Van de luide verontwaardiging waarmee nationale politici in 2023 reageerden op de VRT-reeks ‘Godvergeten’ blijft er vandaag dus weinig over, schrijf Leen Deflem (KU Leuven) naar aanleiding van de VTM-reeks ‘De Nonnen’. Ze brengt het groots aangekondigde – maar intussen schijnbaar vergeten- expertisecentrum rond kindermisbruik.
Dankzij het VTM-programma ‘De Nonnen’ werd Vlaanderen de voorbije weken opnieuw geconfronteerd met staalharde getuigenissen over misbruik in de katholieke kerk. Dat leidde verrassend genoeg niet tot reacties vanuit de nationale politiek. Van de luide verontwaardiging waarmee nationale politici in 2023 reageerden op de VRT-reeks ‘Godvergeten’ blijft er vandaag dus weinig over. Nochtans pleitten diezelfde politici vlak voor de verkiezingen van 2024 nog voor de oprichting van een expertisecentrum voor onderzoek naar seksueel geweld tegen minderjarigen en kwetsbare personen.
Wat blijkt nu? Dit beloofde expertisecentrum rond kindermisbruik is (voorlopig?) niet meer dan een echo van politieke holle woorden: groot aangekondigd, maar intussen schijnbaar volledig vergeten.
Nochtans veroorzaakte ‘De Nonnen’ op andere niveaus wél deining. Eind augustus bood de Unie van Religieuzen in Vlaanderen bijvoorbeeld haar excuses aan voor het geweld en de vernederingen die in de betrokken kloostergemeenschappen aan het licht kwamen. Het parket van Limburg opende ondertussen zelfs een gerechtelijk onderzoek naar het weeshuis in Zelem. Ook de gemeente Koksijde nam maatregelen: de erfgoedfoto’s aan de muren van de vakantiekolonie ‘Ster der Zee’ werden onmiddellijk weggehaald. De burgemeester voegde er wel meteen aan toe dat dit niet het enige antwoord mag zijn. De vraag naar erkenning en duiding blijft, terecht, luid klinken.
Precies dat is wat het beloofde expertisecentrum zou kunnen bieden. Zo’n centrum zou een plek kunnen zijn waar slachtoffers en hun nabestaanden terechtkunnen voor concrete en toegankelijke informatie. Dat dit een waardevolle stap zou zijn, kan ik vanuit mijn eigen onderzoek en interviews met slachtoffers en andere betrokkenen alleen maar bevestigen.
Een dergelijk centrum zou ook kennis over het verleden kunnen bundelen, in nauw contact met die slachtoffers en op een wetenschappelijk onderbouwde manier. De inzichten die daaruit voortkomen, kunnen vervolgens worden ingezet voor herdenkingsplaatsen en -momenten waar erkenning en herinnering samenkomen. Met andere woorden: een expertisecentrum zou een garantie kunnen bieden dat deze pijnlijke problematiek niet opnieuw in de doofpot verdwijnt.
Paradoxaal genoeg was het vermijden van nieuwe doofpotten net één van de punten die onze voormalige premier Alexander De Croo benadrukte in zijn toen fel bejubelde toespraak voor paus Franciscus in september 2024, enkele maanden na de verkiezingen. In de nasleep van ‘Godvergeten’ werden in 2023 dan ook zowel op federaal, als op Vlaams niveau onderzoekscommissies opgericht. Deze kwamen in het voorjaar van 2024, vlak voor de verkiezingen, met aanbevelingen.
Hoewel de huidige federale regering in haar regeerakkoord de opvolging van deze aanbevelingen beloofde, is daar voorlopig weinig van te merken. De aanpak van seksueel geweld in de kerk groeide zo helaas niet uit tot één van de zogenaamde kroonjuwelen van de regering-De Wever. Ook op Vlaams niveau blijft het ondertussen stil.
Van de luide verontwaardiging waarmee nationale politici in 2023 en 2024 openlijk reageerden op ‘Godvergeten’, lijkt vandaag dus weinig over. De vraag blijft waar de transparante opvolging te vinden is. Welke aanbevelingen van de onderzoekscommissies werden gerealiseerd, en welke niet?
Gaan we dan, net als na het Vangheluwe-schandaal uit 2010, opnieuw het stilzwijgen verkiezen boven een oprechte confrontatie met dit pijnlijke verleden?
Leen Deflem is doctoraatsstudent aan de faculteit theologie en religiewetenschappen (KU Leuven), waar ze onderzoek doet naar de geschiedenis van (seksueel) geweld in katholieke contexten en het perspectief van omstaanders.