‘Veiligheid in onze samenleving betekent niet alleen louter bescherming tegen bedreigingen. Ze omvat ook samenhang tussen burgers en hun vermogen om samen te werken aan gemeenschappelijke doelen’, schrijft Baudouin de Hemptinne van denktank Itinera.
De Belgische Nationale Veiligheidsstrategie stelt dat de kwaliteit van onze democratie centraal staat in de strategische uitdagingen voor ons land. Daarin lezen we dat veiligheid in een democratische context “een geïntegreerde politieke aanpak vereist, waarin alle actoren en sectoren vanuit hun specifieke expertise bijdragen. Dat is niet alleen een kerntaak van de overheid, maar ook een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Het versterken van vertrouwen binnen de samenleving is de beste manier om de systemische uitdagingen van onze tijd aan te pakken. Democratische systemen functioneren pas echt en garanderen veiligheid in brede zin wanneer er een hoog niveau van vertrouwen bestaat, zowel tussen mensen onderling als in de instellingen. Dat vertrouwen ontstaat in de eerste plaats in de onmiddellijke omgeving: in de relaties dicht bij de burger. Een sterkere rol van de tussenniveaus en van het lokale bestuur is daarom wenselijk.
Uit de meest recente Eurobarometerenquête van mei 2025 blijkt dat het vertrouwen in de Europese instellingen het hoogste peil heeft bereikt sinds 2007. Zo zegt 52% van de Europeanen vertrouwen te hebben in de Europese Commissie. Voor nationale parlementen en regeringen ligt dat cijfer echter rond de 36 à 37%, met wantrouwen dat oploopt tot bijna 60%. België scoort iets beter dan het Europese gemiddelde: 42 à 44% van de Belgen geeft aan vertrouwen te hebben in hun parlement en regering.
De Franse politicoloog Pierre Rosanvallon beschouwt vertrouwen als een “onzichtbare” instelling, naast autoriteit en legitimiteit. Een instelling, omdat vertrouwen zorgt voor “integratie, samenwerking en regulering die het sociale weefsel structureert.” Onzichtbaar, omdat het “niet wordt vastgelegd door regels of statuten.” Volgens Rosanvallon zijn zulke onzichtbare instellingen, zoals vertrouwen, onmisbaar voor het functioneren van samenlevingen.
Net als olie in een motor laat vertrouwen de acties van publieke en private actoren beter op elkaar aansluiten, versterkt het de inspanningen van burgers en zorgt het voor samenhang. Dit vertrouwenskapitaal – tussen burgers onderling, tussen burgers en hun instellingen, tussen verschillende institutionele actoren en tussen staten – bepaalt of maatregelen, hervormingen en strategieën hun doel bereiken. Rosanvallon schrijft dat deze onzichtbare instellingen “de onzekerheid die eigen is aan het sociale leven helpen verminderen en tegelijk het ermee omgaan vergemakkelijken. Ze openen of sluiten perspectieven; versterken of doen machtsstructuren wankelen; bepalen de uitkomst van veldslagen; zetten hervormingen in gang of blokkeren ze. Soms worden ze zichtbaar in een opkomstcijfer bij verkiezingen, een beurskoers of een wisselkoers.”
Zelfs een parlement samengesteld uit de meest toegewijde vertegenwoordigers of een regering gevormd door de beste experts kan geen hervormingen doorvoeren zonder voldoende vertrouwen in de samenleving. Beleidsplannen kunnen nog zo scherp en toekomstgericht zijn: ontbreekt het nodige krediet, dan blijven resultaten uit. Zo tonen Paul De Grauwe en Yuemei Ji aan dat het beleid van centrale banken om inflatie te verminderen en de economie te stabiliseren aanzienlijk doeltreffender werkt in contexten van vertrouwen dan in situaties van wantrouwen tegenover die instellingen.
Om ons te wapenen tegen de systemische risico’s die ons te wachten staan, is het versterken van vertrouwen de meest strategische investering in meer veerkracht. Dat vertrouwen ontstaat in de eerste plaats in de nabijheid: in de relaties die mensen opbouwen binnen tussenniveaus (verenigingen, clubs, families, vriendschappen enzovoort) en via het lokale bestuur. Voor twee grote uitdagingen die ons de komende decennia te wachten staan – klimaat en demografie – zal de kracht en veerkracht van deze lokale netwerken doorslaggevend zijn.
Waar anders dan op lokaal niveau beschikt men over de beste kennis van de noden en mogelijkheden om een bevolking te helpen zich aan te passen aan veranderingen in temperatuur of neerslag? Is het niet precies binnen de netwerken van nabijheid dat men weet welk landbouwbedrijf, welke onderneming of welke bevolkingsgroep lijdt onder watertekort en ondersteuning nodig heeft tijdens een hittegolf? En is een doeltreffende noodreactie bij een natuurramp niet per definitie verankerd in een fijnmazige kennis van de lokale situatie?
Ook bij de demografische uitdagingen staan sociale, sport- en cultuurverenigingen in de eerste lijn om de noden te signaleren en oplossingen te bedenken voor vergrijzende bevolkingen in bepaalde regio’s. En wanneer het om migratie gaat, voorbij de loutere discussies over aantallen, is de kernvraag toch hoe nieuwkomers succesvol kunnen worden geïntegreerd in het sociale en professionele leven? Opnieuw blijkt dat de sleutel tot succes onlosmakelijk verbonden is met de specifieke lokale context.
Tegenover de systemische uitdagingen voor onze brede veiligheid – zoals klimaat en demografie – is het versterken van de rol van de tussenniveaus en het lokale bestuur cruciaal. Dat vraagt onder meer om het delegeren van bepaalde verantwoordelijkheden en om extra middelen voor verenigingen en gemeentelijke instellingen, via subsidies of fiscale voordelen.
Zeker voor de aanpassing aan klimaatverandering en voor sociale integratie is het belangrijk de verantwoordelijkheid van lokale overheden, culturele, sport- en sociale verenigingen, kmo’s, vakbonden, families en levensbeschouwelijke organisaties te benadrukken.
In een tijd waarin de complexiteit in alle domeinen historische hoogten bereikt, is vertrouwen meer dan ooit noodzakelijk. Hoe complexer de uitdagingen, hoe meer we moeten aanvaarden dat we verder bouwen op het werk van anderen, zonder alles zelf opnieuw te kunnen controleren of bewijzen.
Het zijn vooral de organisaties dichtbij de burger die mensen helpen om gezamenlijke verhalen te vormen en samen grip te krijgen op de uitdagingen van vandaag.
Gemeenschapszin ontstaat immers uit dialoog: in de sociale wetenschappen is waarheid relationeel, anders dan in de natuurwetenschappen. Door verantwoordelijkheden toe te vertrouwen aan deze lokale netwerken krijgt vertrouwen de ruimte om te groeien en kan veerkracht zich versterken via interpersoonlijke relaties.
Baudouin de Hemptinne, econoom en visiting fellow bij Itinera.