Martha Claeys

‘Het kaartspel presidenten: de simpelste illustratie van ongelijkheid in onze samenleving’

Martha Claeys Filosofe

Ik hou niet van gezelschapsspelletjes. Maar wie zwanger is in een snikhete zomer moet eraan geloven en dus zat ik tegen wil en dank het kaartspel presidenten te spelen.

Het werkt als volgt: wie de eerste ronde wint, wordt president. Wie als tweede eindigt wordt vicepresident. Hetzelfde gebeurt met de twee verliezers, al krijgen die doorgaans minder respectabele namen. Voor het begin van de tweede ronde wisselt de president haar twee slechtste kaarten met degene die verloor, de vicepresident wisselt er één met wie als voorlaatste eindigde. 

Het is een frustrerend spel. Als je eenmaal onder aan de ladder bungelt, is het erg moeilijk om weer op te klimmen. De ­verliezer kan de hoop wel opbergen om ooit president te worden. En de president, die moet het al erg bont maken om zijn ­statuut kwijt te raken. 

We bergen onze kaarten op en schudden onze status van president of verliezer van ons af. Maar het spel gaat natuurlijk door, en het was ook voor we de speelkaarten bovenhaalden al lang bezig.

Presidenten is de simpelste illustratie van ongelijkheid in onze samenleving. Wie met meer begint, zal ook meer kunnen vergaren. Wie onderaan hangt, kan wel opklimmen maar moet daarvoor zijn stinkende best doen, omdat hij een achterstand weg te werken heeft.  

Als het gaat over de vergaring van ­financiële rijkdom noemen sociologen dat het mattheuseffect. Wie al over geld ­beschikt, heeft meer kans om zijn kapitaal te vergroten door vastgoed te kopen en te beleggen, of door risico’s te nemen zoals de opstart van een bedrijf. Bijna de helft van de 1 procent rijkste Belgen haalt zijn inkomen hoofdzakelijk uit vermogen, blijkt uit recent onderzoek van De Nationale Bank en Knack.

Met andere woorden: geld hebben brengt geld op. Als het gaat om ­andere vormen van kapitaal – zoals sociaal, talig of cultureel kapitaal – noemen we dat ­privilege. Wie een van de landstalen goed beheerst, loopt minder verloren in de ­Belgische bureaucratie en kan die mak­kelijker in zijn voordeel laten werken. Wie een breed netwerk heeft, vaak ook met dank aan de netwerken van familieleden, kan zich efficiënter organiseren of om hulp vragen. 

Het mechanisme achter het kaartspel presidenten werkt op veel niveaus. Rijkere wijken zijn doorgaans ­succesvoller in de aanpak van zwerfvuil en andere vormen van overlast, en dat trekt weer nieuwe investeerders aan.

Op nog grotere schaal vloeit de rijkdom van grondstofrijke gebieden als Congo of het Amazonewoud vaak meteen door naar bedrijven uit westerse landen. In ruil daarvoor krijgen die grondstofrijke landen hopen afval en gedragen kledij, en de gevolgen van de klimaatverwoesting waar welvarende landen disproportioneel aan bijdragen. Het zou zomaar de start van een globaal potje ­presidenten kunnen zijn. 

Ik hou niet van gezelschapsspelletjes. Ik hou niet van de willekeur waarmee de kaarten gedeeld worden. Ik hou niet van strategieën bedenken die de ingebakken oneerlijkheid van het spel moeten omzeilen. Ik hou niet van de gedachte dat de ene alleen kan winnen als de ander verliest.

Ach, lachen mijn medespelers dan meestal, het is toch maar een spel?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise