Columniste Nele Van den Broeck: ‘Af en toe wil ik nog schuilen achter een man’

© Carmen De Vos
Peter Casteels

Knack begeeft zich onder vrienden. Telkens portretteren we een bijzondere vriendschap. Deze week: muzikante en columniste Nele Van den Broeck en kunstenares Shoshana Walfish.

‘De schilderijen die ik al van Nele heb gemaakt verkopen heel goed. Mensen zijn er gek op’, vertelt Shoshana Walfish. De Canadese kunstenares, die ondertussen vijf jaar in Brussel woont, portretteerde haar vriendin al enkele keren. Nele Van den Broeck bracht net haar debuutroman uit en koos Walfish voor een gesprek met ons over hun werk, hun leven en Pablo Picasso.

Nele Van den Broeck: De eerste dag dat Shoshana in Brussel woonde, hebben we elkaar al ergens op een feestje ontmoet. Ik was net van Londen terug naar hier verhuisd, en ik kende zelf ook nog maar weinig mensen. In de taxi naar huis zei ik haar diezelfde avond al dat we beste vrienden gingen worden. Ik voelde me een beetje een mislukkeling omdat ik in Londen was afgedropen, dus ik was blij dat een Canadese kunstenares ervoor koos om in Brussel te gaan wonen. Zo saai kon deze stad dan toch niet zijn.

Shoshana Walfish: Had ik maar een goed verhaal waarom ik naar hier ben gekomen. (lacht) De keuze voor Brussel was heel willekeurig. Ik studeerde schilderkunst in Firenze en wilde daarna het liefst in Europa blijven. Terug in Canada heb ik al mijn Europese vrienden benaderd om een stad te vinden die betaalbaar was en waar er genoeg aandacht was voor hedendaagse kunst. Eén vriend raadde me Brussel aan. Ik wist er helemaal niks over, maar het klonk allemaal wel goed. Ik woonde in Montreal, dus Frans sprak ik al.

Van den Broeck: Hoe denk je vandaag over de stad?

Walfish: Als ik alles wat ik nu weet op voorhand wist, was ik misschien niet naar hier gekomen. Het is natuurlijk nergens perfect, en ondertussen voelen sommige voordelen ook al wel als vanzelfsprekend, zoals het relatieve gemak waarmee je in België als kunstenaar kunt leven. Dankzij het kunstenaarsstatuut hoef ik geen drie of vier bijbaantjes te nemen. In Canada hebben zelfs talentvolle kunstenaars die ook gewaardeerd worden vaak moeite om rond te komen.

Van den Broeck: Dat was ook de hoofdreden waarom ik ben teruggekomen uit Londen. Shoshana herinnert me aan de positieve kanten van het leven in dit land als ik het even niet zie zitten. Ik ben lang gefrustreerd geweest door hoe klein België is, en het gebrek aan interesse dat er is voor het buitenland. Dat merkte ik met mijn muziek. Wij doen heel weinig moeite om Belgische artiesten te verkopen aan het buitenland, aangezien we vaak zelfs niet weten wat er daar gebeurt. Iedereen denkt in Vlaanderen dat het hoogst haalbare het Sportpaleis of Rock Werchter is. Ik heb met Nele Needs a Holiday op het Latitude Festival opgetreden. In Engeland maakte dat veel indruk, terwijl hier niemand een idee heeft wat dat zelfs maar is. (kijkt zwijgend weg)

Nele steunt mij ook. Er zijn maar weinig mensen met wie ik zo goed over mijn werk kan praten als met haar.

Walfish: Hij kent het ook niet. (lacht)

Is dat de reden waarom u onlangs een boek uitbracht in plaats van een nieuwe plaat?

Van den Broeck: Ik werd vooral gestalkt door uitgeverijen. (lacht) Ik dacht dat ik eerst een popster zou worden voor ik schrijfster werd, want je hebt jeugdige energie nodig om twee uur op een podium te staan dansen. Maar ik word ondertussen al wat ouder – níét oud – en mijn zin om buiten te komen neemt elke dag een beetje af. Misschien was het dus tijd om aan een roman te beginnen. Ik had dat nooit gekund als ik niet wist dat er een uitgeverij op mijn manuscript zat te wachten. Zelfs nu heeft het meer dan twee jaar geduurd. Er waren weken dat ik elke dag niet meer dan één zin kon schrijven.

© Carmen De Vos

Uw roman Iemand anders gaat over een vrouw die haar hele leven gaf aan haar echtgenoot en zijn carrière als sterschrijver, tot hij haar dumpt en ze zichzelf moet heruitvinden. Kristien Hemmerechts schreef in haar recensie dat ze die premisse ‘met lichte verbijstering’ las. ‘Is het feminisme dan een maat voor niets geweest’, vroeg ze zich af.

Van den Broeck: Ik werd heel droevig van die opmerking. Het hoofdpersonage Sandra maakt een evolutie door in het boek waarbij ze haar leven in eigen handen neemt. In mijn ogen is dat juist een feministisch verhaal. Als ze van in het begin al sterk en onafhankelijk was geweest, had ik niets meer gehad om over te schrijven.

