25 jaar Roma in Gent: ‘Ook wij liggen wakker van pensioensparen’

© ID

De voorbije 25 jaar verhuisden meer dan 2000 Roma vanuit de Slowaakse stad Kosice naar Gent. Een portret van een gemeenschap die discreet inburgert, ondanks de clichés over ‘de Roma’.

De schokkende dood van de kleine Raul vestigde andermaal de aandacht op de precaire situatie van Roemeense Roma in Gent. De voorbije tien jaar haalde die gemeenschap geregeld het nieuws met berichten over zwerfvuil en overlast in tentendorpen of kraakpanden. En net zoals bij die vorige gelegenheden werd Martin Balogh (43) tot zijn ergernis door verschillende media om duiding gevraagd.

Oké, hij is zelf Roma en kan bogen op een lange staat van dienst als tolk, brugfiguur en intercultureel bemiddelaar bij verschillende diensten van de Stad Gent en de Vlaamse overheid. Maar als spreekbuis van de Slowaakse Romagemeenschap heeft hij weinig met Roemeense migranten te maken. ‘Ik ken ze alleen vanuit mijn professionele verleden’, zegt Balogh, die intussen in Eeklo een eigen facilitair bedrijf runt. ‘We spreken verschillende dialecten van het Romanes, maar we kunnen wel communiceren.’

Er zijn Roemenen die – zoals de meeste Slowaken – naar Gent komen om hier te blijven en een toekomst uit te bouwen. ‘De problemen doen zich meestal voor met een tweede groep, die een pendelend bestaan leidt’, legt Balogh uit. ‘Ze werken een paar maanden in België, Frankrijk, Duitsland of Nederland, en tussendoor keren ze terug naar hun dorpen in de regio van Timisoara. Behalve professioneel heb nooit echt contact met hen gehad. Slowaken, Tsjechen, Bulgaren, Kosovaren, Montenegrijnen of Hongaren gaan met elkaar om, maar Roemeense Roma zijn erg op zichzelf. Voor veel Belgen maken die nuances helaas geen verschil, ze gooien alle Roma op één hoop. Bedelaars met kinderen, dat zijn haast altijd Roemenen, arme drommels die geen alternatief zien. In Slowakije of Tsjechië heeft die praktijk nooit bestaan, maar toch krijg ik er voortdurend vragen over.’

Pioniers

In Gent wonen volgens de recentste cijfers van de Dienst Burgerzaken 1996 Slowaken en 250 Tsjechen, van wie 95 procent Roma is. Een aanzienlijke minderheidsgroep, zeker in vergelijking met de 250 Roemeense Roma. Dat laatste cijfer is een beredeneerde schatting door verschillende stadsdiensten die deze fragiele groep omkaderen, want als kortverblijvers laten Roemenen zich niet altijd registreren. ‘Ook bij die Slowaakse cijfers mag je gerust een paar honderd niet-geregistreerden bijtellen’, zegt Balogh. ‘En dan zwijg ik nog van diegenen die zich al lieten naturaliseren. Haast al die Slowaken zijn afkomstig uit de regio rond Kosice, de tweede stad van het land.’

Balogh, die aan de universiteit afstudeerde op de Romacultuur, maakte pas op zijn 24e de oversteek naar Gent, in het spoor van zijn ouders, die op hun beurt het voorbeeld van zijn tante hadden gevolgd. ‘Zij is hier al sinds 1994’, zegt hij. ‘Ze was een van de absolute pioniers. Sociale media bestonden niet, maar mond tot mond verspreidde het nieuws zich van een paar families die goed terechtgekomen waren in Gent. Zo is de gemeenschap gegroeid, via de asielprocedure. Het statuut werd zelden toegekend, maar na een poosje werden de afgewezen asielzoekers geregulariseerd. Er komen nog altijd veel mensen uit Kosice naar Gent, maar de meesten blijven niet lang. Door bureaucratische obstakels is het nu veel moeilijker geworden om hier aan een werk- en verblijfsvergunning te komen.’

‘Perfect geïntegreerd’

De verjaardag is ongemerkt gepasseerd, maar Gent kan intussen dus al terugblikken op een kwarteeuw Roma-immigratie vanuit het voormalige Tsjecho-Slowakije. Er zijn crisismomenten geweest, zoals in 1999 toen de collectieve repatriëring van zeventig Slowaken de Wetstraat in de ban hield. Die spanning is al lang van de lucht, de integratie is geruisloos en relatief voorspoedig verlopen. ‘Ik neem dat woord zelfs niet meer in de mond’, zegt Balogh. ‘De tweede generatie is perfect geïntegreerd. Slowaken en Tsjechen werken, zijn huiseigenaar, hebben kinderen op school, liggen wakker van pensioensparen en van de inflatie. Gewone burgers zoals iedereen.’

Erika Mikova (39), die op haar twaalfde vanuit het Tsjechische Karlovy Vary naar Gent verhuisde, kan het bevestigen. Ze werkt voor de Stad Gent als brugfiguur op een superdiverse basisschool in Ledeberg, waar ze ook veel Roma ziet. ‘Ouders vinden onderwijs belangrijk’, zegt ze. ‘Niet verwonderlijk, want in Slowakije en Tsjechië behoorden ze tot de middenklasse. Arme Roma zijn nooit tot hier geraakt, die wonen nog altijd in getto’s zoals Lunik 9.’ De naam verwijst naar het grootste Roma-getto van Europa, aan de rand van Kosice. ‘Ik ben er één keer geweest, tijdens een studiereis’, zegt Mikova. ‘Ik was geschokt door de extreme armoede van de Roma, zoiets had ik in Tsjechië nooit gezien. Wij kwamen in Karlovy Vary niets tekort, maar ik heb als kind wel racisme ervaren. Op speelpleintjes werd ik voor “vuile zigeuner” uitgescholden, en in de winkel werd ik scheef bekeken. Toch zijn mijn ouders verhuisd omdat ze hier meer kansen zagen voor zichzelf en hun vijf kinderen. Toen we nog in de Brugse Poort woonden, werden we voor Turken aangezien. Pas jaren later, toen de grote instroom uit Kosice op gang kwam, liepen we als Roma in de kijker.’

Rolmodel

Mikova is een voortrekker: ze is de eerste van haar familie en een van de weinigen binnen de gemeenschap met een diploma hoger onderwijs. Nog zo’n rolmodel is de twaalf jaar jongere Nikola Balogova, met roots in Kosice. Twee jaar geleden, tijdens haar opleiding kleuterleidster aan de Arteveldehogeschool, werd ze verkozen tot Gentse studente van het jaar. Het leverde haar veel media-aandacht op, plus een reeks lezingen als rolmodel in secundaire scholen, in samenwerking met de Universiteit Gent. ‘Ik zie steeds meer jonge Roma die de stap naar het hoger onderwijs zetten’, zegt ze. ‘Het lukt niet altijd –ik heb ook twee studies geprobeerd voordat ik mijn richting vond. Maar het feit dat ze hoger onderwijs overwegen, is al een stap vooruit.’

Over racisme of discriminatie klaagt ze niet, wel hekelt ze de clichés over Roma. ‘Als een specifieke groep voor problemen zorgt, worden alle Roma met de vinger gewezen’, zegt ze. ‘Terwijl Roemenen bijvoorbeeld een heel andere achtergrond en traditie hebben. Daarmee wil ik me niet tegen die gemeenschap afzetten. Als ik een Roemeense bedelaar zie, dan voel ik me in de eerste plaats solidair. We zijn tenslotte allemaal Roma.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content