. Wat meteen opviel, is dat veel ouderen haast verwonderd waren dat er naar hen werd geluisterd. Dat zegt natuurlijk veel. De verhalen die we zo hebben gesprokkeld, vormen de basis voor het hele project. Niet alleen voor ons boek, waarin experts op die ervaringen reageren, maar ook voor De Generatie, de voorstelling die theatercompagnie Het Bataljong met ouderen heeft gemaakt. De jongste toneelspeler is 65 jaar, de oudste 90.

Kunnen ouderen zelf ook iets uit jullie project leren?

Van Leuven: Dat denk ik wel. Vooral het feit dat we op onze oude dag meer zelf in handen hebben dan we denken. Om te beginnen kun je het best in een zorgvolmacht neerschrijven hoe je je laatste levensfase wilt doorbrengen, welke zorg je nog wilt en welke niet, en wie het van je mag overnemen als je zelf niets meer kunt beslissen. Maar ook op het moment zelf moet je zo veel mogelijk zelf proberen te bepalen wat er gebeurt. Daarom is het belangrijk dat je daar op voorhand al eens over nadenkt. Stel dat je op een dag geen andere mogelijkheid hebt dan naar een woonzorgcentrum te verhuizen: waar wil je dan terechtkomen? De bewoners die zich goed voelen, zijn meestal degenen die er zélf voor hebben gekozen om daar te gaan wonen.

De meeste ouderen wonen natuurlijk niet in een woonzorgcentrum. Is er ook iets mis met de manier waarop we met andere 65-plussers omgaan?

Van Leuven: Zeker. Veel ouderen die nog thuis wonen, voelen zich geïsoleerd. Dat komt doordat ze zowel letterlijk als figuurlijk moeite hebben om te raken waar ze willen zijn. Hier in Kortrijk hebben ze onlangs de bushaltes van de voorkant naar de achterkant van het station verplaatst omdat er aan de sporen wordt gewerkt. Het gevolg is dat nogal wat oudere inwoners uit de deelgemeenten niet meer naar de markt kunnen gaan. De afstand tussen de halte en het marktplein is gewoon te groot geworden. Mensen die in de dorpen in de buurt wonen, hebben dan weer problemen doordat er steeds minder busverbindingen zijn. En dan zijn er nog de figuurlijke drempels die worden opgeworpen door de digitalisering. Daardoor worden veel ouderen uitgesloten van diensten waar ze recht op hebben.

Sommige politici vinden dat we de mensenrechten moeten verdedigen zonder die in onder meer vrouwenrechten, ouderenrechten en rechten van personen met een handicap onder te verdelen.

Van Leuven: Vandaag bestaat al een internationaal verdrag over de rechten van kinderen en ook over personen met een handicap. Amnesty International heeft nu een petitie opgezet om ook zo’n verdrag op te stellen voor de rechten van ouderen. Daar sta ik helemaal achter. Zeker als je ziet wat de erkenning van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap in Vlaanderen in gang heeft gezet. De problemen van die groep zijn zeker nog niet opgelost, maar ze hebben veel meer aandacht gekregen en worden ook ernstiger genomen. Hoog tijd dat er ook zoiets gebeurt voor de rechten van ouderen.

Sinds een tijd ijvert een Vlaamse actiegroep voor een ouderenrechtencommissaris, naar analogie met de kinderrechtencommissaris. Een goed idee?

Van Leuven: Er is in elk geval behoefte aan een instelling die de toegenomen aandacht voor ouderenrechten in acties omzet. Of dat een ouderenrechtencommissaris moet zijn, weet ik niet. Vandaag is daar in elk geval geen politieke meerderheid voor. Een andere mogelijkheid is dat het Vlaams Mensenrechteninstituut extra aandacht heeft voor de rechten van ouderen. Zolang er maar iets gebeurt.

Arne De Jaegere, Maarten Vanhee en Nathalie Van Leuven (red.), Grijs aan zet, Maklu-Uitgevers, 173 blz., 25 euro.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content