Kamer van inbeschuldigingstelling beslist op 23 februari over verwijzing Van Langenhove en medeverdachten
In de zaak rond Schild & Vrienden heeft de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling (KI) donderdagnamiddag het beroep behandeld tegen de doorverwijzing van een verdachte en tegen de buitenvervolgingstelling van oprichter Dries Van Langenhove voor negationisme. De KI beslist op 23 februari welke verdachten zich voor de correctionele rechtbank moeten verantwoorden.
Het parket Oost-Vlaanderen was een strafonderzoek gestart naar aanleiding van een “Pano”-reportage op 5 september 2018. Die toonde aan dat in geheime chatgroepen van Schild & Vrienden racistische en antisemitische berichten gedeeld werden.
In juni 2019 werd Dries Van Langenhove officieel in verdenking gesteld. De Schild & Vrienden-oprichter werd vrijgelaten onder voorwaarden en moest onder meer een geleid bezoek volgen aan de Kazerne Dossin in Mechelen.
De plenaire vergadering van de Kamer had in maart 2021 zijn parlementaire onschendbaarheid opgeheven. Van Langenhove werd door de raadkamer buiten vervolging gesteld voor negationisme, maar hij werd verwezen naar de correctionele rechtbank voor inbreuken op de racismewetgeving en op de wapenwetgeving.
Tegen de buitenvervolgingstelling voor negationisme werd beroep aangetekend door twee burgerlijke partijen. Ook Jihad Van Puymbroeck ging in beroep tegen de afwijzing van haar burgerlijke partijstelling. De meeste andere verdachten vroegen de buitenvervolgingstelling, omdat ze menen dat er geen strafbare feiten waren, maar ondergeschikt werd ook de opschorting van de uitspraak gevraagd aan de raadkamer.
Voor vijf verdachten sprak de raadkamer de opschorting uit, zodat ze niet voor de correctionele rechtbank moeten verschijnen. Behalve Van Langenhove werden zes verdachten verwezen, en een van hen ging daartegen in beroep. De kamer van inbeschuldigingstelling heeft dinsdagnamiddag de zaak uiteindelijk behandeld, nadat de verdediging van Van Langenhove op de vorige zitting uitstel had gevraagd.
De KI beslist op 23 februari, waardoor een inleiding van de zaak door de Gentse correctionele rechtbank voor het gerechtelijke verlof mogelijk wordt. Van Langenhove was niet aanwezig op de zitting en de partijen gaven na afloop van de zitting geen commentaar.