‘De ecologische en menselijke crisissen die we vandaag zien, zijn met elkaar verbonden’, schrijft Myriam Dumortier van de ecologische denktank Oikos. Ze pleit voor een toekomst die geworteld is in wederkerigheid met de natuur, en een economie gericht op menselijk welzijn en ecologische stabiliteit.
In haar boek ‘Een vlecht van heilig gras’ verweeft de Amerikaanse biologe Robin Wall Kimmerer haar plantkundige inzichten met de wijsheden die ze van haar voorouders overgeleverd kreeg. Deze inheemse volkeren uit Noord-Amerika leven al duizenden jaren heel dicht bij de natuur. Kimmerer beschrijft hoe ze met zorg en dankbaarheid uit de natuur oogsten en nooit meer nemen dan ze nodig hebben.
De biologe voerde wetenschappelijk onderzoek uit naar de impact van dit eerbiedig oogsten op de natuur en stelde tot verbazing van haar collega’s vast dat dit oogsten de geoogste soorten ten goede komt. Zo gedijt bijvoorbeeld de zwarte es goed in bossen waar mandenmakers de soort regelmatig kappen. Waar niet wordt gekapt, en daardoor niet genoeg licht in het bos komt, verdwijnt de soort. Deze mensen maken deel uit van de natuur. Ze kennen hun omgeving en weten wat, waar, wanneer en hoeveel ze mogen oogsten. Via legendes reflecteren ze over de gevolgen van te veel oogsten. Hun collectieve geheugen beteugelt hun consumptie.
In gemeenschappen waar zorg zo centraal staat moet het veilig leven zijn.
Oogst alleen wat je nodig hebt is ook het devies dat we meekrijgen op de CSA-boerderij (Community Supported Agriculture) waar ik lid van ben. Op een CSA-boerderij betalen we jaarlijks ons oogstaandeel en plukken we vervolgens wat we nodig hebben. Daarbij waken we erover dat de boer een waardig inkomen krijgt.
Mensen die het model niet kennen veronderstellen steevast dat daar misbruik van komt. Terwijl ik pluk, denk ik na over wat ik die week op tafel zal zetten. Ik kies de vruchten die ik wil klaarmaken. Waarom zou ik meer oogsten dan ik nodig heb? Het model bewijst dat het werkt.
Ondertussen zijn er vele tientallen CSA-boerderijen verspreid over Vlaanderen. Ze voeden meer dan 20.000 mensen. Al deze mensen komen regelmatig op de boerderij en staan dicht bij de seizoenen, de natuur en de landbouw. Voor hun kinderen is het normaal dat wortelen uit de grond komen. Niet voor niets werd vanuit een van de CSA-boerderijen de campagne ‘Ik ken mijn boer’ gelanceerd. Deze mensen zijn de boer dankbaar voor het heerlijke voedsel en ook de boer voelt zich gedragen door de gemeenschap. Ze bieden elkaar veiligheid, onder de vorm van garantie op gezond vers voedsel voor de deelnemers en inkomenszekerheid voor de boer.
Het Mechelse bakkerskoppel Van Eeckhout werd op een andere manier geconfronteerd met de gevolgen van te veel willen oogsten. Meer en meer klanten worstelden met glutenintolerantie en zelf waren ze niet langer tevreden over de smaak en voedingswaarde van hun brood. Ze zochten naar de oorzaken en kwamen uit bij de hoogproductieve moderne graanrassen, alsook bij de snelheid waarmee brood wordt gebakken. Ze wilden terug naar brood als product van de natuur, de bodem en geduld.
Sindsdien bakken ze met graan van oude minder productieve rassen, werken ze samen met lokale bioboeren aan wie ze de prijs betalen die zij nodig hebben, malen ze ambachtelijk op hun eigen molens en geven ze het deeg de rust die het nodig heeft. Ze noemen hun bakkerij dan ook ‘Het traagste brood’. Zo kunnen de smaken zich weer ten volle ontwikkelen en halen ze licht verteerbaar en voedzaam brood uit hun ovens.
Boeren, bakker en klanten bieden elkaar wederzijds veiligheid onder de vorm van gezond brood en een waardig inkomen.
