Eerder deze week werd een wetenschappelijk comité voorgesteld dat feminicide in kaart moet brengen. Historicus Elias Feys legt meteen de link met de geschiedenis: ‘Sommige patronen zijn zo diepgeworteld dat ze al in de middeleeuwen bestonden.’
‘Als ik in de krant een artikel lees over partnergeweld of feminicide, moet ik vaak aan de middeleeuwen denken’, zegt doctoraatsstudent Elias Feys (KU Leuven), die onderzoek doet naar geweld tegen vrouwen in de vijftiende en zestiende eeuw. ‘Ondertussen is de wetgeving natuurlijk wel veranderd en de wetenschap geëvolueerd, maar veel patronen zien we vandaag nog altijd. Victimblaming, bijvoorbeeld, was in de middeleeuwen al een beproefde strategie.’
Wat onderzoekt u precies?
Elias Feys: Ik bestudeer genadebrieven: documenten waarmee een vorst genade verleende aan een (vermeend) misdadiger. Daar staat ontzettend veel boeiende informatie in. Je leert waarvoor iemand is veroordeeld, welke straf werd uitgesproken en waarom die uiteindelijk genade heeft gekregen. Mijn onderzoek is gericht op genadebrieven die verband houden met geweld op en door vrouwen. Al zijn de daders meestal mannen.
Wat partnergeweld betreft, heb ik zelfs maar één genadebrief van een vrouwelijke dader gevonden. Maaiken Van Waes uit Gistel kreeg genade nadat ze was veroordeeld voor de moord op haar vijftig jaar oudere echtgenoot. Ze beweerde dat hij haar al van bij het begin van hun huwelijk mishandelde. Maar veruit de meeste daders zijn mannen, en dat is vandaag nog altijd zo.
Zijn er nog meer gelijkenissen?
Feys: Zeker. Een tijd geleden hadden ze in De zevende dag de advocaat uitgenodigd van een man die zijn vrouw had vermoord. Hij verdedigde zijn cliënt door diens daden zo veel mogelijk goed te praten. De dader zou het niet zo hebben bedoeld en hij droeg ook nog altijd zijn trouwring. Het leek wel alsof iemand uit een genadebrief uit de middeleeuwen aan het voorlezen was. Ook toen spraken daders vooral over zichzelf en hadden ze het zo weinig mogelijk over het slachtoffer. Ze legden uit hoe moeilijk ze het hadden en hoe hard ze moesten werken om de eindjes aan elkaar te knopen. Vertelden ze al iets over hun slachtoffer, dan was dat meestal in negatieve zin. Dat hun vrouw elke dag dronken was, overspel pleegde of tegen hen rebelleerde, bijvoorbeeld.
Victimblaming bestond dus ook al in de middeleeuwen. Dat was niet alleen het geval bij partnergeweld, maar bijvoorbeeld ook als een vrouw was verkracht. Dan werd gezegd dat ze ’s nachts maar niet in haar eentje op straat had moeten lopen of dat ze het zelf had gezocht doordat ze zich losbandig gedroeg. Allemaal argumenten die ook nu nog in de media en de rechtbank opduiken.
Vandaag wordt dronkenschap vaak aangevoerd als verzachtende of bezwarende omstandigheid. Was dan toen ook zo?
Feys: Als een vrouw dronken was, kon ze haar taken in huis niet doen en zorgde ze niet goed voor haar kinderen. Dan was het in de ogen van veel middeleeuwers niet zo vreemd als ze door haar man werd geslagen. Voor mannen lag dat anders. Dat mannen na hun zware werkdag te diep in het glas keken, kon dan weer wel door de beugel. Die dronkenschap was zelfs een aanvaardbare verklaring voor het feit dat ze hun vrouw aanvielen.
