Links zwijgt, Louis Tobback spreekt: ‘Tijd om een paar heilige huisjes af te breken’

Louis Tobback © Jef Boes
Walter Pauli

Als het over terroristen en veiligheid gaat, domineert centrumrechts het politieke discours. Charles Michel wil de grondwet aanpassen. Jan Jambon wil Molenbeek uitkammen. Patrick Dewael wil meer macht voor het Crisiscentrum. Theo Francken wil meer illegalen het land uit. En links? Links houdt zich gedeisd. Tot spijt van SP.A-boegbeeld Louis Tobback: ‘Als het over veiligheid of politie gaat, pleiten nogal wat progressieven ineens voor the minimal state en het laissez faire. Wat is daar links aan?’

Ik erger mij aan de manier waarop de Belgische regering zich de zwartepiet heeft laten toespelen

‘Ik ben in een milde bui’, zegt de burgemeester van Leuven nog voor er één echte vraag is gesteld. ‘Ik ben dus niet te verleiden tot een negatieve uitspraak over de concrete beslissingen die Charles Michel (MR) en Jan Jambon (N-VA) hebben genomen om de terreur te bestrijden, zoals hun beslissing om het dreigingsniveau op te trekken tot vier en de veelbesproken huiszoekingen in Brussel. Ik beschik niet over hun informatie, ik ken hun argumenten niet, dus ik voel me niet bevoegd om nu al te oordelen over de inschattingen die zij hebben gemaakt. Michel en Jambon zagen er op televisie trouwens zéér gestrest uit. Ik ga ervan uit dat ze in moeilijke omstandigheden hebben gedaan om goed te doen.’

Tot zover zijn milde bui. Louis Tobback (77): ‘Wat ik vandaag wel al kan zeggen, is dat sommige beslissingen absurd overkwamen. Wat is de zin van een voetbalwedstrijd zonder toeschouwers? Waarom verbied je zo’n match dan niet? Die bewuste zaterdag kreeg ik een telefoon van de kabinetschef van Jambon: “De regering raadt u aan om de wedstrijd van OHL niet te laten plaatsvinden, maar als u echt wilt mag het wel. Al moet u in geen enkel geval rekenen op federale steun.” Maar wij hadden niet eens steun gevráágd! De absurditeiten volgden elkaar op. Het station van Leuven is het vierde grootste van het land, elke dag passeren hier 27.000 reizigers. In Leuven geldt dreigingsniveau drie: volgens de officiële bepalingen wijst dat op een “zeer zorgwekkende” toestand. Maar vorige week moest ik op mijn strepen staan, want men wilde de Leuvense spoorwegpolitie elders inzetten: in Brussel hebben ze blijkbaar niet genoeg aan 5000 politiemensen om 700 scholen te beveiligen. En dat terwijl een andere minister Gasthuisberg meende te moeten waarschuwen: “Dat de chirurgen maar uitkijken met wie er op hun operatietafel ligt, want het zou een terrorist kunnen zijn.”‘

Was u bang?

Louis Tobback: (verbaasd) Ik? Waarom? Zie ik er zo angstig uit?

De buschauffeurs van De Lijn eisten bibbergeld om bij dreigingsniveau vier van Leuven naar Brussel te rijden.

Tobback: Het is een onderhandelingstechniek om opslag te krijgen, zeker? Helemaal niet naar Brussel rijden, zou erger zijn: dan spelen we pas in de kaart van de terroristen. Of in de kaart van sommigen die wetten willen doen goedkeuren die ze er anders nooit zouden doorkrijgen. Vergeet niet waarvoor de brand van de Rijksdag in 1933 diende. De nazi’s hebben de Rijksdag toen in de brand gestoken om dan uitzonderingswetten goed te keuren die zelfs zij zonder die brand moeilijk hadden kunnen verantwoorden. U hoort mij niet zeggen dat ik een complot van de rechterzijde vermoed voor wat in Parijs is gebeurd, maar het is een feit dat rechts meer profiteert van een klimaat van terreur dan links.