Walfish: Ik heb het boek nog niet gelezen. Ik had het manuscript aan Nele gevraagd om het met DeepL te vertalen, maar ze heeft liever dat ik wacht tot er een Engelse vertaling verschijnt. Die kritiek stoort me niettemin. Ze komt van mensen die denken dat we al veel verder staan met het feminisme dan in de realiteit het geval is. We zijn nog lang niet waar we moeten zijn. Veel vrouwen vallen nog altijd in dezelfde categorie als Sandra.

Van den Broeck: Ik ben daar zelf een voorbeeld van. (lachje)

Walfish: Veel vrouwen van mijn leeftijd denken nog altijd dat ze een man moeten vinden en trouwen om een leven te hebben dat de moeite is om geleefd te worden. Dat is een ouderwetse gedachte die we hebben doorgekregen van de boomers, zoals we onze geliefde ouders tegenwoordig noemen. Nele onderzoekt de staat van de vrouw zoals ze er vandaag aan toe is. Dat is net heel relevant.

Van den Broeck: Het is altijd een tweestrijd, ik ben misschien niet de perfecte feminist. Ik denk wel dat ik een redelijk onafhankelijke vrouw ben, die ook patronen van vorige generaties heeft doorbroken. Maar af en toe wil ik nog schuilen achter een man, zeker als ik heel gestresseerd ben zoals nu door mijn boek. Ik haal me dan in mijn hoofd dat ik beter bij mijn zus ga wonen en haar help met haar kinderen op te voeden, of met mijn lief ga samenwonen en huisvrouw word.

Walfish: Dat heeft ze gisteren nog letterlijk tegen mij gezegd.

Het is niet antifeministisch om iemand nodig te hebben. Mannen hebben dat gevoel ook vaak.

Van den Broeck: Shoshana is daar wel beter in dan ik. Jij had ook in je familie voorbeelden van vrouwen die het professioneel goed deden en broodwinner waren. Dat had ik niet.

Walfish: Mijn moeder verdiende thuis het meeste geld, ja. Maar ik ben al vanaf mijn tweede zelf een rebel: tegen het systeem waarin ik ben grootgebracht, tegen de strenge regels van mijn religie ook. Wij zijn als familie heel close, maar er waren wel heel hoge verwachtingen toen ik jong was. Mijn ouders hadden me graag succesvol gezien op een manier die mij niet echt interesseerde. Ik heb al snel besloten dat ik liever mijn eigen dromen najaag.

Komen die thema’s, zoals het feminisme, terug in uw werk?

Walfish: Ik ben een feministische kunstenaar, ja. Ik schilder heel vaak vrouwenlichamen en die zijn per definitie politiek. Vrouwen wordt nog altijd gezegd wat ze wel of niet kunnen dragen. Vandaag staat zelfs ons recht om met ons lichaam te doen wat we willen weer op het spel, nu in de Verenigde Staten abortuswetten worden verstrengd. Dat maakt me kwaad, maar daar gaat mijn kunst niet over. Ik zie mezelf niet als een politieke kunstenaar. Ik zoek nieuwe manieren om naar vrouwenlichamen te kijken, wars van de objectivering en seksualisering waar ze anders aan onderworpen worden. Ik probeer het vrouwenlichaam te ontdoen van al die verwachtingen. Ik heb in Firenze leren schilderen in de traditie van de renaissancekunstenaars. In die tijd mochten vrouwen niet schilderen en werden ze door mannelijke schilders als modellen louter geobjectiveerd. Ik wil met een vrouwelijke, queer blik naar die canon kijken, ook als antwoord op het uitwissen van vrouwelijke kunstenaars uit onze geschiedenis. In grote musea zijn soms nog altijd maar een of twee procent van de werken van vrouwen.

Het is dit jaar vijftig jaar geleden dat Pablo Picasso stierf. Hij wordt met tentoonstellingen over de hele wereld gevierd, maar u bent geen fan?

Walfish: Picasso was vandaag ongetwijfeld een #MeToo-icoon geweest, en niet in de positieve zin van het woord. Het is onmogelijk om het belang van de rol die hij in de kunstgeschiedenis gekregen heeft te ontkennen, ook al was hij niet de meest originele kunstenaar van zijn tijd. Er waren andere schilders – ook vrouwen – die interessanter werk maakten. Als feministe vind ik het heel moeilijk om van het werk van Picasso te houden. Maar ik probeer me niet te veel te verdiepen in het persoonlijke leven van kunstenaars. Bij de meesten vind je altijd wel problematische zaken in hun biografie. Ik kijk liever naar iemands werk dan naar alles wat eromheen is gebeurd.

Gisteren was weer een slechte dag, maar ik hoop nog altijd dat de duivel me ooit helemaal verlaat.

Zijn de verhoudingen ondertussen gewijzigd? In de media lijken vrouwelijke kunstenaars ondertussen wel veel meer aandacht te krijgen.