Ik ben zaken tegengekomen waarbij een man uitlegt dat hij na het werk op café was geweest, dronken was geworden en vervolgens zijn huis in totale wanorde had aangetroffen. Daar werd hij zo woedend van dat hij niet meer wist wat hij deed en zijn vrouw vermoordde. Achteraf had hij daar dan naar eigen zeggen heel veel spijt van. Ook in de middeleeuwen leidde alcoholmisbruik soms tot gezinsdrama’s.
Het grote verschil met de middeleeuwen is toch wel dat de rechtspraak ondertussen is geëvolueerd en dat vrouwen vandaag veel meer rechten hebben?
Feys: Absoluut. In de late middeleeuwen werd de man geacht om het huishouden te leiden, dat bestond uit zijn echtgenote, zijn kinderen en eventueel bedienden. Gedroegen die zich niet zoals het hoorde, dan mocht hij ingrijpen. Indien nodig mocht hij ook zijn vrouw slaan. Maar dat wil zeker niet zeggen dat hij haar bont en blauw mocht kloppen. Het ging eerder over een pedagogische tik, zoals we dat tegenwoordig noemen. Over de grijze zone tussen geoorloofd en ongeoorloofd geweld tegen vrouwen werd in de middeleeuwen veel gediscussieerd.
‘Het grote verschil met vandaag is wel dat er in de middeleeuwen meer sociale controle was. Mensen wisten veel beter wat er zich bij hun buren afspeelde.’
Ook de wetenschap staat vandaag heel veel verder, waardoor gemakkelijker kan worden bewezen dat een vrouw bijvoorbeeld werd verkracht.
Feys: Ja, maar toch is het nog altijd vaak een kwestie van woord tegen woord. Zelfs als op basis van DNA-onderzoek bewezen kan worden dat twee mensen seks hebben gehad, blijft het in veel gevallen moeilijk om te achterhalen of de vrouw daar ook mee heeft ingestemd. In de middeleeuwen was dat nog veel lastiger. Een verkrachting kon toen alleen worden bewezen wanneer getuigen het slachtoffer luid hadden horen schreeuwen. De geloofwaardigheid van die vrouw hing ook voor een groot stuk van haar reputatie af. En was de dader haar eigen man, dan kon er nooit sprake zijn van verkrachting. In België is verkrachting binnen het huwelijk pas sinds eind jaren tachtig strafbaar, en in veel andere landen is dat tot op vandaag nog altijd niet het geval.
Kunnen we wat geweld tegen vrouwen betreft ook iets leren uit de late middeleeuwen?
Feys: Als we vandaag partnergeweld of andere vormen van geweld tegen vrouwen zien of vermoeden, weten we vaak niet hoe we daarmee moeten omgaan. Dat was in de middeleeuwen niet anders, want het is echt niet zo dat mensen het toen heel normaal vonden als een man zijn vrouw in het openbaar afranselde. Zo heb ik een bron waarin de buren van een vrouw haar vader ervan op de hoogte brengen dat ze de hele tijd door haar man wordt geslagen. Zij waren dus zo verontwaardigd over de situatie dat ze vonden dat er moest worden ingegrepen.
Aan de andere kant was er ook – net als vandaag – een grote terughoudendheid om zich met andermans zaken te bemoeien. Pas als de buren over wie ik het had tegen de vader zeiden dat zijn dochter bij haar voeten uit het raam werd gehangen, besloot hij iets te ondernemen. Eerst stuurde hij zijn echtgenote en toen dat niet hielp, ging hij zelf voorzichtig poolshoogte nemen. Het grote verschil met vandaag is wel dat er toen meer sociale controle was. Mensen wisten veel beter wat er zich bij hun buren afspeelde. Vandaag vallen de buren vaak totaal uit de lucht als een vrouw door haar partner wordt vermoord – nooit iets van gemerkt. Als we iets uit de situatie in de late middeleeuwen kunnen leren, dan is het wel dat we alerter moeten zijn voor signalen van geweld tegen vrouwen en dat we daar ook iets mee doen.