Frans president François Hollande spreekt de Franse parlementsleden toe, drie dagen na de aanslagen in Parijs: 'La France est en guerre'
Frans president François Hollande spreekt de Franse parlementsleden toe, drie dagen na de aanslagen in Parijs: ‘La France est en guerre’© AFP

Tot een paar weken geleden had de Britse premier David Cameron geen meerderheid in het Lagerhuis om Syrië te bombarderen. Alleen al in zijn eigen Conservatieve partij waren er meer dan vijfentwintig dissidenten die de regering niet zouden steunen. Vandaag heeft zelfs Nicola Sturgeon van de toch opvallend linkse Scottish National Party laten weten dat ze haar terughoudendheid voor de bombardementen laat varen. Een klimaat van dreiging en angst speelt in de kaart van de politici als Viktor Orban in Hongarije en Recep Tayyip Erdogan in Turkije. De Franse president François Hollande zal ook wel even stijgen in de peilingen, zeker nu hij stoer doet, maar na een paar weken ebt zijn populariteit wel weg.

Het blijft afwachten of onze regering populairder wordt na de aanslagen. De strijd tegen het terrorisme zorgde ook voor veel ongemak, en België is de risee van de internationale pers.

Tobback: De Fransen zijn er keurig in geslaagd om België de schuld te geven van de aanslagen in Parijs. Terwijl die gasten die uit Molenbeek vertrokken om ginds een bloedbad aan richten bijna allemaal de Franse nationaliteit hadden.

Hollande verkeert al in pre-verkiezingsmodus: hij heeft er alle belang bij dat Frankrijk hém niet met de vinger wijst.

Tobback: Ik val Hollande ook niet aan, ik erger mij aan de manier waarop de Belgische regering zich de zwartepiet heeft laten toespelen. We zijn er als ukjes in geslaagd om ons te laten overladen met alle zonden van de wereld. Eerst vestigen we de aandacht op ons door van Brussel een belegerde stad te maken, en dan laten we zonder goede uitleg het dreigingsniveau zakken en doen we alsof er niets aan de hand is. Daarover zal de regering wél uitleg moeten geven, al pleit ik daarom nog niet voor een echte parlementaire onderzoekscommissie (zoals SP.A-voorzitter John Crombez vraagt, nvdr.): er hoeven toch geen ‘schuldigen’ aangewezen te worden voor het optrekken en weer laten zakken van een dreigingsniveau?

U wilt er geen politiek spelletje van maken?

Molenbeek, Brussel
Molenbeek, Brussel © AFP/Belga

Tobback: Ik ben vooral verontrust om een veel structureler probleem. De regering beschikt niet meer over de middelen om het veiligheidsbeleid consequent uit te voeren. Er is bijvoorbeeld geen federale politiereserve meer, want daarop is in de loop der jaren door alle mogelijke regeringen bespaard. Vorige week had hier in Leuven een betoging van de Nationalistische Studentenvereniging (NSV) moeten plaatsvinden. Ik heb als burgemeester nog nooit een betoging verboden, alleen kreeg ik ditmaal voor het eerst niet de versterking waarom ik had gevraagd. Dus heeft het NSV zich dit jaar beperkt tot een ‘wake’ bij de Ballon van de Vriendschap (een standbeeld op het Hooverplein, nvdr.).

Dat rechtse studenten of groene jongens die bekommerd zijn om het klimaat ineens niet meer kunnen betogen in Leuven of Oostende is het gevolg van het feit dat we jarenlang roofbouw hebben gepleegd op de federale middelen. Daardoor begon de federale overheid tal van corvees door te schuiven naar de lokale besturen. En bij de terreurdreiging blijkt ineens dat er niet genoeg capaciteit is om overal te doen wat we moeten doen. Ik heb sterk de indruk dat de regering aan elke burgemeester van een ‘niveau drie’-gemeente heeft gezegd: ‘Trek uw plan.’

Het afwentelen van verantwoordelijkheden op lokale overheden ging ver. De burgemeester van Molenbeek treft blijkbaar schuld omdat er zijn gemeente IS-terroristen verblijven. Wat kan een burgemeester daaraan doen?

Tobback: In een gemeente als Molenbeek kan de politie in het beste geval ‘de toestand in de hand houden’. Met aspirine kun je je hoofdpijn verzachten, maar je hebt meestal straffere medicijnen nodig om je ziekte te bestrijden. Men zou dus beter stoppen om Philippe Moureaux (PS) of zijn opvolgster met alle zonden Israëls te overladen. Toen ik in 1974 verkozen werd in de Kamer en Brussel beter leerde kennen, was de gettovorming in Molenbeek al bezig.

Hebben de opeenvolgende regeringen de ‘lokale’ Brusselse problemen dan nooit zien aankomen?

Waarom fuseert men de negentien Brusselse gemeenten niet meteen tot één gemeente, met één burgemeester?

