‘Handgranaten en vuurwerkbommen zijn een vast communicatiemiddel geworden voor de drugsbendes’, zegt misdaadjournalist Joris van der Aa. En die aanslagen worden almaar vaker gepleegd door minderjarige jongeren die als ‘freelancers’ worden ingeschakeld.
Misdaadreporter Joris van der Aa van Gazet van Antwerpen heeft connecties bij de politie én in het drugsmilieu. Die komen hem goed van pas om het brute geweld te begrijpen dat de cocaïnehandel via de Antwerpse haven met zich meebrengt.
‘Drugscriminelen die aanslagen laten plegen, vragen altijd om de aanslag te filmen’, zegt Van der Aa. ‘Die video dient als bewijsmateriaal dat de klus geklaard is, maar wordt soms ook naar journalisten gestuurd of gepost op TikTok. Toen een aanslag de politie en pers ontgaan was, waren de criminelen zo teleurgesteld dat ze mij het filmpje stuurden.
‘Op de beelden zag ik hoe een kerel een molotovcocktail in een portiek smeet, met een gigantische vuurzee tot gevolg. Toch had niemand melding gedaan bij de politie. Een paar dagen na de feiten ging ik ter plaatse. De gevel was helemaal proper: alle brandsporen waren opgekuist. Alleen de regenpijp, die hevig vlamde, was verwijderd. De aanslag was geruisloos gepasseerd als de criminelen mij die video niet hadden gestuurd.’
Aandacht voor die aanslagen is dus belangrijk voor de opdrachtgevers?
Joris van der Aa: Absoluut, handgranaten en vuurwerkbommen zijn een vast communicatiemiddel geworden voor de drugsbendes. Meestal ligt er een conflict ten grondslag aan zo’n aanslag. Bijvoorbeeld een havenarbeider die overloopt naar een andere bende om cocaïne uit een container te helpen halen. Vaker nog laten criminelen onderling elkaar bestoken. Om druk te zetten om te betalen, als vergelding voor het inpikken van havenconnecties of als een represaille voor de diefstal van een lading coke. In dat laatste geval gaat het er nog heviger aan toe.
‘Tegenwoordig worden die klussen gewoon geveild via Snapchat: “Hè bro, een klus.” Zo is het makkelijker voor opdrachtgevers om te ronselen en zelf onder de radar te blijven.’
Maar het leed veroorzaakt door de aanslag is dus van minder belang?
Van der Aa: De gevelschade is meestal minder erg dan de stress die de aandacht met zich meebrengt. De politie zal steeds kijken waarom iemand geviseerd wordt: is die persoon zelf actief in het drugsmilieu? Op straat is het not done om iemand te verklikken, maar door een aanslag te laten plegen, kun je de politie op iemands dak sturen.
Toch vallen er ook onschuldige slachtoffers. In Merksem overleed in 2023 een elfjarig meisje na de beschieting van een huis.
Van der Aa: Dat overlijden heeft een schokgolf in het milieu veroorzaakt. Sindsdien zien we minder beschietingen van huizen en zeker niet met wapens van dat kaliber (de daders, die niet gevat zijn, schoten door een garagepoort met een kalasjnikov, nvdr).
U hebt het telkens over ‘aanslagen laten plegen’. Drugscriminelen doen dat niet zelf?
Van der Aa: Nee, het gaat om crime as a service. Het zijn niet de leden van de drugsbendes die aanslagen plegen, maar een soort freelancers die worden ingeschakeld. Gasten als Yassin worden ingeschakeld door verschillende bendes in uiteenlopende conflicten. Yassin ontmoette zijn opdrachtgever nog live, maar tegenwoordig worden die klussen gewoon geveild via Snapchat: ‘Hè bro, een klus.’ Zo is het makkelijker voor opdrachtgevers om te ronselen en zelf onder de radar te blijven.
Onlangs werden vier jongeren gearresteerd die ‘dief’ op een gevel hadden gespoten en een explosief hadden ontstoken. Ze hadden samen 500 euro gekregen voor die klus. Het kost haast niks. ‘120 euro per persoon’, zeiden ze. Ze kunnen niet eens rekenen.
Hoe oud zijn die gasten?
