Het eethuis Karoot van Wiepke Boogaerts in Gent combineert een sociaal initiatief met een klassiek restaurant. Naast een vaste menukaart is er namelijk een dagschotel tegen een vrije bijdrage. ‘We ontvangen mensen in heel moeilijke situaties, voor wie we een houvast zijn in hun dag’, vertelt Boogaerts.
‘Dat écht iedereen welkom is, dat moet je voelen als je Karoot binnenstapt’, aldus Wiepke Boogaerts, een jonge dertiger. Alles is daarop afgestemd: van het wifinetwerk met als naam ‘Iedereen welkom’ tot gratis kraantjeswater. Consumeren is geen must. Ook de keuze voor plantaardig voedsel is er een voor toegankelijkheid, naast duurzaamheid. Zo is het voedsel meteen halal én geschikt voor vegetariërs en veganisten. De grootste troef blijft echter de dagschotel tegen vrije bijdrage.
Naast de vaste kaart, met gerechten als lasagne alla bolognese (20 euro) en een seizoensmenu met onder meer gebakken pompoenpolenta, geblakerde bloemkoolcrème en linzen (25 euro), is er dus de dagschotel. Wie die bestelt, krijgt een blanco rekening met uitleg. ‘Daarop staat welke kosten wij maken voor die maaltijd, zodat mensen met voldoende middelen weten wat een gepaste bijdrage is’, legt Boogaerts uit. ‘Je kunt perfect met een vriendengroep komen eten, nul euro invullen en niemand hoeft dat te zien. Aan de kassa wordt dan individueel afgerekend.’
‘Bij Karoot stellen we geen vragen. Je hoeft aan niemand verantwoording af te leggen.’
Het systeem moet in de eerste plaats drempels wegnemen. Uit gesprekken met sociale restaurants merkte Boogaerts dat de stap daar voor sommigen nog te groot is. ‘Je moet vaak kunnen aantonen bij het OCMW dat je geen inkomen hebt, en mensen zonder papieren kunnen daar zelfs niet terecht’, vertelt ze. ‘Bij Karoot stellen we geen vragen. Je hoeft aan niemand verantwoording af te leggen.’
Toch beseft ze dat het moeilijk blijft om een restaurant binnen te stappen als je geen geld hebt. ‘Daarom werken we samen met sociale organisaties en straathoekwerkers, die mensen duidelijk maken dat ze echt welkom zijn.’ Mond-tot-mondreclame blijkt ondertussen de sterkste motor. ‘Als iemand zonder een dak boven zijn hoofd tegen een ander zegt dat hij hier komt eten, verlaagt dat de drempel enorm’, verklaart Boogaerts.

Liefde voor Gent en de Brugse Poort
Wiepke Boogaerts groeide op in Betekom, een klein dorpje in Vlaams-Brabant, en ging fotografie studeren in Gent. Ze werd verliefd op de stad en in het bijzonder op de Brugse Poort. ‘Het is een gezellige, multiculturele wijk met veel samenhang en initiatieven. Die sterke sociale voeling hangt ook samen met de uitdagingen hier: veel grote gezinnen leven in kansarmoede.’
Toen de coronacrisis uitbrak, verloor Boogaerts haar job als campagnecoördinator bij Palestina Solidariteit vzw. Ook een vriendin kwam zonder werk te zitten, en samen begonnen ze maaltijden te koken voor bouwvakkers die vastzaten in Gent en niet terug naar hun thuisland konden. Al snel merkten ze dat de nood veel groter was. Ook veel Gentenaars, vooral bewoners van de Brugse Poort, hadden vaak geen toegang tot een gezonde, warme maaltijd per dag. Zo ontstonden de eerste ideeën voor een structureel project, waaruit drieënhalf jaar geleden Karoot het daglicht zag. Het basisprincipe? Iedereen heeft recht op een gezonde, warme maaltijd.
Meer dan gewoon een bord eten
Karoot trekt volgens Wiepke Boogaerts een opvallend divers publiek aan. Een korte rondvraag bevestigt dat. Van Lizzy, een jonge moeder die met haar gezin komt eten, over mindfulnesstrainster Lize, tot Faisal, een Marokkaan zonder papieren die sinds 2023 in België verblijft. ‘For me it’s free here’, zegt die laatste zonder gêne. Faisals ogen fonkelen wanneer hij over Karoot praat. Hij voelt er zich welkom en het eten is ‘héérlijk’.
Inwoners van de Brugse Poort én uit de rest van Gent vinden vlot hun weg naar het eethuis, dankzij de warme inrichting en de verfijnde keuken. Dat is een van de manieren waarop Karoot zich onderscheidt van een klassiek sociaal restaurant: het eten is veel gastronomischer dan je op het eerste gezicht zou verwachten. ‘Daarnaast hoort bij een fatsoenlijke maaltijd bij ons dat je warm kunt zitten en iets te drinken krijgt’, vertelt Boogaerts. ‘We willen normaliseren dat iedereen samen aan tafel kan zitten. Het concept is groter dan gewoon een bord eten voorschotelen.’