Tobback: Natuurlijk wel. Ik was minister van Binnenlandse Zaken in de regeringen van Jean-Luc Dehaene. We hadden net ons Globaal Plan goedgekeurd, dus we moesten in die tijd ook al zwaar besparen, maar zelfs in die nijpende budgettaire omstandigheden maakten we ettelijke miljoenen vrij voor de ‘veiligheidscontracten’ met gemeenten zoals Molenbeek. En als er in die tijd één Brusselse politicus was die oprecht bezorgd was om de staat van zijn politiekorps, dan was het Moureaux. Ik heb nog nachtelijke bezoeken gebracht aan Molenbeek, samen met hem, om de problemen ter plaatse te bekijken en met de mensen te kunnen praten. In het politiecommissariaat heb ik met eigen ogen de gaten in het plafond gezien. Tot de komst van Moureaux was de gemeentepolitie bepaald niet de eerste zorg van de Brusselse politieke klasse. En dan te weten dat in Ukkel de plaatselijke hoofdcommissaris zijn politietroepen te paard schouwde. In die residentiële gemeente kon men zich de luxe veroorloven van een ceremoniële troepenschouw.

De problemen van armere gemeenten zoals Molenbeek hangen natuurlijk samen met de rijkdom van de residentiële wijken in Ukkel of Watermaal-Bosvoorde. Al sinds de jaren zestig heeft de Brusselse bourgeoisie de vijfhoek achter zich gelaten, om zich te vestigen in Ukkel, Vorst, Oudergem en de drie Woluwes. Men trok nog verder weg uit Brussel, tot in faciliteitengemeenten zoals Linkebeek en de rest van de Vlaamse Rand. En tegelijk duwde de Franstalige elite Brussel de put in. Tot vandaag verzet de bourgeoisie zich met hand en tand tegen de fusie van de negentien Brusselse gemeenten. Die van Ukkel en Bosvoorde blijven weigeren mee te betalen voor de problemen van Molenbeek, Brussel-stad of Sint-Joost-ten-Node. Dat is blijkbaar hun probleem niet. Ik verwijt de Brusselse PS’ers dat ze nooit – nooit! – de moed hadden om die residentiële gemeenten mee te doen dokken voor de sukkelaars van Molenbeek en Sint-Joost.

En weet u waarom? Bij de verkiezingen van 1988 waren er in Sint-Joost-ten-Node amper 6600 kiezers, op een inwonersaantal van bijna 25.000. In die armere gemeenten hokten alle toen nog niet-stemgerechtigde Koerden, Marokkanen en Turken samen. Dat was ook het geval in Schaarbeek, toch in de straten rond de beruchte Cage aux Ours aan het Verboekhovenplein. Zeker, in Ukkel zullen ook wel een paar Marokkanen wonen. Die zijn dan diplomaat van beroep.

Het komt blijkbaar nooit meer goed tussen de Leuvense burgemeester en een aantal van zijn Brusselse collega’s.

Louis Tobback
Louis Tobback © Jef Boes

Tobback: Mijn kritiek richt zich niet alleen op de Brusselaars. De ene federale regering na de andere bleef Brussel trakteren op bijkomende middelen. Zonder de minste schaamte misbruiken de rijkere Brusselse gemeenten de grootstedelijke miserie van de armere buurten om zélf het ene extra voordeel na het andere binnen te rijven. Zeg mij eens waarom de federale regering in Oudergem – dat is dus Brussel, aan de binnenkant van de Ring – álle kosten terugbetaalt van het peperdure politiesysteem Astrid? En waarom de even rijke buurgemeente Tervuren – aan buitenkant van de Ring, dus Vlaams-Brabant – de kosten voor Astrid zelf moet zien te dekken? Zou de maatschappelijke context van Oudergem sterk verschillen van die van Tervuren?

Maar zo gaat het altijd in dit land. Zelfs Johan Vande Lanotte (SP.A) heeft de zogenaamde Brusselse problemen ‘opgelost’ met bijkomende Koninklijke Besluiten, waardoor onder allerlei voorwendsels met geld kon worden gesmeten naar de Brusselse negentien. En nooit werd van Brussel een fatsoenlijke tegenprestatie gevraagd.

De fusie tot één politiezone voor heel Brussel zou zo’n tegenprestatie kunnen zijn.

Tobback: In 1998, na de affaire-Dutroux, heb ik als minister van Binnenlandse Zaken de zogenaamde Octopus-nota ingediend over de politiehervorming. Binnen de regering waren we het in ongeveer één dag eens over de grote lijnen van mijn voorstellen. Op één grote uitzondering na: de fusie van de Brusselse politiezones.