Wat Robin Wall Kimmerer, de CSA-gemeenschappen en bakkerij Van Eeckhout gemeen hebben is dat ze samenwerking en zorg voor mens, natuur, boer en voedsel verkiezen boven het steeds meer willen. Niet toevallig is dit ook de oplossing waar de Britse economisch antropoloog Jason Hickel op uitkomt, wanneer hij in zijn boek ‘Minder is meer’ op zoek gaat naar antwoorden op de planetaire crisissen die ons vandaag treffen.
Hickel wil onze relatie met de levende wereld herdenken. Hij stelt zich een toekomst voor geworteld in wederkerigheid met de natuur en pleit voor een economie gericht op menselijk welzijn en ecologische stabiliteit. Deze economie leidt ons van schaarste naar overvloed, van ontginning naar regeneratie, van overheersing naar wederkerigheid en van eenzaamheid naar verbondenheid met een planeet die barst van leven.
Minder nemen opent hele vergezichten aan mogelijkheden, stelt hij. Door minder te nemen kunnen we meer worden en elkaar zorg en veiligheid bieden.
De voorbije jaren zijn toonaangevende rapporten elkaar voor de voeten gelopen om de ernst van de elkaar versterkende ecologische crisissen – de biodiversiteitscrisis, de klimaatcrisis en de crisis van de vervuiling – aan te kaarten. Zelfs het World Economic Forum luidde de alarmbel. Volgens het laatste IPBES-rapport (International Panel for Biodiversity and Ecosystem Services) vormen deze crisissen een ernstige en onomkeerbare bedreiging voor het menselijk welzijn. Op zoek naar oplossingen graaft dit rapport naar de dieperliggende oorzaken en komt het uit bij (1) de vervreemding van en de dominantie over de natuur, (2) de concentratie van macht en rijkdom en (3) de focus op korte termijn, individuele en materiële voordelen. Dit is een rapport dat in december 2024 door de 127 landen die lid zijn van IPBES, waaronder België, werd bekrachtigd.
Terwijl de wetenschappelijke bewijzen zich steeds hoger opstapelen, lijkt de mensheid echter steeds verder de verkeerde kant af te glijden. Vandaag vieren de dieperliggende oorzaken van de planetaire crisissen – vervreemding van de natuur, ongelijkheid en individualisme – hoogtij en davert de moeizaam opgebouwde mondiale veiligheid op zijn grondvesten.
Op de achtergrond gebeurt evenwel nog iets anders. Volgens Hickel zet iets in die noodtoestand ons aan om op nieuwe manieren na te denken over onze relatie met de natuur, om te zoeken hoe we de breuk kunnen helen waaruit deze crisissen zijn ontstaan. Dit vertaalt zich niet alleen in het wereldwijd ontluiken van oneindig veel initiatieven zoals deze hierboven beschreven, maar ook in de groeiende aantallen mensen die opkomen tegen onrecht, tegen kolonialisme en imperialisme, tegen uitbuiting van mens en natuur. Deze mensen begrijpen de samenhang tussen de ecologische en de menselijke crisissen.
Toen we op 15 juni 2025 met 110.000 mensen door de Brusselse straten trokken tegen het geweld in Gaza, berichtte onze media ook over Den Haag, maar daar eindigde het bij. Nochtans kwamen diezelfde dag wereldwijd mensen op straat. Zelfs in het afgelegen Kathmandu trok een stoet Nepalezen met spandoeken door de straten.
Al deze mensen kennen de codewoorden die de mensheid uit de planetaire crisissen kunnen loodsen en de veiligheid in de wereld herstellen. Het zijn zorg, genoeg en dankbaarheid. Want bestaat onze grootste rijkdom niet uit het kunnen zorg dragen voor elkaar en voor de natuur?
Hoe meer we beseffen hoe goed genoeg is, hoe meer dankbaarheid we voelen voor de overvloed die deze planeet ons biedt. Dit is een warme uitnodiging om mee te bouwen aan deze nieuwe veilige samenleving, de codewoorden indachtig, elk op onze eigen manier. Het is onze enige uitweg.
Myriam Dumortier is lid van de denktank Oikos.