Adoptie verliest wereldwijd terrein, ook in België. Draagmoederschap daarentegen wint sterk aan populariteit bij wensouders. ‘Mensen zoeken steeds vaker naar methodes waarbij genetisch ouderschap mogelijk is’, zegt Frederik Swennen, advocaat en professor personen- en familierecht aan de Universiteit Antwerpen (UAntwerpen).
Volgens cijfers van Kind en Gezin vonden in Vlaanderen in 2023 slechts 21 interlandelijke adopties plaats, een historisch dieptepunt. Ook het aantal kandidaat-adoptieouders neemt jaarlijks af: in 2006 waren dat nog 884 koppels, in 2024 was dat aantal gedaald tot 177. Voor een groot deel heeft dat te maken met strengere regels. In 2023 besliste de Vlaamse regering om geen nieuwe dossiers meer op te starten.
‘We zien internationaal een duidelijke verschuiving van adoptie naar draagmoederschap’, zegt Swennen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat er in 2012 wereldwijd al naar schatting 20.000 baby’s via draagmoederschap werden geboren, bijna even veel als het aantal interlandelijke adopties datzelfde jaar. ‘De kinderwens blijft, maar mensen zoeken steeds vaker naar methodes waarbij genetisch ouderschap mogelijk is’, aldus Swennen.
Wish for a baby
De fertiliteitsbeurs Wish for a Baby, die dit weekend in Brussel plaatsvindt, illustreert die internationalisering. Buitenlandse klinieken en agentschappen bieden er informatie over IVF, eiceldonatie en draagmoederschap. De beurs was al in Duitsland, Frankrijk en Australië. Dit is de eerste editie in België.
Ankie Vandekerckhove, coördinator van het Afstammingscentrum, vindt het ‘hallucinant’ dat zo’n beurs in België plaatsvindt. ‘Al veel te lang ligt de focus op de droom van de ouders, maar het zijn de kinderen die later met de gevolgen kampen. Zolang er geen duidelijke wetgeving bestaat die het recht van kinderen op afstammingsinformatie waarborgt, kan dit gewoon niet.’
‘Al veel te lang ligt de focus op de droom van de ouders, maar het zijn de kinderen die later met de gevolgen kampen.’
Ook het commerciële aspect baart haar zorgen. ‘Een kind is niet te koop, en een baarmoeder al helemaal niet’, stelt Vandekerckhove.
Swennen plaatst daar echter een kanttekening bij: ‘In sommige Nederlandse en Belgische voorstellen mag ook betaald worden voor altruïstisch draagmoederschap: een onkostenvergoeding van maximaal 900 euro per maand plus alle medische kosten worden vergoed. Komt dat dan ook niet dicht in de buurt van iets commercieels?’
Volgens hem is een vergoeding op zich niet problematisch, zolang de rechten van alle betrokkenen goed worden beschermd.
De organisator van de Wish for a Baby-beurs, Ben Corbett, benadrukt dat de beurs niet commercieel is. ‘We adviseren bezoekers steeds om juridisch advies in te winnen en de wetgeving van hun eigen land te respecteren.’
Oost-Europa als draaischijf
Waar India en Thailand vroeger populair waren voor commercieel draagmoederschap, verschuift de markt door strengere regels steeds meer richting Oost-Europa. Albanië, Oekraïne en Georgië bieden betaalbare trajecten aan met slogans als ‘Affordable route to parenthood’ of ‘Cost-effective surrogacy’.
Professor Swennen waarschuwt: ‘Als men cliënten lokt met de belofte dat “het hier goedkoop is”, dan weet je, zoals bij alle consumentenzaken, dat daar iets wringt.’
Als men cliënten lokt met de belofte dat “het hier goedkoop is”, dan weet je, zoals bij alle consumentenzaken, dat daar iets wringt.
Juridische valkuilen
En ook juridisch gezien brengt een draagmoederschaptraject in het buitenland problemen met zich mee. In veel landen geldt nog steeds het principe mater semper certa est, Latijns voor: de moeder is altijd zeker. In juridische termen betekent dit dat de vrouw die het kind baart, automatisch als moeder wordt beschouwd, ongeacht van wie het kind genetisch is.
In de praktijk keren wensouders dus vaak naar huis met een geboorteakte waarop de draagmoeder als moeder vermeld staat.
‘Dat zorgt voor problemen bij aankomst in België, omdat wensouders niet automatisch als juridische ouders erkend worden. Vaak moeten ze het ouderschap daarom via adoptie regelen, een complex proces waarbij Belgische rechters streng beoordelen of het buitenlandse traject ethisch en transparant is verlopen’, legt Swennen uit.
‘In Belgische fertiliteitscentra is er doorgaans controle op ethiek, medische begeleiding en de rechten van draagmoeders’, voegt hij toe. ‘Over de situatie in andere landen, vooral landen waar geen wetgeving bestaat, is veel minder bekend. Rechters houden daar rekening mee.’
Ook in België is er rond draagmoederschap nog altijd geen wettelijke regeling. De huidige federale regering heeft in haar regeerverklaring wel een wettelijk kader voor draagvrouwschap in het vooruitzicht gesteld.