De kans is groot dat de Brusselse minister-president Rudy Vervoort (PS) zijn standaardantwoord klaar heeft: elk pleidooi voor een fusie van de politiezones noemt hij ‘communautair ingegeven.’

Tobback: Dat is een drogreden. Voor de Brusselse politici is elk argument goed om de status-quo te behouden. Om niets te doen, roepen ze om het even welke hogere macht in: als het moet de Islamitische Staat, of nog erger, de Vlamingen. Maar natuurlijk zou het beter zijn als we nog verdere stappen zouden zetten. Waarom zou men zich in Brussel beperken tot de invoering van één politiezone, waar dan negentien burgemeesters ambras gaan maken? Waarom fuseert men de negentien niet meteen tot één gemeente, met één burgemeester? Dan is alles toch veel duidelijker?

Als Parijs één burgemeester heeft…

Tobback: …waarom Brussel dan niet? Zelfs Londen en New York hebben maar één burgemeester. In New York is Bill de Blasio bovendien met een progressief programma verkozen. Daarom zeg ik: profiteer van het moment en breek een paar heilige huisjes af. Zo zou men de taakverdeling tussen het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD), de militaire veiligheid en de Staatsveiligheid opnieuw moeten aflijnen. Breng bijvoorbeeld de Staatsveiligheid eindelijk waar ze thuishoort: bij Binnenlandse Zaken, en dus weg van Justitie. Ik ben toch niet voor de N-VA’er Jan Jambon en tegen de CD&V’er Koen Geens als ik dat voorstel? Het is de logica zelf, want bij Binnenlandse Zaken krijgt de Staatsveiligheid eindelijk een echte voogdijminister, en dus politieke controle.

Patrick Dewael draaide de rollen afgelopen weekend helemaal om in De Morgen. Volgens hem moet de minister zich niet meer inlaten met adviezen van het OCAD of de Staatsveiligheid: zij moeten het dreigingsniveau autonoom kunnen bepalen, de politiek trekt er het best de handen van af.

Wat Patrick Dewael doet, is roepen om een regering van technocraten. Ik vind het een pervertering van de democratie. Ik word er mottig van.

Tobback: Wat Dewael daar uitkraamde, kwam neer op de totale abdicatie van de politiek. Hij stelt dus voor dat politici hun verantwoordelijkheid maar moeten ontvluchten. Waarom hebben we dan nog ministers en parlementsleden nodig, vraag ik me af, behalve om op te treden in De Slimste Mens? Natuurlijk houdt een minister rekening met de adviezen van het OCAD of de Staatsveiligheid. Ik doe in Leuven ook wat mijn brandweer mij zegt, ik vraag haar zelfs om haar adviezen op papier te zetten. Maar ik ben het die beslis, want daarom ben ik burgemeester.

Ik vind het bijzonder verontrustend dat dit ‘idee’ uitgerekend van Patrick Dewael komt, een oud-minister van Binnenlandse Zaken met tientallen jaren politieke ervaring. Hij moet toch weten dat ‘ministeriële verantwoordelijkheid’ een grondwettelijk beginsel is? Het komt erop neer dat als er in dit land iets goed of fout loopt, de Kamer kan stemmen of de minister het vertrouwen geniet, of niet. Tot wie moet ik mij als burger wenden als de Staatsveiligheid steken laat vallen? Tot Jaak Raes, de nieuwe topman? En als de regering niet meer verantwoordelijk is voor veiligheid, waar stopt het dan? Zijn de regeringen van dit land nog verantwoordelijk voor hun klimaatbeleid, of laten we het op de Klimaattop in Parijs over aan (de Belgische klimatoloog) Jean-Pascal van Ypersele om te beslissen over het Belgische standpunt? Wat Dewael doet, is toch roepen om een regering van technocraten? Ik vind het een pervertering van de democratie. Ik word er mottig van.

N-VA’ers zeggen: toestanden zoals in Molenbeek zijn de schuld van het ‘islamosocialisme’.

Tobback: Dat is dikke zever. De toestand is toch veel te ernstig om elkaar de schuld te blijven geven van alles wat fout loopt? In Antwerpen maakte de N-VA van Bart De Wever toch ook deel uit van de meerderheid van Patrick Janssens (SP.A)? Geert Bourgeois (N-VA) was toch al minister in de vorige Vlaamse regering? Dat ze dus stoppen met socialisten bashen, en dat ze bij ons ook niet op alle slakken zout leggen en ’tegen’ zijn telkens als een N-VA’er iets doet.