Duurzaamheid is ook een essentieel onderdeel van dat concept. Het interieur bestaat uit gerecupereerde of tweedehands materialen en bijna alle ingrediënten komen van lokale boeren. ‘We zouden ook boontjes uit Kenia kunnen serveren en zeggen: kijk, we hebben mensen eten gegeven. Maar dan zouden we als Karoot niet echt deel uitmaken van de oplossing’, legt Boogaerts uit.
Financiële realiteit
Karoot is een coöperatieve, met intussen zo’n tachtig coöperanten. Vanaf 250 euro mag je jezelf coöperant noemen. Dankzij die structuur, én de combinatie van de vaste kaart en de dagschotel, slaagt het eethuis erin te overleven. Subsidies krijgt Karoot niet. ‘We hebben de eerste drie jaar doorstaan, dat is in de horeca niet vanzelfsprekend’, vertelt Boogaerts. ‘Maar makkelijk is het zeker niet.’ Twee maanden geleden verhoogde Karoot de prijzen op de vaste kaart. ‘We hebben lang getwijfeld, maar zoals bijna elke horecazaak moesten we mee met de stijgende kosten. We willen niet failliet gaan.’
‘We houden ons hart vast voor de aangekondigde regeringsmaatregelen.’
Tegelijk merkt Boogaerts dat steeds meer mensen nul euro betalen voor de dagschotel. ‘Enerzijds toont het dat we meer mensen bereiken, anderzijds dat steeds meer mensen het moeilijk hebben. We houden ons hart vast voor de aangekondigde regeringsmaatregelen. Het is niet houdbaar als het restaurant op een avond helemaal vol zit met mensen die niets kunnen betalen. Als die nood plotseling heel groot wordt, zullen we moeten uitzoeken hoe we daarop kunnen inspelen.’
Is het leven echt duurder geworden?
‘Vooral voeding is vandaag erg duur’, aldus Laura Clays van Testaankoop. ‘Globaal valt de inflatie mee, omdat zaken zoals energie en reizen juist goedkoper zijn geworden. Dat betekent wel dat gezinnen bij wie boodschappen een groot deel van het budget vormen, het moeilijk krijgen. Zij moeten relatief gezien meer uitgeven aan boodschappen, waardoor dat deel nu een nog grotere hap uit het budget neemt.’ Volgens cijfers van Testaankoop kost een gemiddelde winkelkar nu 32% meer dan in januari 2022, de maand waarin de inflatie voor het eerst boven de 2% uitkwam.
Ook bij de Voedselbanken voelen ze die druk, zegt gedelegeerd bestuurder Marc Mertens. Tussen 2019 en 2023 kwamen er 45.000 mensen bij die hulp nodig hadden. De voorbije twee jaar stabiliseerde dat aantal en daalde het zelfs licht. In 2024 ontvingen maandelijks 208.925 mensen voedselhulp. Toch blijft de bezorgdheid groot. ‘De toekomst ziet er niet goed uit’, vertelt Mertens. ‘Met de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd vanaf 1 januari en ook nog de jacht op de langdurig zieken, vrezen wij echt een toevloed van mensen te krijgen.’

Impact
Initiatieven met sociale tarieven bestaan al, maar volgens Wiepke is Karoot de enige traditionele horecazaak die maaltijden aanbiedt tegen volledig vrije bijdrage, soms zelfs gratis. Het eethuis wil meer zijn dan een losstaand experiment. ‘Vanaf het begin zeiden we: als het ons lukt om een jaar break-even te draaien, schrijven we een blauwdruk uit over hoe we het hebben aangepakt en hoe Karoot is opgebouwd. Andere geïnteresseerden kwamen al eens kijken, maar voor zover ik weet is er nog niemand die hetzelfde doet.’
‘Ik vind het moeilijk om te claimen dat Karoot al geslaagd is in zijn opzet’, besluit Wiepke. ‘We kunnen nog altijd failliet gaan, dat is gewoon de realiteit. Maar we hebben wél aangetoond dat solidariteit ook kan bestaan in een gewone horecazaak. Het hoeft niet enkel iets te zijn dat in de marge gebeurt, bij vzw’s of vrijwilligerswerk.’
Het verschil dat Karoot maakt, geeft haar hoop. ‘We hebben intussen een groep klanten voor wie we echt veel betekenen. Dat geeft ons enorm veel voldoening, omdat het laat zien dat dit werkt. We bestaan ook alleen maar omdat er nood aan is. Als niemand dit nodig had, zou Karoot niet bestaan.’
Pieter-Jan Lesage (2003) groeide op in Houthalen. Hij behaalde zopas zijn master geschiedenis aan de KU Leuven en volgt dit academiejaar de master journalistiek aan de VUB.
Belgodyssee
Dit artikel is verschenen in het kader van de Belgodyssee-wedstrijd. Zeven weken lang brengt Knack elke zaterdag een portret van een inspirerende jongere met een boeiend verhaal, een uitzonderlijk talent, een uitgesproken mening. De portretten worden geschreven door studenten journalistiek.
De wedstrijd is een initiatief van het Prins Filipfonds (beheerd door de Koning Boudewijnstichting), de RTBF en de VRT, in samenwerking met Knack en L’Avenir en met steun van de kanselarij van de eerste minister. De beste portretten kunnen een stage bij de deelnemende nieuwsmerken winnen.