‘Kunnen overheden hun welvaartsstaat behouden na zwaarste crisis in tachtig jaar?’

‘Welke overheden zijn in de zwaarste crisis sinds tachtig jaar nog te vertrouwen voor het behoud van de welvaartsstaat?’ vraagt Dirk Barrez nu de economische impact van de coronacrisis steeds uitdrukkelijker voelbaar zal worden. ‘Wie verzekert morgen onze welvaart?’

Heel wat welvaartsstaten kregen en krijgen forse klappen. De aderlating van de financiële crisis is niet verteerd, de milieurekeningen allesbehalve vereffend, de vergrijzing niet voorbereid, de opbouw van een duurzame economie amper gestart… en bovenop is er nu de mokerslag van de loodzware coronafactuur: ongeziene toename van uitgaven én drastisch dalende inkomsten door een fel krimpende welvaartsproductie. Kunnen burgers erop vertrouwen dat hun overheden hun talrijke verplichtingen blijven nakomen? Hoe onrustwekkend is de werkelijkheid die we nog niet onder ogen durven zien?

De inwoners van de Verenigde Staten genoten nooit van een volwassen welvaartsstaat, allerminst voor zorg en sociale zekerheid. Degenen die het zich kunnen veroorloven, rekenen daarom al langer massaal op aandelen om hun toekomst te verzekeren. Sterk sociaal gecorrigeerde markteconomieën slagen er nog altijd best in om samenlevingen en het grootste deel van hun inwoners welvaart en welzijn te bieden. De welvaarsstaten met heel actieve en toch efficiënte overheden, de Scandinavische altijd vooraan, presteren sterkst inzake menselijke ontwikkeling. Bij geluksmetingen is hun koppositie zelfs nog meer uitgesproken.

Kunnen overheden hun welvaartsstaat behouden na zwaarste crisis in tachtig jaar?

Dat succes van welvaartsstaten steunt op een intelligent samenspel van markt en staat – vaak ook van een dynamische samenleving – dat welvaart creëert én verdeelt. Als nooit tevoren verschaft de na de Tweede Wereldoorlog exploderende welvaartsstaat massa’s mensen een degelijk inkomen én grote bestaanszekerheid. Maar de geest en de praktijk van een gecorrigeerde economie raken weggespoeld, zeker in de digitale platformeconomie. Overheden treden terug, laten veel meer over aan de markt… en verschijnen enkel nog op de voorgrond om de dure gaten te dichten van de zwaarste crises.

Zelfs voor zorg, inkomenszekerheid of pensioen verwijzen welvaartsstaten hun burgers (groten)deels naar de private sector en de beurs… Is dit de voorbode dat sommige landen hun verplichtingen niet zullen nakomen? Onrustwekkend is vooreerst de toekomst van de zorg en de sociale zekerheid in samenlevingen die al de financiële crisis betaalden met torenhoge werkloosheid en ontsporende overheidsfinanciën? In de coronacrisis zijn zij opnieuw bij de zwaarst getroffenen… terwijl ze al geen reserves hebben maar schuldenputten die snel veel dieper worden.

In tegenstelling tot de financiële crisis die losbrak in 2007-2008, zijn de meeste economen nu – vele jaren te laat – van oordeel dat de bezuinigingspolitiek een stommiteit was en dat overheden het geld moeten laten rollen… met als extra argument dat geleend geld vandaag overheden amper of zelfs niets kost. We voegen er nog aan toe dat die uitgaven verstandige investeringsuitgaven kunnen zijn voor noodzakelijke sociaalecologische en economische transities.

De werkelijkheid die we nog niet onder ogen durven zien

Maar wat is de werkelijkheid die zich aftekent? De mismeesterde gezondheidscrisis sleept veel langer aan dan velen konden of wilden denken. Dat de rente laag blijft, is allesbehalve zeker. Wel een certitude is dat geleend geld een te betalen schuld blijft. De meeste uitgaven zijn sociaal te verantwoorden… maar waar blijven de investeringen in de transitie naar een sociaalecologische welvaartsmachinerie? O.a. de zogenaamde Europese Green Deal en het EU herstelplan vorderen uiterst traag. Die duurzame economie zou de welvaartsstaat echt in de 21ste eeuw kunnen loodsen, maar is vooralsnog veel meer wens dan werkelijkheid.

Zien we landen het welvaartscontract met hun burgers verbreken?

Het risico vergroot snel dat de economisch meest kwetsbare landen financieel naar adem happen of zelfs overkop gaan; dat de noodzakelijke Europese solidariteit net als bij de bankencrisis in elkaar klapt; en dat voor de zoveelste keer het inzicht nog moet rijpen dat de oplossing voor de vorige crisis – die toen niet werd toegepast – nu allesbehalve volstaat. Zeker is dat het lage vertrouwen in politici én overheden verder erodeert, meest van al in de sociaal en economisch meest getroffen landen. Er groeit wantrouwen dat zij hun grote sociale welvaartscontract niet kunnen garanderen en een toekomst brengen van bezuinigingen in gezondheidszorg en andere zorg, (nog) lagere onleefbare pensioenen en vervangingsinkomsten, kaalslag in cultuur en zelfs onderwijs, verwaarloosde publieke diensten…

Dan hoeft het niet te verbazen dat argwanende burgers financiële bestaanszekerheid zoeken in beursgenoteerde aandelen. Net als Amerikanen rekenen ze voor het waarborgen van hun levensstandaard, hun pensioen, hun toekomst niet op hun overheden en sociale zekerheidssystemen maar op een aandelenportefeuille. Ze vertrouwen meer op Microsoft, Facebook of zelfs het heel werknemersonvriendelijke Amazon en andere vooral grote monopolistische multinationals. Die bedrijven wordt weinig of niets in de weg gelegd en kunnen hun ongeremde marktsterkte vertalen in opvallende winst- en groeicijfers, en navenante beurskoersen.

Hoe graag velen het anders willen zien, hoe waar ook dat dit niet de eerste roeping van beurzen is, hoe groot ook de plicht van staten om de welvaart en het welzijn van hun burgers te bewaken, hoe rationeel de bedenking dat een intelligent samenspel van markt en staat het grote geheim achter de sterkste welvaartsstaten is… de realiteit oogt heel anders voor burgers van zwakke welvaartsstaten. Zij leven in een wereld waarin hun economieën en overheden onderuit gaan en multinationals – ook de grote techconcerns, ondanks alle kritiek en politieke beloften om hun onterechte monopolies aan te pakken – de beste kaarten hebben en blijven krijgen om hun machtsposities en winstmachines verder uit te bouwen.

Een keuze die maar moeilijk irrationeel te noemen is

Het drama van kapseizende welvaartsstaten is dat de keuze voor de beurs vanwege hun in de steek gelaten burgers en hun wantrouwen ten aanzien van een door de overheid gegarandeerd collectief goed maar moeilijk irrationeel te noemen is. Zij zien hoe falende politici, economen en voortaan ook virologen hele samenlevingen in crisis storten. Hun funeste fouten kunnen wel degelijk welvaartsstaten onderuit halen, en daarmee ook de bestaanszekerheid en het goede leven van hun inwoners.

Dirk Barrez is hoofdredacteur van PALA.be en auteur van Transitie. Onze welvaart van morgen en 11 politieke dwaasheden. 50 jaar schuldig verzuim van onze politici

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content