Zijn er N-VA’ers wier werk u niet automatisch afkeurt?

Tobback: Zal ik eens wat zeggen? Ik vind dat Theo Francken het asielprobleem goed aangepakt heeft. Ik laat een aantal uitspraken op Facebook en Twitter voor zijn rekening, en ik zie mij niet snel in dezelfde partij zitten met een man die een clubje oprichtte dat hij de naam ‘VNV’ gaf (Vlaamse Nationale Vrienden, een verwijzing naar de collaboratiepartij Vlaams Nationaal Verbond, nvdr.), en zich achteraf excuseerde met het argument dat hij dit een vorm van ‘humor’ vond. Maar de asielaffaire heeft hij goed aangepakt, laten we dat dus ook erkennen. Alleen is Francken aan handen en voeten gebonden door de onmacht van zijn regering. Hij kan wel zeggen dat hij per dag maar 150 identiteitskaarten wil uitdelen, dan mag hij toch niet uit het hoog verliezen dat er nog honderden mensen zonder papieren buiten blijven staan. Dat aanvaarden is toch een bekentenis van onmacht? Dát is het drama van Theo Francken: ik weet niet hoe ik het de voorbije maanden beter zou hebben gedaan dan hij, maar nu wordt hij overspoeld door de onmacht van deze regering en door haar onwil om voldoende middelen te investeren in de opvang voor vluchtelingen. En de N-VA compenseert haar bestuurlijke onvermogen met stoere praat. Zijne Leider gaat de Conventie van Genève herzien. Allez nu. (lachje)

Tobback: Was dat is, ‘een eigen verhaal’? Vorige week las ik in Knack jullie interview met Bart Somers (Open VLD). Wel, ik ben het voor 60, misschien wel voor 80 procent eens met wat Somers zegt. Ik wil best erkennen dat hij van Mechelen weer een leefbare stad heeft gemaakt, en ervoor heeft gezorgd dat het samenleven van inwoners van verschillende nationaliteiten er geen noemenswaardig probleem meer is. Tussen de lijnen lees ik ook wel hoe hij glimt van trots: alsof hij elke Marokkaan die in Mechelen woont van tijd tot tijd persoonlijk een schouderklopje geeft. (lacht) Maar je moet het maar doen, hè. En vooral: je moet de zaken willen aanpakken zoals hij het heeft gedaan.

U bedoelt: de warme aanpak combineren met de hardere hand, een consequent veiligheidsbeleid voeren.

Tobback: Inderdaad. Mijn echtgenote is advocate. Ze is van geen kleintje vervaard: ze schrikt er niet voor terug om alleen in haar autootje naar het vredegerecht in Sint-Jans-Molenbeek te rijden, en als ze de weg niet vindt zal ze een jonge Marokkaan aanspreken en hem zelfs een lift geven om haar naar haar bestemming te gidsen. Ze is niet snel bang. Maar voordat Somers burgemeester was, hoefde je haar niet te vragen om in Mechelen te gaan pleiten. Dat deed ze met grote tegenzin. Het is de verdienste van Somers dat hij die problemen heeft opgelost. Maar gemakkelijk was dat niet. Nu erkent iedereen ‘het Mechelse succes’, maar hij heeft wel eerst moeten zeggen waar het op staat.

De hoeksteen van Somers’ succes was een consequent veiligheidsbeleid, vertelde hij. Hij was en is een man van law-and-order.

Links zwijgt, Louis Tobback spreekt: 'Tijd om een paar heilige huisjes af te breken'
© VTM Nieuws

Tobback: Inderdaad. Er is geen andere optie dan law-and-order. Toch niet als dat betekent: de wet laten respecteren, en voldoende budgetten vrijmaken opdat de overheid haar taken ook aankan. Ik voeg er meteen aan toe dat law-and-order maar zin heeft als de overheid naast het nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen ook werk maakt van een sociaal beleid. Maar we zijn ook geen pas verder met een sociale welvaartsstaat die zijn eigen wetgeving niet kan afdwingen of die onveilig is. Het ene kan niet zonder het andere. Ik vrees de machteloze staat: een overheid die niet meer in staat is om te doen wat ze behoort te doen. En alle partijen zijn mee verantwoordelijk voor die steeds machtelozere staat, ook wij socialisten. Want als het over veiligheid of politie gaat, zijn er nogal wat progressieven die ineens pleiten voor the minimal state en het laissez faire. Wat is daar links aan?

