Eerste professionele centrum voor families na donorconceptie opent in België: ‘Dit had al tien jaar moeten bestaan’

Elke Lahousse
Elke Lahousse Journalist voor Knack Weekend

Wie vragen heeft over familievorming met de hulp van een sperma- of eiceldonor kan voortaan terecht bij het eerste professionele expertisecentrum van ons land. Oprichtster Astrid Indekeu: ‘Sensationele donorverhalen halen vaak het nieuws, maar ook veel gewone gezinnen hebben meer informatie nodig.’

Jaarlijks worden in België zo’n 1350 kinderen geboren met hulp van een eicel-, sperma- of embryodonor. En dus worden ongeveer evenveel families geconfronteerd met de vragen, beslissingen en uitdagingen die gepaard gaan met donorconceptie. Astrid Indekeu werkte jarenlang in dat domein als klinisch psychologe en interviewde honderden gezinnen als onderzoekster. Ze is een van de topexperts in België als het over de noden van donorgezinnen gaat. Vandaag, op de Belgische Dag van het Donorkind, lanceert de wetenschapster een online platform voor families na donorconceptie.

Vanuit welke noodzaak lanceert u dit platform?

Astrid Indekeu: Zowel ouders, donorkinderen als donoren zitten vaak met vragen waar ze nergens mee terechtkunnen. Wensouders die aan een fertiliteitstraject beginnen, krijgen heel wat professionele informatie vóór de start van een behandeling. Maar steun wanneer het kind er is, bestond tot vandaag niet. Terwijl je in de puberteit van je kind net heel andere vragen hebt rond donatie dan in de babyfase. Er was nog minder onderbouwde informatie beschikbaar voor donorkinderen of donoren, en tegelijk zorgen allerlei ontwikkelingen in de samenleving voor onduidelijkheid: denk aan debatten over donoranonimiteit of de ontwikkeling van online DNA-testen. Ik kreeg de voorbije jaren heel wat persoonlijke vragen in mijn mailbox. Donorfamilies hebben recht op openheid en objectieve informatie, daarom wilde ik de wetenschappelijke kennis toegankelijker voor hen maken. Het platform is er bij uitbreiding ook voor alle mogelijke betrokkenen, zoals artsen, familietherapeuten of juristen.

‘België is dan wel koploper op het vlak van techniek en fertiliteitsbehandelingen, maar niet wat betreft de zorg en psychosociale aspecten. Dit centrum had al tien jaar moeten bestaan.’

Collagebeeld: Astrid Indekeu

Op welke vragen wil het zorg- en expertisecentrum antwoorden geven?

Indekeu: Donorkinderen vinden op de website een antwoord op vragen als: ‘Zijn er nog kinderen zoals ik?’ Of: ‘Ik kwam via een DNA-test net te weten dat ik een donorkind ben… wat nu?’ En ouders op vragen als: ‘Hoe praat ik met mijn kind over donorconceptie?’ Of ook: ‘Kan ik mijn volwassen kind nog inlichten?’ Donoren vinden er informatie om bijvoorbeeld hun partner en kinderen te vertellen dat ze in het verleden sperma gedoneerd hebben. Of een antwoord op vragen als: ‘Wat willen donorkinderen eigenlijk van mij?’ Vaak halen alleen boze of sensationele donorverhalen de media. Die mogen uiteraard verteld worden, maar ook gewone donorgezinnen hebben meer informatie nodig, want nog al te vaak worden foutieve stellingen verspreid rond donoren en donorgezinnen. Via betalende webinars, boekentips, workshops of uitwisselingsmomenten met andere donorfamilies zal het kenniscentrum een gevarieerd aanbod aan steun en informatie leveren, dat continu aangevuld wordt op basis van nieuw onderzoek of vragen van betrokkenen.

Hoe bent u zelf in deze thematiek gespecialiseerd geraakt?

Indekeu: Als klinisch psychologe begeleid ik sinds 2000 kinderen, volwassenen en gezinnen die geconfronteerd worden met medische thema’s. En sinds 2009 werden dat families na donorconceptie, hun netwerk en de betrokken professionals. Het raakvlak tussen psychologie en geneeskunde heeft me altijd geboeid: hoe geven mensen betekenis aan levensveranderende situaties? Hoe kan ik hen als hulpverlener informatie, handvaten en steun geven? Wetenschappelijk onderzoek helpt mij bij die vragen. Uitwisseling en verbinding zijn sleutelbegrippen in mijn werk: tussen betrokkenen, tussen landen en culturen, tussen wettelijke kaders en disciplines. Die uitwisselingen zorgen voor diepgaand en veelzijdig inzicht. De voorbije jaren deed ik ervaring op in Zweden, Nederland, Zwitserland, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en België, als onderzoeker, auteur en voorzitter van enkele beroepsverenigingen. En nog leer ik elke dag iets nieuws bij over donorfamilies. Het is een complex thema. België is dan wel koploper op het vlak van techniek en fertiliteitsbehandelingen, maar niet wat betreft de zorg en psychosociale aspecten. Dit centrum had al tien jaar moeten bestaan.

Op welke manier zal het expertisecentrum zich onderscheiden van het Vlaamse afstammingscentrum of vzw’s zoals DonorFamilies en Donorkinderen?

Indekeu: Fertiliteitscentra geven steun en info aan de start van een behandeling met donormateriaal. En bij vzw’s als DonorFamilies en Donorkinderen vind je ervaringsdeskundigen en lotgenoten. Bij het Afstammingscentrum kunnen zowel donorkinderen als adoptiekinderen en metissen terecht met vragen over hun afstamming en als ze in contact willen komen met verwanten. Maar het zorg- en kenniscentrum wil een brug zijn naar al die organisaties, zodat mensen in elke stap van het proces beter geïnformeerd en voorbereid zijn. Ik wil zo veel mogelijk de openheid en dialoog creëren die donorgezinnen verdienen. Ouders die met vertrouwen hun ouderschap opnemen, dat verdient elk kind.

Het zorg- en kenniscentrum voor families na donorconceptie is te vinden op astridindekeu.com. Ter ere van de Dag van het Donorkind is vandaag en morgen het webinar ‘Voor donorkinderen van 0-99 jaar’ gratis te bekijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content