Van der Aa: Van die vier was er één meerderjarig. Hem hadden ze waarschijnlijk nodig om met de auto te rijden. Steeds vaker zijn het minderjarigen. In de haven is al eens een dertienjarige betrapt bij het uithalen van cocaïne. Meestal komen ze uit Nederland. Een collega van het Algemeen Dagblad noemt hen terecht de ‘kindsoldaten van de drugsmaffia’. Die kwetsbare jongelui beseffen niet waaraan ze meedoen en zijn makkelijk manipuleerbaar.
Bij afrekeningen binnen het milieu zijn de slachtoffers vaak drugscriminelen, maar soms toch ook gewone Antwerpenaren.
Van der Aa: Op de Oude Baan in Ekeren schoten criminelen met een kalasjnikov op het huis van een oude dame die rustig tv zat te kijken. Als bij wonder werd ze niet geraakt. Wat bleek: de aanslagplegers moesten een huis beschieten op de Oude Baan in Wilrijk.
Dat soort vergisaanslagen gebeurt vaker. Ook Yassin stond aan het verkeerde adres in Ekeren. De dokwerker die hij in elkaar moest slaan, wiens huis jaren eerder al eens was beschoten, woonde daar niet meer. Maar het huis van onschuldige burgers werd een paar dagen later tóch beschoten.
Nieuw zijn de ‘bewuste vergisaanslagen’. Op 31 augustus ontplofte een explosief in Borgerhout. Het huis ernaast woont een drugscrimineel die er binnen het milieu van werd verdacht 200 kilogram cocaïne, met een waarde van 10 à 20 miljoen euro, te hebben ‘verloren’.
Ik hoorde achteraf dat ze bewust het huis ernaast hadden gepakt, omdat vergisaanslagen meer media-aandacht krijgen. Hoe cynisch kan het worden? Het huis van de buurman aanvallen is ook extra vervelend voor de geviseerde. Die moet dan aan zijn buurman uitleggen waarom zijn gevel vernield is. Zo wordt de geviseerde persona non grata in zijn eigen straat.
De vermoedelijke dader van die aanslag werd meteen bij de kraag gevat. Lopen de plegers vaak tegen de lamp?
Van der Aa: De pakkans is gigantisch, maar die jongeren lijken dat niet te beseffen. Bij de aanslag met een spijkerbom op het Eilandje lagen de daders al een paar uur later in Rotterdam met hun gezicht op het asfalt. De Antwerpse en Rotterdamse politie werken goed samen en volgden hun vluchtroute via ANPR-camera’s. Wat kun je meer doen?
‘Er is een onuitputtelijk reservoir van jonge desperado’s zonder veel perspectief in hun leven. Voor een habbekrats knappen zij het vuile werk op.’
Goede vraag. Volgens Yassin staan er duizenden gasten klaar in Nederlandse achterstandswijken om klussen te klaren.
Van der Aa: Ook in België is er een onuitputtelijk reservoir van jonge desperado’s zonder veel perspectief in hun leven. Voor een habbekrats knappen zij het vuile werk op. Een fundamenteel debat over hoe we omgaan met onze kwetsbare jeugd is broodnodig. In hun trainingspakken zie ik ze in stoet de rechtbank binnenkomen. De gevangenisstraf die ze krijgen is vaak de vervolmaking van hun criminele opleiding, waarna we ze helemaal kwijt zijn. We schieten als maatschappij tekort.
Zo gingen we te werk
Knack kwam in contact met Yassin via zijn Vlaamse en Nederlandse advocaat. Op het moment van het eerste telefonische contact zat hij zijn straf uit in de gevangenis van Lelystad. Op 13 juli 2025 stuurde hij via WhatsApp een bericht om te zeggen dat hij vrij was en dus buiten de gevangenismuren kon afspreken. Dat gesprek van drie uur vond in Rotterdam plaats.
Yassin wilde zijn verhaal delen zodat anderen kunnen leren uit zijn fouten. Waar mogelijk hebben we zijn versie van de feiten gecheckt aan de hand van nieuwsberichten, juridische documenten, beeldmateriaal, gesprekken op de plaatsen van het delict en andere bronnen. Wat we konden checken klopte.
Niet alles viel te verifiëren. Zo zijn onder meer wat hij vertelde over zijn omgang met de patron en de prijzen die hij daarbij noemt moeilijk na te gaan. De feiten waarvoor hij veroordeeld is, heeft hij in detail uit de doeken gedaan. Over de zaken waarvoor hij niet veroordeeld is, wilde hij weinig of niets kwijt. Idem voor de identiteit van de patron.
*Om veiligheidsredenen is Yassin een schuilnaam. Zijn echte naam is bekend bij de redactie.