De Wever wil meer en zwaarbewapende politie, en net zoals David Cameron en Margaret Thatcher destijds wil hij dat versterkte veiligheidsapparaat betalen uit de sociale zekerheid. Wij vragen óók een sterkere politie, maar wij willen ze financieren uit de opbrengsten van een vermogensbelasting. Dat is een zinvol politiek verschil tussen links en rechts. Links en rechts verschillen toch niet over de vraag of de politie en de inlichtingendiensten in staat moeten zijn om de burgers tegen terreur te beschermen? Maar dat wil een deel van de linkerzijde niet zien, en gemakshalve zet men een socioloog als Mark Elchardus weg omdat zijn boodschap ‘flinks’ is.

Is er dan echt zo weinig verschil tussen een linkse en een rechtse visie op veiligheid?

Tobback: Natuurlijk zijn er fundamentele verschillen tussen ons. Links vindt dat veiligheid in de eerste plaats ten goede moet komen aan de mensen die zwak staan in de samenleving. Rechts wil liever zijn geld in de politie stoppen om de mensen in de volksbuurten kalm te kunnen houden, links wil de mensen weghalen uit die getto’s. Vroeger verweet links aan de liberalen dat zij weigerden om te investeren in de overheid. Een beetje liberaal wilde alleen betalen voor landsverdediging en politie. Vandaag zijn we zover gekomen dat een bepaald soort rechts zelfs niet meer wil investeren in publieke veiligheid. Een Republikein zoals Donald Trump vindt dat de bezoekers van Le Bataclan maar een wapen hadden moeten dragen: dan hadden ze zich kunnen verdedigen. En de regering-Michel maakt bijzonder veel middelen vrij om meer armslag te kunnen geven aan privébewakingsdiensten.

Hoe komt dat? Veiligheid is toch ook een ‘rechts’ thema?

Tobback: Zij die, zoals De Wever, het hardst om veiligheid roepen, hebben ze het minst nodig. Ik lees in de kranten dat de bewakingsfirma’s de vraag niet meer aankunnen – en zij worden niet ingehuurd door die brave burgers in Molenbeek die zich bedreigd voelen door de jihadisten, hè. Hún enige bescherming komt van politiediensten die door de overheid betaald worden.

Zij die het hardst om veiligheid roepen, hebben ze het minst nodig

Links moet de rechterzijde uitdagen. Dat kan door te pleiten voor politiediensten die hun werk behoorlijk kunnen doen, en niet zoals vandaag voortdurend in affronten te vallen.

Pleiten voor meer politie is niet populair in progressieve kringen.

Tobback: Ik zie het met lede ogen aan dat progressief Vlaanderen amper wakker ligt van het goed functioneren van de instellingen. Volgens vooraanstaande intellectuelen zullen alle problemen opgelost zijn als we een Senaat installeren waarvan de leden per lottrekking aangeduid worden. Over zulke onbenulligheden worden boeken geschreven, terwijl het fundament van onze rechtsstaat wankelt. Als we niet snel zorgen dat de daadkracht van de overheid hersteld raakt, is dat koren op de molen voor wie een uitzonderingstoestand wil bestendigen. We riskeren vandaag ingrepen op vrijheden waarvan we sinds 1830 dachten dat ze onaantastbaar waren. Begrijpt u dan dat ik mijn kas opvreet?

Nogmaals: ook bij de SP.A blijft het relatief stil in het hele veiligheidsdebat.

Tobback: Ze zijn blijkbaar met andere zaken bezig. Ik herinner me nog dat ik een paar jaar geleden naar de Magdalenazaal ging, waar de SP.A congresseerde. Bij het binnengaan botste ik op (VRT-journalist) Johny Vansevenant. ‘Heb je het al gehoord?’ zei Johnny: ‘De SP.A is voor de legalisering van cannabis. Men heeft het net goedgekeurd.’ Het was een voorstel van de SP.A Jongeren, maar ze stemden toch maar allemaal dapper mee: al de Gennezs, de Van Brempts, de Kherbaches die onze partij rijk is. Ik vraag me trouwens af wanneer zij zich eindelijk zullen inspanningen om de congresresoluties die ze zelf hebben goedgekeurd waar te maken. Die voorstemmers zitten toch allemaal in het parlement? Wanneer gaan ze een wetsvoorstel indienen voor de vrije verkoop van cannabis? En schrijf er maar bij: (cynisch).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content