Martha Balthazar

‘Als “fascist” geen belediging meer is, is het te laat’

Je mag – zo vinden ze bij mij thuis – mensen niet zomaar fascisten noemen. Terecht natuurlijk, het is een beschuldiging met hevige consequenties. Maar soms noem ik een fascist (je weet wel, zo iemand die omvolkingstheorieën verspreidt, electoraat opstookt met haatdragende boodschappen, genocides verdedigt, aanmoedigt of zelfs pleegt en autoriteit misbruikt om een ander te onderdrukken) een fascist. En ook dan wordt het me niet in dank afgenomen. Het woord komt over als een provocatie, zelfs wanneer het een aanduiding is.

Er is geen definitie van fascisme die de tand des tijds goed doorstaat, zoals elk politiek systeem moeten ook dictatoriale bullebakken zich steeds rebranden. Maar bij fascisme moeten de nieuwe jasjes niet alleen het systeem heruitvinden, ze moeten ook de ware aard ervan verdoezelen. Je noemt jezelf namelijk geen fascist tot je machtig genoeg bent en daar niet meer voor afgestraft wordt. Die naam is hoe dan ook een belediging. Als het dat niet meer is, is het te laat.

Op gezellige etentjes, bij gezellige linkse mensen gaat het traditiegetrouw altijd even over de verkiezingen. ‘Ik hou mijn hart vast’, klinkt het dan. En ‘het zou toch erg zijn’. Want ondanks ontegensprekelijke peilingen en steeds explicieter geweld van rechts willen we het opkomende fascisme in dit land liever niet zien aankomen. Wie er geen rechtstreeks slachtoffer van is, houdt zich vast aan het privilege van verbazing en ontzetting. ‘Zot toch, hoe dat in Nederland is kunnen gebeuren’, zeggen we. En we negeren wat voor onze neus staat om er zo dadelijk van te kunnen schrikken.

Maar fascisme komt niet in zwarte bottines aangemarcheerd, het zwaait niet onmiddellijk met de revolver. We moeten het herkennen en definiëren op basis van wat het is: de opgedreven tolerantie voor geweld, het vijandige nationalisme, de instrumentalisatie van haat. Alleen aan die wortels kan het worden bestreden en wie het daar toelaat te groeien is er medeplichtig aan.

We zijn met veel om te zeggen dat we tegen fascisme zijn, maar het ontbreekt ons aan de moed om antifascist te worden. Want het echte verzet tegen fascisme vraagt ons ver voorbij het stemhokje te denken, actief en dagelijks weerstand te bieden tegen de agressie van rechts en ook ons eigen handelen kritisch te bekijken.

Antifascist zijn betekent: geen ademruimte geven aan het fascisme, haat consequent ontkrachten en de fascist zo bang maken dat die zelfs in stilte niet durft te dromen van wat nu gewoon hardop wordt gezegd. Antifascisme ligt ver buiten de comfortzone van wie zich nog altijd comfortabel voelt. Maar wie het meent dat hij zich niet wil verzoenen met wat voor de deur staat, kan daar alleen loodrecht tegen ingaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content