Van den Broeck: Als ik een roman uitbreng, moet ik nog altijd hopen dat hij niet als vrouwenliteratuur zal worden omschreven. Waarom eigenlijk? De Noorse schrijver Karl Knausgård schrijft dikke boeken over zijn privéleven en wordt veel ernstiger genomen dan een vrouw die hetzelfde doet. De schrijver uit mijn boek is eigenlijk ook zo’n klootzak, ik heb hem op Knausgård gebaseerd. Sandra is een beetje als zijn vrouw, Linda Boström. Knausgård schreef over hun intimiteiten en zelfs haar mentale problemen, en later liet hij haar zitten.

Walfish: Ik lees zo goed als nooit meer mannelijke schrijvers.

Van den Broeck: Al mijn favoriete schrijvers zijn mannen. Ik moet duidelijk beter doen.

Walfish: Ik zal je wat leestips geven. (lacht) Ik zeg natuurlijk niet dat mannen nooit iets interessants te vertellen hebben. Maar ik zie in de kunstwereld wel nog vaak witte mannen van mijn leeftijd zonder problemen door alle hoepels springen en succesvol worden zonder dat ze iets interessants te zeggen hebben. Natuurlijk krijgen vrouwen, mensen van kleur en queer kunstenaars veel meer aandacht dan vroeger, hoewel ik ook wel een probleem heb met tokenism: veel kunstinstellingen willen vandaag diverser worden, maar nodigen dan de eerste de beste zwarte of homoseksuele kunstenaar uit. Het is beter om te zoeken naar mensen wier werk ook echt goed is, want anders straalt dat alleen maar slecht af op de gemeenschappen die je juist zegt te willen helpen.

© Carmen De Vos

Eind vorig jaar vertelde u, mevrouw Van den Broeck, in een interview dat u ooit tegen een dokter hebt gezegd dat u ‘iemand anders’ wilde zijn. Kwam daar de titel van uw roman vandaan?

Van den Broeck: Ik wilde iemand anders zijn op de omgekeerde manier dat mijn hoofdpersonage dat wil. Zij wil eindelijk een losbandig leven leiden, terwijl ik juist minder emotioneel wilde worden en niet zo vaak moodswings wilde hebben. Ik zat toen in een slechte relatie met een kerel die me letterlijk zei dat hij zich voor me schaamde. Hij wilde niet met me uitgaan, want ik was te luid en ik flapte er van alles uit. Ik was ook heel ongelukkig in die periode, maar ik vraag soms nog aan mijn nieuwe vriendje of hij zich voor me schaamt.

Walfish: Absoluut niet. Hij is stapelverliefd op jou.

U bent niet alleen open over uw mentale gezondheid, u praat ook over de medicatie die u neemt tegen depressies. Weinig mensen durven dat.

Van den Broeck: Het is al veel beter, maar ik hoop nog altijd dat de duivel me ooit helemaal verlaat. Gisteren was weer een heel slechte dag. Ik ben mijn dosis duloxetine aan het afbouwen, maar op zo’n dieptepunt denk ik nog steeds: ik zou werkelijk alles slikken wat me hierdoor kan helpen. Ik kreeg ook de diagnose dat ik ADHD heb. Ik ben soms sceptisch over zulke etiketten, maar het helpt me wel. Ik krijg soms kritiek van hippies die tegen big farma zijn, of van rijke mensen die alleen maar natuurproducten kopen en tijdens corona zelfs antivaxers werden. Joints roken en alcohol drinken is geen probleem, of pillen nemen die ze ergens in een konijnenhol op internet hebben ontdekt, maar medicijnen die door het ziekenfonds worden terugbetaald zijn zogezegd vergif.

Walfish: Ik vind dat je het geweldig doet. Ik ben ook echt een fan van Nele. Die eerste avond dat we elkaar ontmoetten, heb ik thuis op YouTube tot ’s nachts naar muziek van Nele Needs a Holiday zitten luisteren. I was completely floored. Ik heb meteen al mijn vrienden in Canada gestuurd dat ik een geweldige artieste had ontmoet. Nele steunt mij ook. Er zijn maar weinig mensen met wie ik zo goed over mijn werk kan praten als met haar.

Van den Broeck: Had ik het geld, ik kocht al je werk. Helaas hangen die schilderijen van jou waar ik op sta bij wildvreemden in de woonkamer. Of misschien hebben ze me nog wel ergens anders gehangen. Ik wil het eigenlijk liever niet weten. (lacht)

Bio Nele Van den Broeck

1985

Geboren in Merchtem.

2014

Het debuutalbum van haar muziekgroep Nele Needs a Holiday verschijnt.

2015 – vandaag

Schrijft columns voor De Standaard.

2016

Studeert af aan het London Centre of Contemporary Music. Behaalde daarvoor ook al diploma’s Drama aan het KASK Gent en Spaans-Duits aan de VUB in Brussel.

Bio Shoshana Walfish

1988

Geboren in Montreal.

2017

Studeert af in de klassieke schilderkunst aan de kunstacademie in Firenze.

2018

Verhuist naar Brussel.

Haar werk is te bezichtigen op www.shoshanawalfish.com

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content