‘We kunnen verdriet niet oplossen, maar we kunnen het dragen. Samen. Als we dat opnieuw leren, als we verdriet zichtbaar durven maken, dan wordt troosten niet zomaar iets zachts of vrijblijvends. Dan wordt het de meest revolutionaire daad van onze tijd’, schrijft Bieke Verlinden aan de vooravond van 1 november.
Er is een tijd geweest waarin verdriet een plek had, waarin het zichtbaar was, tastbaar zelfs. Rouwkledij, lintjes, symbolen aan de voordeur, een zwarte vlag bij een huis. Mensen wisten: hier is iemand gestorven, hier woont verdriet. In de kerk, op café, op het dorpsplein overal waren gedeelde ruimtes waar je zowel vreugde als verdriet kon delen.
Vandaag is dat grotendeels verdwenen. Verdriet is iets geworden dat je binnenskamers verwerkt. Alleen. We zijn een samenleving geworden die geen taal meer heeft voor verlies. We vragen wel eens “hoe gaat het?”, maar hopen in stilte op het antwoord “goed”. Wat verdriet doet, raken we liever niet aan uit angst iets verkeerd te zeggen. En dus blijft het meestal stil. Terwijl juist die stilte zo zwaar weegt.
Rouw verdwijnt niet. Ze is er altijd, net als liefde. Alleen zie je niet aan iemands gezicht wie of wat die mist. Verdriet kent geen zichtbare littekens, maar het raakt je in alles: in relaties, in gezondheid, in vrije tijd of in werk. En net dat maakt rouw zo eenzaam. De omgeving ziet het niet meer en na verloop van tijd denkt men al eens dat het “voorbij” is, dat het nu toch al lang geleden is. Maar verdriet kent geen eindpunt. Het beweegt: soms op de voorgrond, soms op de achtergrond. Rouw duikt telkens opnieuw op. Want liefde houdt niet op bij de dood. Rouw ís liefde voor wie er niet meer is. En net als liefde op en neer gaat, beweegt ook rouw mee met het leven.
De Warmste Week roept dit jaar op om aandacht te hebben voor onzichtbare ziekten. Dat is een mooie en terechte oproep. Maar laten we ook aandacht vragen voor onzichtbaar verdriet. Voor al die mensen die iemand missen, maar bij wie dat niet te zien is. Voor wie niet alleen rouwt om een dierbare, maar ook om gezondheid, werk, toekomstplannen, een relatie of een stuk van zichzelf. Want rouwen is geen ziekte. Je bent niet ziek als je verdrietig bent. Pas als verdriet niet gezien of gedeeld kan worden, kan je ziek wórden van verdriet.
We moeten dus weg van een samenleving die elk lijden medisch benadert en alles wil oplossen met therapie of medicatie. We hebben nood aan een samenleving die leert dragen. Een samenleving waar empathie en betrokkenheid vanzelfsprekend zijn. Waar zorg niet enkel iets van professionals is, maar van iedereen. Waar we leren luisteren naar wat niet kan worden genezen, maar wél kan worden gedeeld.
Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte. Het is ook het vermogen om betekenis te geven aan wat we meemaken. Aan verlies, aan verandering, aan kwetsbaarheid. We hebben nood aan een samenleving die ook oog heeft voor spirituele gezondheid: de zoektocht naar verbondenheid, betekenis en hoop.
Daar helpen rituelen bij. Niet als religieuze plicht, maar als menselijke ervaring. Rituelen zijn kleine manieren om verbonden te blijven met wie of wat we verloren hebben. Ze geven vorm aan emoties die te groot zijn voor woorden. Een geur, een lied, een herinnering, een object dat iemand nabij brengt, een wandeling langs een plek die betekenis heeft, een bloemstuk maken, een kaars branden, even stilstaan. Dat zijn geen formaliteiten, dat zijn momenten van menselijkheid, kleine gebaren die verdriet omzetten in betekenis.
In Leuven bouwen we daar stap voor stap aan. Begraafplaatsen worden plekken van verbondenheid, waar stilte en ontmoeting samengaan. We organiseren rouwcafés, boekenclubs en troostmomenten. Mensen schrijven, luisteren, delen, maken samen iets tastbaars van hun herinnering. Dat zijn geen kleine dingen. Dat zijn daden van herstel. Want troost is een vorm van zorg.
We kunnen verdriet niet oplossen, maar we kunnen het dragen. Samen. Als we dat opnieuw leren, als we verdriet zichtbaar durven maken, dan wordt troosten niet zomaar iets zachts of vrijblijvends. Dan wordt het de meest revolutionaire daad van onze tijd.