Overzicht: welke alternatieve straffen zijn er?

© Getty Images
Karin Eeckhout

Vorig jaar werden 21.341 nieuwe alternatieve straffen opgelegd. Dat blijkt uit het onlangs gepubliceerde jaarverslag van het Agentschap Justitie en Handhaving, dat instaat voor de strafuitvoering in Vlaanderen.

Werkstraffen

De vaakst toegepaste alternatieve straf is de werkstraf. Sinds 2020 is het aantal nieuwe werkstraffen met 36 procent toegenomen, en drie op de vier werkstraffen worden volledig uitgevoerd. Er zijn nu 5260 nieuwe dossiers per jaar, goed voor een half miljoen gepresteerde uren bij 2000 verschillende organisaties. 

Dat kunnen sociale projecten zijn, of overheidsinstellingen. Een gemeentelijke groendienst bijvoorbeeld, het Agentschap Natuur en Bos, een kringwinkel. ‘Altijd bij een organisatie die het algemeen belang dient en niet bij een commercieel bedrijf’, legt Koen Geens uit. ‘Achter een werkstraf schuilt namelijk het idee dat je een onbezoldigde tegenprestatie levert voor de schade die je hebt berokkend aan slachtoffers én maatschappij.’

De Gentse rechter Annemie Serlippens is een groot voorstander van werkstraffen, vooral omdat ze ziet wat die voor kwetsbare mensen kunnen betekenen. ‘Ik heb mensen gezien die voor het eerst in hun leven een aanmoediging  kregen, wat wonderen deed voor hun zelfvertrouwen. Sommigen kregen na hun werkstraf een job aangeboden. Dat vormt meteen de basis waarop ze hun leven opnieuw kunnen opbouwen.’ 

Probatie

Een ander alternatief voor de gevangenis, goed voor 270 nieuwe dossiers in 2024, is de autonome probatiestraf (APS). Die houdt in dat een veroordeelde niet naar de gevangenis moet zolang hij of zij zich aan een aantal voorwaarden houdt, bijvoorbeeld een ontwenningskuur volgen of werk zoeken. 

Annemie Serlippens legt zulke probatiestraffen op in de Gentse Hersteltrajectkamer. Daar wordt geoordeeld over beklaagden met een ernstige verslaving, die onder invloed een misdrijf hebben gepleegd. 

De Hersteltrajectkamer werd in 2008 opgericht – ze heette eerst Drugbehandelingskamer – om komaf te maken met het fenomeen van de verslaafde als ‘draaideurcrimineel’. ‘Mensen liepen de rechtbank uit om dan maandenlang niets te horen van Justitie. Tegen dat de hele machinerie in gang schoot en de verslaafde effectief werd uitgenodigd, had hij geen vast adres meer en gebruikte hij opnieuw. Op die manier was hij vaak sneller terug bij ons op een correctionele zitting dan bij het Justitiehuis dat de straf moest uitvoeren.’ 
In de Hersteltrajectkamer krijgen mensen de kans om hun verslavingsprobleem aan te pakken, nog voordat hun zaak ten gronde wordt behandeld.

‘De beklaagden stappen in een zogenaamd hersteltraject’, vertelt Serlippens. ‘Dat houdt in dat ze moeten afkicken, regels respecteren en therapie volgen, en dat ze op geregelde tijdstippen verslag moeten uitbrengen bij mij op de rechtbank. Verloopt hun traject positief, dan houd ik daar rekening mee in mijn vonnis. Loopt het toch mis, dan vel ik een eindvonnis dat indien nodig ook zwaar kan zijn.’

‘Het gaat soms om mensen die zware feiten hebben gepleegd’, zegt Serlippens. ‘We hebben hier zelfs al een poging tot doodslag gehad. Maar iemand met een verslavingsproblematiek naar de gevangenis sturen heeft sowieso weinig zin. Integendeel, alleen al door de drugs die daar circuleren is het een gevaarlijke plek voor kwetsbare verslaafden.’

De aanpak van de Hersteltrajectkamer werkt, volgens Serlippens. ‘Ik zie mensen veranderen. Bij ons eerste contact zijn ze soms verslaafd aan heroïne of een andere harddrug, een jaar later roken ze hoogstens nog een jointje. Ze gaan weer aan het werk en plegen minder misdrijven.’ 

Dat laatste blijkt ook uit de cijfers: bij een klassieke correctionele kamer hervalt 56 procent van de beklaagden, bij de Hersteltrajectkamer is dat 39 procent. 

Wat niet wil zeggen dat de trajecten vanzelfsprekend zijn. ‘Iemand met een verslavingsproblematiek aanvaardt op de zitting in de rechtbank om het even welke voorwaarde, als het alternatief de gevangenis is’, zegt Sara Goossens, directeur van het Justitiehuis in Gent, dat instaat voor de opvolging van de hersteltrajecten. ‘Maar het is niet omdat een verbod op druggebruik in de voorwaarden van het vonnis staat, dat afkicken ook onmiddellijk lukt. Meestal is het een intens verhaal van vallen en opstaan, en met medische ondersteuning.’

Enkelband

In 2024 kregen in Vlaanderen 5187 mensen een enkelband aangegespt. In 3200 gevallen gebeurde dat in het kader van de voorlopige hechtenis, in de overige gevallen als straf na een veroordeling. Daarbij – we spreken dan van ‘autonoom elektronisch toezicht’ – valt de enkelband onder de alternatieve straffen.

Koen Geens ziet veel mogelijkheden voor het elektronisch toezicht, vooral bij lichtere misdrijven. ‘Ik heb ooit een kleptomane van 83 gekend. Zo iemand sluit je toch niet op in de gevangenis? Een enkelband met een gps-systeem dat ervoor zorgt dat ze niet langs warenhuizen kan lopen, is dan een veel effectievere oplossing.’ 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content