Het zaad van een spermadonor met een genetisch defect werd gebruikt om minstens 67 kinderen te verwekken in heel Europa, waaronder 53 in België. ‘Zoiets zal met eiceldonatie niet gebeuren’, zegt hoogleraar Diane De Neubourg (UZA).
Een spermadonor met een kankerverwekkende genmutatie heeft in ons land bij 37 vrouwen in totaal 53 kinderen verwekt. Het schandaal werd breed in alle media gebracht. Ook eerdere schandalen over ‘massaverwekkers’ of mannen die hun sperma aanbieden via socialemediakanalen, kregen heel wat media-aandacht. Over eiceldonatie blijft het oorverdovend stil.
Eiceldonatie lijkt wel het vergeten zusje van de spermadonatie. Nochtans kan ook die procedure levens van anderen ingrijpend veranderen.
In 2015 en 2016 doneerde Eva* (42) eicellen. ‘Ik was een prille dertiger, vrijgezel en kinderloos. Ik hoorde verhalen over zware vruchtbaarheidstrajecten en zag mensen in mijn omgeving met de problematiek. Zelf had ik eicellen, maar deed ik er niets mee – daarom besloot ik te doneren, zuiver uit altruïsme.’
Waarom vrouwen eicellen laten invriezen: ‘Geen énkele vrouw doet dit voor haar carrière’
Intussen heeft Eva een stabiele relatie en willen ze samen een kind. ‘We hebben de voorbije acht maanden al vijf ivf-pogingen achter de rug – nog één te gaan en onze zes terugbetaalde pogingen zijn op. De hoop en moed zakt ons steeds dieper in de schoenen.’
Laatst kregen ze de vraag hoe ze denken over het gebruik van donoreicellen. ‘De cirkel is rond’, aldus Eva. ‘De donor heeft nu misschien zelf een donatie nodig. Dat is behoorlijk confronterend. Omdat slechts weinig vrouwen weten dat ze zelf iemand kunnen helpen, moeten we rekening houden met een wachttijd van minstens een jaar – tenzij we zelf een eiceldonor aanbrengen, dan kunnen we de wachtlijst overslaan.’
* Volledige naam is bekend bij de redactie.
5 vragen over eiceldonatie
‘Omdat er een tekort is aan eiceldonoren, is er inderdaad een lange wachtlijst’, zegt professor Diane De Neubourg, diensthoofd van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde bij het UZA. ‘Doorgaans moeten vrouwen minstens een jaar wachten voor ze geholpen kunnen worden. Het is dan eigenlijk wachten tot een eiceldonor zich aanmeldt.’
Waarom zo weinig eiceldonoren zich aanmelden, heeft volgens De Neubourg een tweeledige verklaring. ‘Enerzijds blijft het traject relatief onbekend. Voor een stuk ligt dat aan het feit dat eiceldonatie, net zoals spermadonatie, niet gecommercialiseerd mag worden. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) is in een aantal centra al flyers gaan weghalen waarmee men opriep om sperma of eicellen te doneren. Nochtans mag er wel reclame gemaakt worden voor het doneren van bloed en stamcellen. Anderzijds is het traject om eicellen te doneren best ingrijpend, waardoor vrouwen minder snel geneigd zijn om eicellen te doneren.’
1. Hoe werkt eiceldonatie precies?
Diane De Neubourg: ‘Eiceldonatie is van een heel ander kaliber is dan spermadonatie. Een vrouw die eicellen wil doneren, moet het zwaarste en moeilijkste deel van een ivf-traject doorstaan. Eerst worden de eierstokken hormonaal gestimuleerd om meerdere eicellen tegelijk tot ontwikkeling te brengen. De donor krijgt dan via onderhuidse injecties ongeveer 14 dagen lang hormonen toegediend. Zodra er voldoende rijpe follikels zijn, wordt de eicelaspiratie ingepland. De arts prikt dan net voor de eisprong één voor één de follikels aan en zuigt de eicel op.’
2. Wie staat er op die wachtlijst?
De Neubourg: ‘Er is een groep oudere dames die hoopt met een gedoneerde eicel nog zwanger te kunnen worden, maar er zijn ook jongere vrouwen die vroegtijdig in hun menopauze terechtkomen en vrouwen met een gefaald ivf-traject omdat de kwaliteit van hun eigen eicellen onvoldoende is.
De meeste vrouwen die komen aankloppen hebben een medische indicatie, maar daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de homoparen die, als ze een kind willen, beroep moeten doen op eiceldonatie.’
3. Zijn er, naar analogie met de spermabanken, ook ‘eicelbanken’ in het buitenland?
De Neubourg: ‘Ja en nee. Als mensen in België niet de tijd hebben om te wachten tot er eicellen beschikbaar zijn – bijvoorbeeld omwille van hun leeftijd – dan verwijzen we die patiënten door naar centra in Spanje, waar eiceldonatie een courante, goed georganiseerde activiteit is die onderhevig is aan Spaanse wetgeving.
Naast Spanje weten we dat er ook best wat mensen naar Oost-Europa trekken, omdat de trajecten daar goedkoper zijn. Zelf hebben we daar nooit patiënten heen gestuurd omdat we er minder goed zicht hebben op de wetgeving.’
4. Gelden voor eiceldonatie dezelfde regels als voor spermadonatie?
De Neubourg: ‘Exact dezelfde regels, al zijn die in het geval van eiceldonatie minder acuut, omdat er gewoon veel minder rek op zit dan bij spermadonatie. Terwijl er bij een zaadlozing normaal zo’n 60 tot 150 miljoen zaadcellen vrijkomen, worden er bij een gemiddelde eicelpunctie slechts een negental eicellen geoogst. Daarnaast is de kans op een levend geboren kind slechts 5 à 7 procent per eicel.
Zowel de “6-vrouwenregel” – de wet uit 2007 die bepaalt dat er niet meer dan zes vrouwen bevrucht mogen worden met donorzaad of -eicellen – als de registratie in het nationaal donorregister zijn verplicht.’
5. Mensen die sperma doneren ontvangen daar een onkostenvergoeding voor. Is die gelijk aan die voor mensen die eicellen doneren?
De Neubourg: ‘Voor wie eicellen doneert, ligt de forfaitaire onkostenvergoeding een stuk hoger. Die vrouwen moeten immers verschillende procedures ondergaan in het ziekenhuis, inclusief een opname, en de patiënt moet het remgeld daarvoor betalen. Maar de vergoeding dekt ook het werkverlet, het transport en enkele consultaties bij andere artsen, zoals de geneticus, die een stamboomanalyse moet maken.’