Kinderrechtencommissaris: ‘Het huidige jeugdrecht volstaat’

© Belga
Annelies Van Erp
Annelies Van Erp Medewerker van ngo Memisa

Het parlement stemt over een verstrenging van de GAS-boetes waardoor ook kinderen beboet kunnen worden. ‘Een totaal verkeerd maatschappelijk signaal, jongeren worden al genoeg geproblematiseerd’, stelt Vlaams Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen.

Tot tevredenheid van veel Vlaamse steden en gemeenten, maar tot grote ergernis van het jeugd- en welzijnswerk stemt het parlement over een verstrenging van de GAS-boetes, waardoor ook kinderen geldboetes kunnen krijgen. Drie vragen over de problematische GAS-boetes aan Vlaams Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen.

1. Wat is er volgens u zo fout aan de GAS-boetes voor minderjarigen?

Bruno Vanobbergen: “Eerst en vooral is het maatschappelijk signaal dat gegeven wordt door de leeftijd te verlagen verkeerd. Deze aangepaste wet is opnieuw een voorbeeld waaruit blijkt dat het gedrag van jongeren wordt geproblematiseerd. En dat hebben we op dit moment zeker niet nodig. Volwassenen staan al onnodig angstig tegenover jongeren. Resultaten van de nationale veiligheidsmonitor tonen aan dat 25 procent van de ondervraagden ‘bang is’ voor jongeren. Om maar een voorbeeld te geven: wielertoeristen die spuwen op de openbare weg, worden niet beboet en niet als problematisch beschouwd. Maar als jongeren samenkomen aan de bibliotheek en op de grond spuwen, wordt dit plots wel een probleem en moeten ze een geldstraf krijgen.”

“Daarnaast vind ik de willekeur problematisch. Steden en gemeenten mogen zelf invullen hoe en aan wie ze GAS-boetes uitreiken. Wat is overlast? Er bestaat geen duidelijkheid, alles is afhankelijk van de interpretatie van de GAS-ambtenaar. En ook daar wringt het schoentje. De gemeente of de stad, onder de vorm van de GAS-ambtenaar, is plots verantwoordelijk voor alles. Ze moeten bepalen wat strafbaar is, beboeten en bemiddelen. Er is geen scheiding meer van machten.”

2. Is een GAS-boete voor kinderen in strijd met het internationale Kinderrechtenverdrag?

Vanobbergen: “De jonge leeftijd vormt inderdaad een hekelpunt. Toen België in 2010 de leeftijd om te beboeten verlaagde naar 16 jaar, viel het Kinderrechtencommissariaat van de Verenigde Naties daar al over. Kinderen zijn nu eenmaal geen volwassenen en moeten daarom niet beticht worden als volwassenen. Dat is wat er nu helaas wel gaat gebeuren. Minderjarigen moeten beschermd worden en daarom hebben we in België een vorm van beschermingsrecht. In de praktijk gebeurt dit in twee onderdelen: het jeugdrecht en de jeugdzorg. Daarnaast wordt nu een derde, onnodig naar mijn aanvoelen, systeem ingevoerd.”

“Hervormingen van het jeugdrecht staan trouwens al op het programma tegen 2014. Ik zie het nut niet in om nu een wet goed te keuren waardoor jongeren al vanaf veertien jaar een boete kunnen krijgen”

3. Wat zijn de alternatieven om overlast aan te pakken? Vanobbergen: “Het huidige jeugdrecht is voor mij een volwaardig alternatief. En er mag nog sterker worden ingezet op het tweede luik, namelijk jeugdwelzijn. Want uit onderzoek blijkt dat een vertrouwensrelatie met een jongere werkt om de nodige problemen aan te pakken. Het tweeledige systeem (jeugdrecht en jeugdwelzijn) dat vandaag bestaat is voor mij voldoende. Uiteraard kan daar beter in geïnvesteerd worden door bijvoorbeeld extra budgeten vrij te maken. Maar een derde weg , met de GAS-boetes, is overbodig.”

“De overlast is bovendien overroepen en sancties zijn niet altijd noodzakelijk. De verdraagzaamheid tegenover jongeren is vandaag niet al te groot. Volwassenen staan angstig tegenover groepjes jongeren en durven weleens agressief reageren of ze zien een geldstraf als dé oplossing.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content